Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods beide handen bij Irenaeus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods beide handen bij Irenaeus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige keer stonden we stil bij de belangrijke uitdrukking van Irenaeus dat Gods Zoon en Gods Geest Gods beide handen zijn. We zagen welke betekenis dit heeft voor de werkzaamheid van de Geest in de schepping. Deze uitdrukking zou ons ook tot bezinning kunnen brengen op de werkzaamheid van de Zoon in de schepping. In deze weken na Pinksteren ligt het meer voor de hand om over een ander aspect na te denken, namelijk de verbondenheid van de Zoon en de Geest met elkaar. We kunnen niet over de Zoon spreken zonder over de Geest te spreken en we kunnen niet over de Geest spreken zonder over de Zoon te spreken.

De Geest draagt Christus
De Geest was werkzaam in de ontvangenis van Jezus. De kracht van de Heilige Geest kwam over Maria (Luk. 1:35). De Geest daalde in de gedaante van een duif neer op de Heere Jezus bij Zijn doop in de Jordaan (Matth. 3:16-17). Vervolgens werd Hij door de Geest geleid in de woestijn om verzocht te worden door de duivel (Matth. 4:1). Blijkbaar betekent de leiding van de Geest niet dat we niets met de duivel te maken hebben. Opvallend genoeg lezen we in de Schrift ook dat Christus Zichzelf opgeofferd heeft door de Geest (Hebr. 9:14). Tenslotte lezen we ook dat Christus opgewekt is door de Heilige Geest (Rom. 8:11). Als we al deze gegevens op ons laten inwerken, zien we dat het werk van Christus ook het werk van de Geest was. Tegelijk beseffen we dat de Vader Zijn Zoon niet heeft gespaard. De drie-enige God was werkzaam in het verlossingswerk van de Zoon.

Christus draagt de Geest
Na Pinksteren lijkt het om te keren. De Geest draagt niet langer de Zoon en Zijn werk, maar de Zoon zendt de Geest uit (Hand. 2:33). Hij werkt als de Geest van de Zoon. Dat is een belangrijk aspect. Als de Geest ons onze verdoemelijkheid laat zien, is dat niet om ons te verdoemen, maar om ons te behouden. Hij werkt als de Geest van de grote Redder als Hij ons onze verlorenheid uitschildert. In de Heidelbergse Catechismus klinkt dat op een fijnzinnige wijze door als er wordt gevraagd naar de eis van Gods heilige wet. Het antwoord luidt dan dat Christus ons de wet leert. We zouden erbij mogen zeggen: door de Heilige Geest. Christus leert ons door Zijn Geest de wet, om het oog te richten op Zichzelf als de grote Vervuller van de wet. Het behoort tot de diepste structuren van de Schrift en het geestelijke leven dat de Geest ons leidt tot Christus. Het liefste werk van de Geest is de verheerlijking van Christus (Joh. 16:14). Hij vraagt geen aandacht voor Zichzelf, maar Hij schildert Christus in harten van zondaren. Opdat alles aan Hem voor ons gans begeerlijk zou zijn. Zo leren we nergens anders in te roemen dan in de Gekruisigde. Zo wordt Zijn hemelse werk voor ons kostbaar: Hij leeft om altijd voor ons te bidden (Hebr. 7:25), ook als wij zo biddeloos zijn en niet weten te bidden gelijk het behoort.

De Geest als Persoon
Zit er geen nadeel aan de gedachte dat de Zoon en de Geest de beide handen van God zijn? Jazeker, er kan door deze uitdrukking een gevaar dreigen dat de Zoon en de Geest ondergeschikt worden gemaakt aan de Vader. Spreken over de Zoon en de Geest als Gods handen kan een onpersoonlijke indruk van de Geest wekken. Daarvoor is in de Schrift geen grond. De Heilige Geest is een Persoon. Hij wordt samen met de Zoon aangebeden en verheerlijkt (geloofsbelijdenis van Nicea). Het luistert nauw in de persoonlijke omgang met de Heilige Geest. We kunnen Hem bedroeven (Ef. 4:30). In de bede van de avondzang bidden we ook tot de persoon van de Heilige Geest: ‘O, Geest, zend Uw troost ons neer.’ Heel rijk klinkt het in de apostolische zegen door, dat we gemeenschap hebben met de Heilige Geest (2 Kor. 13:13). Wel mogen we zeggen dat de Vader een bepaalde prioriteit heeft in God. We bidden tot de hemelse Vader, in de Naam van de Zoon, in de kracht van de Heilige Geest. Er is God boven ons, God met ons en God in ons. Zo wordt de drie-enige God in de kleinste binnenkamer een levende werkelijkheid. Dit bedoelt onze Nederlandse Geloofsbelijdenis als we belijden dat we de werkingen van de drie Personen in ons gevoelen (art. 9). Hoe wonderlijk is God. Hoe werkelijk is Hij in de kracht van de Heilige Geest! Drie-enige God, U zij al de eer!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2010

Kerkblad | 12 Pagina's

Gods beide handen bij Irenaeus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 2010

Kerkblad | 12 Pagina's