Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jongerenpagina

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jongerenpagina

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hendrikse in je hart
Na Kuitert en Franca Treur hebben we een nieuwe strijder in het leger der atheïsten: Hendrikse. Zijn nieuwste publicatie ‘God bestaat niet en Jezus is zijn zoon’, doet veel stof opwaaien. En terecht. In dit boek rekent hij af met het geloof in de Heere Jezus als Zoon van God. Jezus van Nazareth was maar een ‘gewoon’ mens en Christus een mythologische figuur die door het christendom is bedacht. De beste man, ook nog eens een dominee, is zijn Godsvertrouwen kwijt en provoceert christelijk Nederland op alle mogelijke manieren. Belachelijk toch, geloven in de dingen die je niet kunt zien ... God als projectie van mensen. Met een schijn van wetenschap wordt hier het geloof onderuitgehaald. Gevaarlijk? Hendrikse zit dichtbij. De collega op de bouw die het geloof belachelijk maakt. Je medestudent die schampert over de schepping. Heb je een (weer)Woord? Raakt het je als je zulke laster hoort? Doet het je pijn als er zo over jouw Zaligmaker wordt gesproken? Of heb je in je hart ook al afgerekend met het geloof ...? Is het nooit jouw geloof geworden? Geloven, een stellig weten? Ja! En een vast vertrouwen! Dat gaat alle twijfel te boven. Maar wees eens eerlijk. Hendrikse zit, zeg maar, in ons eigen hart. Ongeloof en twijfel. Het kan zo klein beginnen. ‘Zou de Bijbel het nu wel echt juist hebben?’ Maar een smeulend vuurtje is ook gevaarlijk. Spreek er eerlijk met anderen over, maar breng het vooral bij de Heere. De zekerheid van het christelijk geloof ligt niet in ons verstand of onze ervaring. Het ligt verankerd in Het Woord, in Jezus Christus! Klem jij je daaraan vast?

Gerbrand de Jong, jeugdwerkadviseur

Bijbelstudie
‘Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.’ Éfeze 6:11

Een soldaat van Koning Jezus heeft zijn kleed opgebonden, het harnas van de gerechtigheid omgedaan en de soldatenschoenen met de bereidheid van het Evangelie aangetrokken. Maar nu valt mij op dat Paulus met grote nadruk eraan toevoegt: ‘Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, waarop gij al de vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen.’ Nu wordt er dus wel even bij gezegd dat het schild vooral niet vergeten moet worden. Vergeet het niet! Want zonder dit schild blijf je nergens en zul je omkomen in de hitte van de strijd. De vijand doopt zijn pijlen namelijk in pek, steekt ze in brand en vuurt ze onophoudelijk af. Was het niet de Heere Jezus Zelf die Zijn discipel Petrus gewaarschuwd heeft: ‘Simon, Simon, de satan heeft geprobeerd om u te ziften gelijk de tarwe.’ Satan gaat rond als een briesende leeuw en heeft vooral zijn pijlen gericht op hen die Christus volgen. En hij weet exact op welke manier hij jou moet raken. Hij weet wel waar hij het lontje bij moet houden om een onheilig vuur in je hart te laten ontbranden. En om daartegen gewapend te zijn moet je een schild hebben. Want je kunt de gordel der waarheid dragen, het borstwapen der gerechtigheid en de soldatenschoenen die nodig zijn, maar zonder het schild ben je nog steeds in groot gevaar. Het schild van het geloof is onmisbaar voor een heilssoldaat, want de rechtvaardige zal uit zijn geloof leven. Denk hierbij maar aan een groot schild zoals de Romeinen het kenden, een schild van 120 cm lang en 75 cm breed. Je kon je daar helemaal achter verschuilen. Dat moet een heilssoldaat namelijk leren: schuilen bij Christus! Want dat is de enige manier om veilig te zijn in het midden van de strijd. Bij Christus schuilen is de beste manier van strijden. Zo leer je met Psalm 84: ‘Want God, de HEER’, zo goed zo mild, is ’t allen tijd een zon en schild.’ Als een vreemde meneer een gezin binnenstapt, dan verstopt een peuter zich snel achter moeders rok, daar zal het kind veilig zijn. Zo ook een christen. ‘Maar trouwe God, Gij zijt het Schild dat mij bevrijdt.’ Rust niet voordat je ook mag weten dat Christus jouw Schild is en dat je door het geloof achter dat Schild ook mag schuilen.

Jouw vraag
‘Mag je God je Vriend noemen?’

Hoe mogen wij God aanspreken? Van Nehemia lezen we hoe hij in gebed gaat: ‘Och, HEERE, God des hemels, Gij, grote en vreselijke God!’ Met ontzag en eerbied denkt hij blijkbaar aan God Die groot, ontzagwekkend en heerlijk is. Ander voorbeeld. Als de profeet Daniël in gebed gaat, dan horen we hem zeggen: ‘Och Heere! Gij grote en verschrikkelijke God, Die het verbond en de weldadigheid houdt dien, die Hem liefhebben en Zijn geboden houden.’ Ook bij Daniël proeven wij ontzag en eerbied voor God. God is zó groot en volkomen heilig, wie zal voor Hem bestaan? Als Abraham tot God nadert, dan horen we hem zeggen: ‘Zie toch; ik heb mij onderwonden te spreken tot de Heere, hoewel ik stof en as ben!’ Met andere woorden: Ik heb het aangedurfd om tot God te spreken, terwijl ik niet meer dan een stofje ben. En dit, terwijl er toch van Abraham geschreven staat dat hij een vriend van God genoemd werd. We zien dus wel dat de Heere soms met een mens omging, zoals een vriend met zijn vriend omging, denk bijvoorbeeld ook aan Mozes (vgl. Ex. 33:11!). Maar dit had nooit tot gevolg dat die persoon ook God zijn Vriend ging noemen. Wij mogen God niet onze Vriend noemen, omdat we daarmee een verkeerde intimiteit oproepen. Echte vrienden moeten op basis van gelijkheid met elkaar om kunnen gaan. Dit kan nooit ten opzichte van God het geval zijn! Daarom heb ik ook moeite met liedjes waarin God al te gemakkelijk je Vriend genoemd wordt. Het besef ontbreekt maar al te vaak dat God de zonde haat en dat wij van nature geen liefhebber van God zijn, maar een hater van God en onze naaste. Wel is het heerlijk dat de Heere Jezus Zijn volgelingen leert om God hun Vader te noemen. Als de Heere Jezus Zelf in gebed gaat, horen wij Hem tegen Zijn Vader zeggen: ‘En Ik kom tot U, heilige Vader.’ En in het ‘Onze Vader’ leert Christus vervolgens ook Zijn volgelingen om God hun Vader te noemen: ‘Onze Vader Die in de hemelen zijt.’ Dit kan alleen om Jezus’ wil! We lezen dan ook in Johannes 1:12: ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, die heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.’ Mag jij ook al om Christus’ wil, God je Vader noemen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

Jongerenpagina

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 2011

Kerkblad | 16 Pagina's