Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrucht van de Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrucht van de Geest

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die dan zijn woord gaarne aannamen.
Handelingen 2:41a

Deze woorden verwijzen naar de prediking van de apostel Petrus op de dag van Pinksteren. Ze spreken van de vrucht die er gevonden werd in de harten van de duizenden hoorders. Deze tekst onderwijst ons eveneens in het ene nodige, namelijk dat het zaad van het Woord Gods een zaad der wedergeboorte wordt in ons hart. Het gepredikte Woord moet door de toepassende kracht van de Heilige Geest wortel schieten in de diepte van het hart en opwaarts gewenste vruchten voortbrengen van bekering en geloof. Er is sprake van een onderscheiden uitwerking overal waar het Woord gepredikt wordt. Het is een reuke des levens ten leven of een reuke des doods ten dode. Daar is de uitwendige roeping die tot iedere hoorder komt. Deze roep rust op het bevel van God en maakt bekend de Waarheid van het Woord. Alle verontschuldiging wordt de hoorder ontnomen krachtens deze roeping. Immers, als zelfs de heidenen geen verontschuldiging hebben (zie Rom. 1:20) wegens de prediking vanuit de werken der schepping om hen en het getuigenis van het geweten in hen, hoeveel temeer wij, die onder de bazuinstoot van het Woord, de boodschap van Wet en Evangelie mogen verkeren?

God werkt onder de bediening van het Woord, de uitwendige roeping, door de kracht van Zijn Geest naar Zijn welbehagen de inwendige roeping. Dan leert u als arme, verslagen zondaar door de stem en de eis van Gods heilige wet, niettemin te komen op grond van de boodschap van vrije genade in het Evangelie. Onder de prediking van de apostel Petrus hebben vele hoorders verkeerd. Er zijn er meer geweest dan degenen die zijn woord hebben aangenomen. Er staat immers in de tekst: ‘Die dan zijn woord gaarne aannamen.’ Dit betekent dus dat er ook zijn geweest die dezelfde boodschap gehoord hebben en deze niet hebben aanvaard. Hoe begrijpelijk is dit, want het was bepaald geen vleiend woord dat de apostel gesproken heeft. Het was een scherp ontdekkende en veroordelende prediking die hij heeft uitgesproken. De apostel heeft de schare duidelijk gemaakt aan de hand van allerlei citaten uit het Oude Testament dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, Die gekomen was om te zoeken en zalig te maken dat verloren was. Echter, zij hadden Hem, de Heere der heerlijkheid, gekruisigd! Hoe diep werd door deze woorden hun schuld ontdekt en hun vijandschap tegen God en Zijn genade getekend. Neen, het was geen opbouwende en aangename prediking, maar een diepgravende, ontdekkende en aanklagende bediening. Des te wonderlijker, en dit is het werk van de Heilige Geest, dat zij onder deze Woordbediening schuldenaar werden en met een verbroken hart en verbrijzeld gemoed tot de vraag kwamen: ‘Wat moeten wij doen, mannenbroeders?’

Zij werden door de levendmakende en onweerstaanbare kracht van de Heilige Geest ingewonnen en overwonnen en bogen als arm zondaar voor de Majesteit Gods. Hun was ook gepredikt de vergeving van zonden door de bloedstorting van Christus. De weg tot behoud was hun in de prediking aangewezen en ontsloten. Zij hebben gehoord van de mogelijkheid om zalig te worden. Het eerste adres van de Woordbediening was immers de inwoners van Jeruzalem, zie Lukas 24 vers 47. Ze werden, ondanks hun zonden en vijandschap, welmenend geroepen door de bazuinstoot van het Evangelie van vrije genade. Zo kwamen zij tot de genade van het ware geloof die in de tekst omschreven wordt als ‘het woord gaarne aannemen’.

Wat betekent dit eigenlijk: het Evangelie des kruises, de Jood een ergernis en de Griek een dwaasheid, gaarne aan te nemen? Dan hebben wij geen verontschuldiging of tegenwerping meer overgehouden. Dan mag er vrijmoedigheid zijn, gewerkt door de kracht van de Heilige Geest, om te komen zoals wij zijn en de leer van vrije genade met ons hart te omhelzen. Dan is er geen sprake van een aannemen zoals het zaad dat valt op de steenrots. Immers, dit is een aannemen zonder wortel, zonder enige diepgang en zonder volharding. Het ware aannemen is ook zeer onderscheiden van dat van koning Herodes en koning Agrippa. Zij hoorden het Woord gaarne, maar zij namen het nimmer met het hart aan.

Aannemen kan alleen plaatsvinden na de aanbieding. De aanbieding vindt plaats in de weg van de verkondiging. Dit wordt helder en klaar op grond van de Schrift beleden in de Dordtse Leerregels, zie hoofdstuk 3 en 4, de artikelen 8, 9 en 10. Op een Bijbelse en evenwichtige wijze en in de juiste volgorde wordt daar gesproken over de verkondiging en haar gevolgen. Onder de prediking van Wet en Evangelie wordt elke hoorder alle verontschuldiging ontnomen en trekt de Heilige Geest uit de duisternis tot het wonderbare licht op grond van het Offer van de Zoon naar het welbehagen van de Vader. Zo ontvangt de hoorder onder de aanbieding oren om het woord van Gods genade te horen, ogen om de weg der zaligheid te zien, voeten om tot de voorgestelde Hoop uit te gaan en handen om de Zone Gods aan te nemen en een hart om op Hem te betrouwen. Gaarne aannemen houdt dan in: Door een verlicht verstand Zijn Woord voor waarachtig houden; met een overgegeven genegenheid van het hart op Hem te betrouwen; te haten de ongerechtigheid, te verlaten de eigengerechtigheid en de toevlucht te nemen tot de gerechtigheid Gods in Christus. Dan leeft het in de ziel evenals bij Hizkia: ‘Nu is het in mijn hart om een verbond te maken met de HEERE, de God Israëls.’

Kent u dit aannemen? De drieduizend mensen hebben het verwerpen gekend. Ongetwijfeld zijn er onder hen geweest die pas geleden nog geroepen hebben: ‘Kruis Hem.’ Door Gods genade kenden zij nu ook het aannemen van Hem. Hoe groot als wij door Gods genade het ‘gaarne aannemen van Hem en Zijn Woord’ leren kennen. En het veroordelende woord van Zijn wet leren aanvaarden, omhelzen en leren belijden: ‘Uw doen is rein; Uw vonnis gans rechtvaardig’, maar ook door het geklank van het gepredikte Evangelie de toevlucht leren nemen als zondaar tot de gekruisigde Christus. Immers, die Zijn getuigenis aangenomen heeft, die heeft verzegeld dat God waarachtig is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

De vrucht van de Geest

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 mei 2010

Kerkblad | 12 Pagina's