Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Het huisbezoek’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Het huisbezoek’

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We lezen in Job 2:13: ‘Alzo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten; en niemand sprak tot hem een woord, want zij zagen, dat de smart zeer groot was.’ De vrienden van Job zwegen zeven volle dagen. Geen woord kwam over hun lippen. Hun ogen zagen de smart en die ogen zeiden tegen de woorden dat ze maar niet moesten komen. Toen zwegen ze en het was als balsem in de gapende wonden van Job. Opmerkelijk is dat onze tekst vertelt dat de vrienden niet bij Job stonden of tegenover Job zaten maar met hem op de aarde zaten. Ze zaten op die aarde waar Job zat. Heel dichtbij. Ook de houding sprak boekdelen. Tot in hun houding bogen ze naar Job. Een verstilde mond en een verootmoedigde houding zijn de noodzakelijke ingrediënten voor de pastorale houding bij mensen die in diepe nood gedompeld zijn. Was het maar zo gebleven!

Job had een ogenblik op de toppen van het geloofsleven mogen staan. De beproefde lijder had heerlijke woorden uitgesproken. Ook toen zijn vrouw in uiterste wanhoop tegen hem zei: ‘Zegen God en sterf.’ Job mocht God God laten. Dat is het wondere geheim van het geloof. Hij kon maar geen onrecht in God vinden. Naast de toppen liggen er de dalen. Hoe hoger de top, hoe dieper het dal! Dat bleek ook uit het leven van Job. In hoofdstuk drie is Job alles kwijt. God ook! Tenminste in zijn waarneming. In Jakobus 3:10 staat: ‘Uit dezelfde mond komt voort zegening en vervloeking …’ Die geestelijke diepte moest Job ook leren. Door Gods Geest loven we de HEERE. Als de Heere Zich maar een ogenblik bedekt, komen de vervloekingen over de lippen. Dan blijkt wel in tijden van zware beproevingen dat we een rechthebbend leven omdragen. Paulus spreekt over ons vlees dat het verkocht is onder de zonde, Romeinen 7:14. Onze oude natuur buigt nooit onder God.

Elifaz opent op het huisbezoek bij Job als eerste zijn mond. Toen Job in zijn ontreddering zijn geboortedag vervloekte, zat Elifaz te popelen om iets te zeggen. Voor hem was het zonneklaar geworden dat Job een huichelaar was. Dat wilde hij dan toch maar even kwijt. Lange tijd had hij gezwegen uit respect voor Job. Job ging immers door voor een bekeerde man. Zijn zegeningen waren daar een zichtbaar bewijs van. God was met hem. Toen de noden kwamen, zweeg hij ontdaan. Elifaz begreep het niet meer. Hoe kan dat nu? God vrezen en alles tegen hebben. De goddeloze heeft alles tegen maar Gods kind toch niet. Zo redeneerde Elifaz. Zijn theologie ging bij Job ondersteboven. Of toch niet? Was Job wel echt een kind van God? Elifaz wankelde. Toen Job echter zijn geboortedag ging vervloeken, wist hij het zeker dat hij met een huichelaar te maken had. Een oprecht kind van God spreekt zo niet. Job was openbaar geworden. ‘… die ondeugd ploegen en moeite zaaien, maaien dezelve’, Job 4:8.

Wat leren we uit het optreden van Elifaz? Wij leren uit dit voorbeeld dat we ontzettend veel moeten afleren! Wij moeten in de eerste plaats afleren om in het pastoraat rechte lijntjes te trekken. Daarmee wil ik zeggen dat niemand het recht heeft om op de stoel van de Heere te gaan zitten. Wij mogen ons rationeel kloppend theologisch systeem niet over het leven van de ander neerleggen. Wat weten wij van Gods weg met onze medemens?
Wij moeten een toontje lager leren zingen en de ander in zijn waarde laten. Wij hebben niet het recht om het leven van de ander te interpreteren. Wat doen we dan eigenlijk? We stellen ons leven tot maatstaf en beoordelen vanuit onze hoge toren het leven van de ander. Wij zitten aan de goede kant want wij maken zulke moeiten en zorgen niet mee.

Jaren geleden hoorde ik het volgende verhaal. Een man kreeg met zijn vrouw een gehandicapt kind. Een goed jaar later kwam een zoon onder een vrachtauto en was op slag dood. Toen voelde een persoon uit de gemeente zich geroepen om het gezin te bezoeken. Hij sprak de vader aan en vroeg aan die godvrezende man wat hij op zijn kerfstok had. Hij meende dat hij uit die tegenslagen kon opmaken dat die man enige zonden achter de hand hield. Wie heeft u tot rechter over ons gesteld? Dat zou ik willen vragen. Elifaz zat eerst naast Job op de aarde. Toen hij het niet meer begreep verliet hij Job en stond tegenover Job. Hij rechtte zijn rug en sprak Job bestraffend aan. Hoe kwam Elifaz ertoe om zo te handelen? Elifaz wilde met alle geweld zijn theologisch paradigma vasthouden. Hij koos voor zijn steriele theologie en verliet daarmee onmiddellijk zijn rol van pastor. Laat het voor ons een les zijn. Vlucht niet naar uw goed doortimmerde theologische burchten maar blijf in stilte biddend bij de mens in nood. De Heere heeft beloofd dat, in de ure dat we het nodig hebben, we de woorden van Hem zullen ontvangen. Pastoraat aan de ‘Jobs’ in de gemeente is biddend wachten op de inspraak van de Heere. Wil niet meer zijn dan een instrument in Zijn handen. Wordt vervolgd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2011

Kerkblad | 16 Pagina's

‘Het huisbezoek’

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 2011

Kerkblad | 16 Pagina's