Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opbouw Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid (deel 2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opbouw Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid (deel 2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De volgorde
Een derde opmerking betreft de volgorde van de drie stukken. De vraag kan naar boven komen of deze volgorde iets willekeurigs heeft. Kunnen de stukken in omgekeerde volgorde worden geplaatst? Sommige uitleggers van de Catechismus verdedigen de gedachte dat we niets moeten zoeken achter de volgorde die de opstellers hebben gehanteerd. De volgorde zou logisch zijn, maar niet chronologisch. Deze mening doet geen recht aan de gereformeerde theologie. Heel bewust heeft men deze volgorde van de drie stukken gehanteerd. Deze volgorde komen we steeds tegen, bijvoorbeeld ook in het doopformulier. Deze volgorde gaat terug op de fundamentele orde van Wet en Evangelie, schepping en verlossing. Het is een theologische orde. Deze orde kan niet worden omgekeerd. We horen erin dat God de wereld goed heeft geschapen. Na onze zonde is God bezig om Zijn schepsel en Zijn schepping te verlossen. Het Evangelie van de verlossing is er om recht te doen aan Gods geschonden wet. Het Evangelie is er om de wet en niet omgekeerd.

Daarmee is het probleem nog niet tot het uiterste gesteld. De vraag blijft nog liggen of deze heilshistorische grondverhoudingen moeten leiden tot de heilsordelijke volgorde van ellende, verlossing en dankbaarheid. Hier raken we aan de beleving van het heil. Kan het niet zo zijn dat we eerst de verlossing beleven en vervolgens de ellende? Kan het geestelijke leven beginnen met het stuk van de dankbaarheid om daarna pas te ontdekken uit welke nood men verlost is? Zegt de Catechismus iets over deze problematiek of valt dit buiten het bestek van de Catechismus? We moeten de Catechismus niet overvragen. We kunnen de Catechismus niet lezen zoals we De christenreis van Bunyan lezen. De bedoeling van de Catechismus is niet om een bekeringsweg aan te geven, alsof de vragen uit het stuk der ellende op volgorde aan de orde komen in de ziel van een mens als hij wordt getrokken uit de macht van de duisternis. Zo zijn ook de vragen in het stuk van de verlossing niet bedoeld, alsof de Heere ons eerst laat zien dat Hij onze Vader is en we daarna Christus leren kennen, en pas heel veel later de diepe geestelijke strekking van de geboden. De bedoeling van de Catechismus is niet om te beschrijven hoe God Zijn werk in het hart van een zondaar begint. Het gaat er in de Catechismus echter wel om het karakter van het ware geloof te duiden. Het ware geloof functioneert altijd op het snijvlak van Wet en Evangelie. Het geloof in Christus als Verlosser en Zaligmaker kan nooit bestaan zonder de geestelijke kennis van mijn zonden en ellende. Het geloof neemt Christus aan als Zaligmaker van de zonden. Hier geldt: ‘Die gezond zijn, hebben de medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn’ (Matth. 9:12). Dit moet niet voorwaardelijk worden verstaan. Thomas Boston heeft in dit verband de fijnzinnige opmerking gemaakt dat zondekennis en berouw nodig zijn voor het geloof in Christus, maar dat zij geen voorwaarde zijn.

Er behoeft geen misverstand over te bestaan dat Zacharias Ursinus zich geen geloof kon voorstellen zonder zondekennis. In het Schatboek merkt Ursinus in zijn uitleg van de tweede vraag op: ‘En daaruit blijkt dus, dat de kennis van de ellende als een middel en oorzaak dienen moet, om naar de verlossing te staan, zonder welke men geen troost krijgen kan. (…) De mensen zijn geen geschikte hoorders van het evangelie, tenzij ze hun zonde en ellende recht kennen. Want door de verkondiging van de wet – waaruit de ellende gekend wordt – moet de verkondiging van het evangelie worden voorbereid. (…) Daarom is het nodig, dat men bij de verkondiging van de wet begint zoals de apostelen en profeten daarin zijn voorgegaan, ten einde de mensen hun waan van eigengerechtigheid te ontnemen en op de bekering voor te bereiden. Want als dit niet gebeurt, worden we door de verkondiging van de genade zorgelozer en hardnekkiger, en dan worden parels voor de zwijnen geworpen.’ In zijn Grote Catechismus stelt hij de 149e vraag: ‘Waarom wordt de wet voor het evangelie gepreekt tot degenen die nog niet bekeerd zijn?’ Het antwoord daarop luidt dan: ‘Zo dat zij verschrikt door de kennis van zonde en van Gods toorn worden opgewekt om verlossing te zoeken. En zo dat zij worden voorbereid om het evangelie te horen en tot God te worden bekeerd.’ Ik denk aan het beeld dat een van de Erskines gebruikt. Hij gebruikt het beeld van een naald en een draad. De naald van de wet gaat vooraf aan de draad van het Evangelie. Dit beeld maakt duidelijk dat Wet en Evangelie niet van elkaar kunnen worden losgemaakt. De naald en de draad zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Tegelijk maakt dit beeld duidelijk dat de ook de heilsordelijke volgorde van Wet en Evangelie niet omkeerbaar is.

De plaats van de wet
Ten vierde mag er in het kader van de drie stukken aparte aandacht zijn voor het derde stuk van de Catechismus. Het is opvallend dat in dit stuk de wet opnieuw aan de orde komt. Eigenlijk moeten we het nog sterker zeggen. Pas in het derde stuk wordt de inhoud van de wet werkelijk uitgewerkt. Soms is gedacht dat de plaatsing van de wet in het derde stuk bij uitstek gereformeerd of calvinistisch zou zijn. Historisch onderzoek heeft hier een ander licht op geworpen. Ook dit element is bij Melanchthon voluit aanwezig. In zijn Loci Communes heeft deze vriend van Luther vertolkt dat we uit het besef van dankbaarheid God dienen. De derde functie van de wet komt dus niet bij Calvijn vandaan, maar bij Melanch-thon. Hij heeft dit derde gebruik van de wet ook een eigen kleur gegeven. De Wittenberger heeft het derde gebruik van de wet niet beperkt tot de regel van de nieuwe gehoorzaamheid, maar hij onderscheidde hier twee aspecten. Deze invloed heeft doorgewerkt in vraag 115. Hier wordt – in het stuk van de dankbaarheid – de kwestie aan de orde gesteld waarom de wet van God zo ernstig wordt gepreekt. Het antwoord luidt dan niet dat de wet een regel voor de dankbaarheid is, maar dat op deze wijze het bederf in het hart van de gelovige wordt opengelegd. Dit gaat rechtstreeks terug op de editie uit 1543 van Melanchthons Loci. Dit aspect treffen we niet zo uitdrukkelijk aan in Calvijns derde gebruik van de wet. Calvijn kent voor de ongelovigen de ontdekkende functie van de wet en voor de gelovigen de wet als een aansporing om de vernieuwing te zoeken. Het aspect dat de gelovige door de prediking van de wet uitziet naar de vernieuwing van zijn hart en leven, is typisch Calvijns. Op deze manier komt het bij Melanchthon niet voor. Het aspect van diepere zondekennis bij de gelovigen is een specifiek Melanchthoniaans element in de Heidelbergse Catechismus. Overigens is de scheiding met Luther hier niet duidelijk aan te geven. Ook Luther benadrukt de blijvende ontdekkende functie van de wet. Omdat Ursinus een leerling is geweest van Melanchthon lijkt het aannemelijk dat dit aspect via Melanchthon in de Heidelbergse Catechismus is verwerkt. We komen het – in omgekeerde volgorde – tegen in Ursinus’ Grote Catechismus als hij in de 150e vraag de problematiek op tafel legt dat de wet verkondigd wordt aan de bekeerden, nadat zij het Evangelie hebben ontvangen. Als eerste reden wijst hij erop dat de gelovigen zo verstaan hoe God wil dat Hij door de verbondspartners gediend zal worden. Als tweede acht hij het nodig dat zij daardoor zien hoe ver ze van de volmaakte vervulling van Gods wet af zijn, zodat ze in ootmoedigheid leven en naar het hemelse leven uitzien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Opbouw Catechismus: ellende, verlossing en dankbaarheid (deel 2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 januari 2010

Kerkblad | 12 Pagina's