Primoz Trubar (1508-1586):
Reformator van Slovenië
Afgelopen jaar werd in Slovenië herdacht dat Primoz Trubar 500 jaar geleden werd geboren. Wie was Primoz Trubar? Hij was Bijbelvertaler en reformator van Slovenië, toen nog behorend tot de erflanden van de Oostenrijkse Habsburgers. Slovenië is sinds 1991 een zelfstandige republiek en trad in 2004 toe tot de Europese Unie. Slovenië heeft 2 miljoen inwoners, waarvan 82% rooms-katholiek is. Het is een door en door rooms-katholiek land en waarom dan toch een uitgebreide herdenking van een puur protestants iemand, die de confrontatie met de Rooms-Katholieke Kerk niet schuwde? Er werd aan hem in 2008 een postzegel gewijd en bovendien een speciale 2 euro-herinneringsmunt uitgegeven. Terwijl op de reguliere 1 euromunt van Slovenië ook al zijn portret prijkt, met de Latijnse leus stati inu obstati, ofwel ‘staat en wederstaat’, ontleend aan zijn preek over het ware geloof, waarover straks meer. Overigens zijn beide munten ook in ons land wettig betaalmiddel! De Nederlandse munt met het randschrift ‘God zij met ons’ is dus niet de enige euromunt met een verwijzing naar onze protestantse wortels!
De Slovenen beschouwen Primoz Trubar als Vader des Vaderlands, die hun volk een eigen identiteit gaf met een eigen taal en cultuur. Hij schreef het eerste Sloveense boek: een Catechismus in 1550! Hij vond dat alle Sloveense kinderen naar school moesten, ook de arme plattelandsmeisjes, zodat zij de Bijbel konden lezen, het ware geloof belijden en voor eeuwig behouden worden. Achter deze Catechismus was een preek van Trubar over het ware geloof opgenomen. Op grond van Gods Woord en Zijn beloften kan de gelovige staande blijven in verzoekingen en het ongeloof en de duivel wederstaan (de spreuk op de 1 euromunt!). Een dergelijk geloof heeft de mens niet van zichzelf, maar is een gift van God.
Wat zijn de eigenschappen van dit geloof? Volgens Trubar in de eerste plaats: de gelovige heeft Gods Woord lief. In de tweede plaats: de gelovige vreest Gods toorn vanwege zijn zonde. In de derde plaats: de gelovige onderzoekt hoe hij vrij kan komen van de zonde en Gods toorn. In de vierde plaats: de gelovige eet het lichaam van Jezus en drinkt Zijn bloed, wat betekent dat hij in Hem gelooft. Door het geloof grijpt hij Jezus en al Zijn rijkdom aan. Het ware geloof verandert de gehele mens. Van een dwaze wordt hij een wijze. Van een zondaar wordt hij een heilige. Het haalt hem uit de hel en brengt hem in de hemel. Dit geloof moet ieder zien te verkrijgen door Gods Woord te geloven en dagelijks gebed. Trubar eindigt zijn preek met de wens dat de hemelse Vader ons een dergelijk geloof moge schenken vanwege Zijn geliefde Zoon door de Heilige Geest.
Primoz Trubar was van eenvoudige komaf, zoon van een molenaar. Hij was voorbestemd om geestelijke te worden en kwam op zestienjarige leeftijd aan het hof van Pietro Bonomo, bisschop van Triëst. Bonomo was aanvankelijk diplomaat aan het keizerlijke hof in Wenen, maar trad na het overlijden van zijn vrouw toe tot de geestelijke stand en werd in 1502 benoemd als bisschop van Triëst. Hij was een humanist en bracht Trubar in aanraking met geschriften van Erasmus, waaronder zijn Parafrasen op het Nieuwe Testament. In 1530 werd Trubar door Bonomo tot priester gewijd. In zijn preken bekritiseerde Trubar de aflaathandel, bedevaarten en andere kerkelijke misstanden. Hij werd daarbij beïnvloed door geschriften van de Zwitserse reformator Zwingli. In 1536 werd hij kanunnik van de Domkerk St. Nicolaas in de hoofdstad Laibach (Ljubljana). Hij preekte daar bekering door het geloof alleen, zonder goede werken. De tegenstand werd echter te groot en hij keerde in 1540 terug naar Bonomo in Triëst, die hem attendeerde op de geschriften van Calvijn. Opmerkelijk is dat Bonomo zelf niet met de Rooms-Katholieke Kerk brak.
In 1542 kreeg Trubar opnieuw een aanstelling bij het Domkapittel van Laibach, waarbij hij nog kritischer preekte tegen verering en aanroeping van heiligen en aflaten. Hij stelde dat de inval van de Turken een oordeel van God was tegen de wantoestanden in de kerk. In 1548 moest Trubar zijn vaderland verlaten na de benoeming van een nieuwe bisschop in Laibach, die persoonlijk bevriend was met Ignatius van Loyola, de stichter van de jezuïetenorde. Met een aanbevelingsbrief van een vriend gericht aan Veit Dietrich, secretaris van Luther, vertrok hij naar Neurenberg. Dietrich bezorgde hem een (Lutherse) predikantsplaats in Rothenburg. Ondanks deze positie weerhield dit hem er niet van om te corresponderen met Bullinger, de opvolger van de Zwitser hervormer Zwingli in Zürich.
In Rothenburg begon Primoz Trubar de Bijbel te vertalen in het Sloveens en boeken in deze taal te schrijven. Zijn eerste publicaties waren de Catechismus en een ABC-boekje (1550). In 1555 verscheen het eerste deel van het Nieuwe Testament in het Sloveens: het Evangelie naar Matthéüs. In 1560 keerde Trubar terug naar zijn vaderland na een benoeming als Superintendant in Laibach. Dit was mogelijk dankzij de Religievrede van Augsburg. Trubar schreef een kerkenordening voor de protestantse Sloveense kerk, welke publicatie in 1564 verscheen. Dit werd echter door de Oostenrijkse landsheer beschouwd als inbreuk op zijn rechten. Trubar werd gedwongen om in 1565 zijn vaderland opnieuw te verlaten. De rest van zijn leven woonde hij in Derendingen, vlak bij Tübingen in Duitsland, alwaar hij ook begraven is. Hij richtte zich nu op een vertaling van de Bijbel in het Sloveens. In 1581 verscheen de eerste uitgave van het volledige Nieuwe Testament. Ook vertaalde hij Psalmen en andere kerkelijke liederen. Het lukte hem niet om de hele Bijbel in het Sloveens te vertalen. Zijn arbeid werd voortgezet door zijn leerling Jurij Dalmatin. De eerste complete Sloveense Bijbel verscheen in 1584.
Primoz Trubar is in 1567 voor het laatst in zijn vaderland geweest om een gevangengenomen Turkse hoogwaardigheidsbekleder te bevragen over het mohammedaanse geloof en de uitlegging van de Koran. Hij zocht kennelijk naar mogelijkheden om ook de Turken in aanraking te brengen met het ware geloof. Hoe meer mensen eeuwig behouden konden worden, hoe liever het hem was.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 2009
Kerkblad | 12 Pagina's