Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De koperen slang!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De koperen slang!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de HEERE zeide tot Mozes: Maak u een vurige slang, en stel ze op een stang; en het zal geschieden, dat al wie gebeten is, als hij haar aanziet, zo zal hij leven.
Numeri 21:8

Israël zingt opnieuw hetzelfde oude lied van opstand tegen de weg van God. Hoor maar: ‘Waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, opdat wij zouden sterven in de woestijn?’ Wat is er aan de hand? Welnu, het volk Israël was dicht in de buurt gekomen van het beloofde land. Maar weer moest er een omweg gemaakt worden. O, beseften ze maar dat het eigenlijk allemaal hun eigen schuld was, dat Kanaän na zoveel jaren reizen nog steeds niet was bereikt. Want als zij de stem des Heeren gehoorzaam waren geweest, dan waren zij ongetwijfeld reeds in het beloofde land aangekomen. Maar in plaats van de schuld te zoeken bij zichzelf, geven ze Mozes en God de schuld. ‘En het volk sprak tegen God en tegen Mozes.’ Opnieuw is er opstand. En daarop kan de straf niet uitblijven! Want we lezen: ‘Toen zond de HEERE vurige slangen onder het volk.’ Het volk had de mond geopend en gesproken tegen God. Ze waren gebeten op God. Ja, ze hadden als het ware naar God gebeten. En nu zendt God in toorn slangen onder hen, die naar hen bijten. Met als gevolg dat er veel mensen sterven. Binnen enkele ogenblikken voltrekt zich een vreselijk oordeel in Israëls tentenkamp. Overal komen ze vandaan – vurige slangen! Met dodelijk venijn werpen zij zich op het volk. De mannen en de vrouwen en de kinderen vluchten weg voor de dodelijke slangenbeten. Maar er is geen ontkomen aan. Ik wou vluchten, maar ik kon nergens heen, zodat mijn dood voorhanden scheen.

Geliefde lezer, lezeres, wíj hoeven niet meer te proberen om de slangenbeet te ontvluchten. Want wij zijn al gebeten. Dat is door eigen schuld gebeurd in het paradijs, door de oude slang, de satan. Daarom komen wij als mensen, die ten dode zijn opgeschreven, ter wereld; met het dodelijk gif van de zonde in onze aderen, totaal vergiftigd. En het leven dat wij leiden, dat is een leven van opstand tegen God. Hoe noodzakelijk dat we dit leren door de Geest van God! Want eerder zullen we niet belijden: Wij hebben gezondigd, en vragen om een middel ter verlossing. Daarom de vraag: Weet u dat u gebeten bent? Voelt u dat het dodelijk vergif van de zonde door u stroomt? Gevoelt u zich werkelijk doodziek?

Israël doet schuldbelijdenis: ‘Wij hebben gezondigd, omdat wij tegen den HEERE en tegen Mozes gesproken hebben.’ En ze vragen aan Mozes om voor hen te bidden tot God. Is er nog een geneesmiddel? Gode zij dank, het is er! De Heere Zelf draagt er zorg voor! Mozes moet een vurige slang maken en die slang vervolgens stellen op een lange stang. ‘En het zal geschieden, dat al wie gebeten is, als hij de slang aanziet, zo zal hij leven.’ Geloof maar, dat Mozes zich gehaast heeft. De liefde voor het stervende volk spoort hem aan. Als hij klaar is, bevestigt hij de slang op een stang. De banier wordt hoog opgericht. Zie, daar schittert het koper van de slang in de stralen van de zon! Onderwijl gaan de boden uit met het Evangelie: Er is redding! Al wie de koperen slang aanziet, zal leven!

Eigenlijk was het een vreselijk beeld. Want waren er nog geen slangen genoeg, dat Mozes er nog één bij moest maken? Ook een ergerniswekkend beeld: Moest het volk nu naar die dode slang kijken voor genezing? Weet u wat hieruit spreekt? … De ergernis van het Kruisevangelie. God heeft de zonde van de Zijnen gestraft aan Zijn eigen Zoon. Dat was een afschuwelijk beeld. ‘Als wij Hem aanzagen, zo was er geen gestalte, dat wij Hem zouden begeerd hebben. Een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem.’ Toch wilde God de Vader het niet anders. ‘Want gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, alzo moet de Zoon des mensen verhoogd worden.’ Dat is het moeten van Gods welbehagen.

De koperen slang in de woestijn wijst heerlijk heen naar Christus. We maken een aantal vergelijkingen. Voor het natuurlijk verstand was het dwaasheid om door het zien op een slang genezen te worden. Zo ook als het gaat om het zien met ogen van een waar geloof op de gekruisigde Christus. Het is de dwaasheid der prediking. Ook dit valt op: het verderf van de slangen op de grond kon alleen in haar loop worden gestuit door die andere slang op de stang. De vloek kan alleen worden opgeheven door de vloek. Zo is Christus een vloek geworden, door de vervloeking die op Zijn Kerk lag, op Zich te nemen. En zo heeft Hij door Zijn dood de oude slang, de satan, de kop vermorzeld en gedood. Nog één ding: de koperen slang moest worden opgehangen. Zo heeft Christus gehangen aan het hout, zichtbaar voor een ieder. En zo moet Hij nog steeds in de verkondiging van het Evangelie worden opgeheven en voorgesteld als het enige middel tot behoud van de zondaar met behoud van Gods deugden. Zie op Hem, Die van Godswege gesteld is tot genezing van de slangenbeten!
Kijk, daar ligt iemand. Hij zegt: Dat gaat mij veel te gemakkelijk. Beter worden door naar die slang te kijken? Een ander denkt: Bij mij is het gif al te veel doorgewerkt. Voor mij is het te laat. Weer een ander geeft te kennen: Als ik mij wat beter voel, zal ik kijken. Ik ben nu te ziek. Is er dan niemand, die in het geloof krijgt op te zien? Jawel! Het is Gods Geest, Die zondaren ogen geeft om hun dodelijke kwaal te zien. Maar Hij geeft ook ogen – ogen van een waar geloof – om in het dodelijkst tijdsgewricht te zien op de verhoogde koperen Slang, Christus Jezus. Gij heft mijn hoofd omhoog. En weet u wat allen, die in beginsel werden genezen, krijgen te belijden: Ik wist niet dat zalig worden zo Goddelijk eenvoudig was. Is dat ook de ervaring van uw ziel geworden? Zalig wie het oprechte geloof als gave van God ontving in zijn ziel, en die door dit geloof mocht zien op Hem. Want dit is nu een eigenschap van het ware geloof. Of het nu zwak is of sterk, het krijgt te zien op de Christus Gods. Steeds weer en steeds meer, door des Heeren Geest.
‘En het zal geschieden, dat al wie gebeten is, als hij de slang aanziet, zo zal hij leven.’ ‘Al wie.’ Dat betekent dat niemand op voorhand wordt uitgesloten. Al was u honderdmaal gebeten. Al was u niet door één, maar door duizend slangen gebeten. ‘Al wie!’ En daarom, doodzieke zondaar … smeek nog heden om geopende ogen: Heere, geef ogen des geloofs en doe mij afziende van alles in mijzelf en om mij heen, door de kracht van Uw Geest zien op Hem alleen. Onbekeerde lezer, ongeredde lezeres, de nood is hoog! Het middel zeer nabij! Daarom: ‘Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo grote zaligheid geen acht nemen?’

Hij heelt gebrokenen van harte,
En Hij verbindt z’ in hunne smarte,
Die, in hun zonden en ellenden,
Tot Hem zich ter genezing wenden.
(Ps. 147:2)

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 2009

Kerkblad | 12 Pagina's

De koperen slang!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 2009

Kerkblad | 12 Pagina's