Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jongerenpagina

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jongerenpagina

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Struikelen en vallen
Eeuwen geleden liep een arbeider in Engeland, op weg naar het land, dagelijks langs een klooster. In zijn hart is hij jaloers op de kloosterlingen. Zo graag zou hij net als zij iedere dag in nauwe omgang met de Heere leven. Op een dag spreekt hij een kloosterling aan en vraagt hoe het is om dagelijks de Heere te dienen. De kloosterbroeder antwoordt: ‘We fall down and get up …’ Teleurgesteld vervolgt de arbeider zijn weg. Zelfs in de stilte van het klooster betekent het leven met de Heere ‘vallen en opstaan’. Herken je dat ‘vallen’ in jouw leven, ook na ontvangen genade? Ondanks mijn goede bedoelingen, mijn goede voornemens, blijft het struikelen en vallen in zonde. Zonde is als een strik. Je denkt dat het geen kwaad kan, maar voor je het weet zit je verstrikt. Vastgeraakt. Geen weg terug. En voor de Heere weet je: Het zit niet goed met mij. Je bidden verstilt. Bijbellezen wordt vorm. In je hart weet je dat je die ene zonde los moet laten. Maar tegelijk wil je dat niet, omdat juist die ene zonde je zo dierbaar is. Wat nu? ‘Wie zijn zonde belijdt en laat, die zal barmhartigheid geschieden.’ Dus eerlijk op de knieën voor de Heere: ‘Ontferm U mijner om Jezus’ wil alleen.’ Heb je tegen iemand gezondigd? Belijd het dan ook eerlijk aan die persoon. En vervolgens? Radicaal breken. ‘De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE’ (Jes. 55:7).

Steven Middelkoop (jeugdwerkadviseur)

Bijbelstudie
‘Maar God Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus.’
Efeze 2:4-5a

Paulus herinnert de gemeente van Efeze aan hun ‘eertijds’. Daarmee denkt Paulus aan die tijd dat ze nog de afgoden dienden en zonder God leefden. Zoveel positiefs is er daarom niet te zeggen over dat zogenaamde ‘eertijds’. Integendeel! Paulus leert ze dat ze toen dood waren door de misdaden en de zonden. Erger kan niet! De Bijbel leert ons dan ook dat een mens buiten Gods gemeenschap dood is … Geestelijk gezien zijn we dood en lichamelijk gaan we dood en als we niet wedergeboren worden, wacht ons de eeuwige dood. Ontzettend! Calvijn schrijft dat wij dood geboren worden en dat wij dood leven. Naar God toe is er geen enkele beweging meer in te krijgen.

Maar dan lezen wij het woordje: ‘Maar!’ ‘Maar God ...’ Ging het eerst over ons mensen, nu wordt er gezegd Wie God is. ‘Maar God Die rijk is in barmhartigheid.’ God is rijk! We zingen dan ook met Psalm 24: ‘Al d’ aard en alles wat zij geeft, met al wat zich beweegt en leeft, zijn ’t wettig eigendom des HEEREN.’ En kijk op een mooie zomeravond ook eens omhoog naar de sterren: God heeft ze geschapen en daarmee is God ook de Eigenaar van elke ster aan de hemel en van elke bloem op het veld. God is rijk! Maar God is ook op een andere manier nog rijk. Hij is namelijk rijk in barmhartigheid. Je mag ook zeggen: God is overvloedig in barmhartigheid.

En die barmhartigheid van God wordt zichtbaar in de grote liefde waarmee Hij ons liefgehad heeft. Maar wanneer heeft God ons dan liefgehad? Toen wij al een beetje bekeerd waren? Toen wij ernstig geworden waren? Nee, God heeft ons liefgehad, ook toen wij dood waren door de misdaden. God is de Eerste en daarom schrijft Johannes ook: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft …’ Maar nu gaat het er wel om dat je die grote liefde van God ook erkent. Wat wordt het wonder dan groot in je leven. God zag om naar een arme verloren zondaar. Het is Gods grote liefde, het is Gods rijke barmhartigheid, kortom, het is Gods genade alleen!

Jouw vraag
‘Waarom is het zo donker in mijn leven? En waarom moest mij van alles overkomen? Anderen leven zo onbezorgd en voor mij is iedere dag een kwelling. En ik heb het gevoel dat God niet meer hoort.’

Ik ken jouw levensverhaal niet goed genoeg. Ik weet dus ook niet wat jou overkomen is. Als jij als kind dingen meegemaakt hebt die niet bij een kind horen, dan moet je daarover praten. Ik wil je dan met klem aanraden om te praten. Praat eerst met je ouders en als dat niet kan met een vertrouwenspersoon op school, de dominee, een ouderling of je huisarts. Blijf er niet alleen mee rondlopen! Er zijn mensen die jou willen helpen. Je kijkt naar anderen en je denkt dat anderen geen verdriet kennen. Hoe vaak en snel kunnen wij ons echter vergissen. Mensen verwerken verdriet vaak ook heel verschillend. Sommigen laten veel tranen en zijn het verdriet toch weer gauw te boven, anderen lijken veel minder emotioneel maar zijn uiteindelijk veel langer verdrietig. Christen zijn is geen garantie dat we niet te maken zouden krijgen met verdriet in ons leven. Het is juist zo dat een christen soms veel meer moet doorstaan dan een niet-christen. Ook Asaf worstelt daarmee in Psalm 73 als hij ziet dat het de goddelozen goed lijkt te gaan, terwijl hij iedere dag te maken heeft met moeite en zorg. Maar dit duurde totdat hij op hun levenseinde merkte. Ze kwamen om, terwijl hij straks voor eeuwig bij God mag zijn. En Asaf roept dan ook uit: ‘Wien heb ik nevens U in de hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde.’ Je schrijft dat je voelt dat God niet meer hoort. Vooral dan moet je niet stoppen met bidden! Want je gevoel kan dit wel zeggen, maar God zegt in Zijn Woord: ‘En roep Mij aan in de dag der benauwdheid en Ik zal er u uithelpen en gij zult Mij eren’ (Ps. 50:15). Iemand heeft eens tegen mij gezegd dat ik het telefoonnummer van God maar moest draaien. Hij noemde het nummer 5015 en bedoelde dus Psalm 50:15. Zoek hulp en weet dat God je hoort, want de Heere wil ook door dit antwoord jou en misschien ook anderen de weg wijzen …

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Jongerenpagina

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 2011

Kerkblad | 16 Pagina's