Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jongerenpagina

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jongerenpagina

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volksgevaar
Rare taferelen in de supermarkten. De afgelopen maand lieten we komkommers, tomaten en sla opeens massaal links liggen. Niet vanwege alle gif van bestrijdingsmiddelen, maar door iets wat er heel waarschijnlijk niet op zit: een bacterie, die de bijzondere naam EHEC draagt. Een soort van volksangst, aangejaagd door de media, verspreidde zich veel sneller dan de bacterie. De gevolgen zijn natuurlijk ook niet gering: meerdere dodelijke slachtoffers en duizenden mensen die ziek werden. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat de reactie in de samenleving behoorlijk extreem was. Een paniekerige angst beheerste als een hype de gesprekken van de dag. We zijn het inmiddels al wat gewend na de Mexicaanse griep van 2009. Deze angst is enerzijds te begrijpen, want je zou maar een slachtoffer van zo’n dodelijke bacterie zijn. Aan de andere kant kun je je afvragen waarom zo’n bacterie ons toch zoveel angst aanjaagt. Er zijn immers veel grotere en ernstigere gevaren. Angst is echter een vreemd ding. Waarom is iemand bang voor een spin of juist een muis? Zo moet ik eerlijk bekennen dat ik ook gewoon echt bang ben voor de tandarts. En zeg eens eerlijk: Wie is er nooit eens angstig? Zo’n bacterie maakt ons mensen onrustig. Het onbekende, het ongrijpbare, veelal oncontroleerbare … dat is het vooral! Wij, moderne mensen met al ons kunnen en kennen, weten daar geen raad mee. Geeft het daarom ook geen breuk aan in het vertrouwen op een almachtige en alomtegenwoordige God in de hemel? Het is een veel groter volksgevaar dat het geloof in de Schepper en Zijn Woord veelal verdwenen is. En het gevaar dat onze zonde tegen de Heere niet meer gezien wordt als een dodelijk gevaar. Die besmetting heeft fatale gevolgen. Wat bijzonder dat er voor dat dodelijk gevaar nog Hulp mogelijk is!

Gerbrand de Jong

Bijbelstudie
‘En anderen, spottende, zeiden: zij zijn vol zoeten wijn.’ Handelingen 2:13

Eli vergiste zich pijnlijk toen hij dacht dat Hanna, de vrouw van Elkana, dronken was. Op de pinksterdag was er echter geen sprake van een vergissing, maar leek er veel meer sprake van een complot, toen de apostelen beschuldigd werden van openbare dronkenschap. Want blijkbaar bleef het niet zomaar bij een losse opmerking van een voorbijganger, maar was men een lastercampagne begonnen om de toegestroomde menigte wijs te maken dat de apostelen dronkenlappen waren. Een beschuldiging die er niet om loog en die werkelijk nergens op sloeg. In de eerste plaats: zoete wijn was een product dat alleen voorhanden was vlak na de oogst, en de wijnoogst moest nog beginnen. In de tweede plaats het was nog vroeg in de morgen en de vroege morgen gebruikt een dronkaard om zijn roes uit te slapen. En in de derde plaats, een dronkaard slaat wartaal uit en is al helemaal niet verstaanbaar voor buitenlanders. Natuurlijk is het wel goed dat we niet direct ondersteboven zijn van allerlei charismatische figuren. In Brazilië kennen ze blijkbaar ‘kind-dominees’ die ook nog eens wonderen verrichten. Wees maar kritisch als het gaat om dit soort happenings. De apostel Johannes leert ons dat we de geesten moeten beproeven of zij uit God zijn. We moeten altijd alles toetsen aan het Woord en vandaar dat Petrus ook terug verwees naar de profeet Joël. De profeet had voorzegd wat men nu zag gebeuren. Ze waren niet dronken, en toch ook weer wel. Ze waren niet dronken van de wijn, maar ze waren dronken van de Geest, dronken van Gods liefde en genade. Paulus schrijft daarover in Efeze 5:18: ‘En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad is, maar wordt vervuld met de Geest.’ Dit gebeurde ook met Pinksteren, je leest ervan in vers 4: ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest.’ Wanneer dat het geval is, dan ga je met heel je hart meezingen met Psalm 45: ‘Mijn hart vervuld met heilbespiegelingen, zal ’t schoonste lied van ene Koning zingen.’

Jouw vraag
‘Ik heb het de laatste tijd geestelijk heel moeilijk. Maar als het donker is in mijn hart, is dat dan omdat God Zich verbergt, of komt dat omdat ik niet goed leef? Ik kom daar niet goed uit en weet niet waarom het zo donker is voor mij.’

Paulus waarschuwt ons in Efeze 4 vers 30 dat we de Heilige Geest kunnen bedroeven. We doen dit als we hoogmoedig zijn, of wereldgelijkvormig. Paulus noemt verschillende zaken, lees het maar eens na en leg je hart er maar naast. Want als we de Geest bedroeven, dan houdt de Geest Zijn heerlijke werkingen in en wordt het donker in ons leven. Ik denk in dit verband aan een bekend boek van John Bunyan met als titel: De Heilige Oorlog. Hij schrijft over stad Mensziel waar de Heilige Geest als de Oppersecretaris is gaan wonen, nadat Prins Immanuël de stad ingenomen heeft. Maar dan breekt er een tijd aan dat meneer ‘Vleselijke Gerustheid’ feestjes gaat organiseren. Iedereen in Mensziel heeft het zo naar de zin, maar aan Prins Immanuël denkt niemand meer. Het gevolg is dat Prins Immanuël de stad verlaat en dat de Oppersecretaris zich terugtrekt tot in het allerverste kamertje. En het gevolg daarvan is weer dat de twijfel toeslaat in stad Mensziel en Diabolos ziet zijn kans schoon om de stad te bestoken. Door eigen schuld is Mensziel in het donker terechtgekomen en daarom is het nodig dat wij ons hart onderzoeken met de bede in het hart: ‘Heere, is er een schadelijke weg, leid mij op de eeuwige weg.’ Nu kan het ook zo zijn dat God Zijn aangezicht voor ons verbergt om ons te leren wat het betekent om door het geloof te leven. Dit is het geval als in zo’n periode ons hart juist naar de Heere uitgaat en als wij leren om ook in donkere tijden op Zijn Naam te vertrouwen. Ik denk in dit verband bijvoorbeeld aan Jesaja 50 vers 10: ‘Wie is er onder ulieden, die de HEERE vreest, die naar de stem Zijns Knechts hoort? Als hij in de duisternissen wandelt, en geen licht heeft, dat hij betrouwe op den Naam des HEEREN en steune op zijn God.’ Op die manier wil de Heere ons leren wat het betekent om door het geloof te leven, niet te steunen op het gevoel maar op dat wat God gezegd heeft. Een slordig leven gaat gepaard met onverschilligheid. Als de Heere ons echter beproeft, dan zullen we Hem juist meer nodig hebben. Als dat laatste het geval is, dan roep ik je toe: ‘Hoop op de Heer’, gij vromen, is Israël in nood, er zal verlossing komen, Zijn goedheid is zeer groot.’

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Jongerenpagina

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 2011

Kerkblad | 16 Pagina's