Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Ik ben’-woorden (2/7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Ik ben’-woorden (2/7)

Ik ben het Licht der wereld

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.’
Johannes 8:12b

Het thema licht en duisternis komen we regelmatig tegen in Gods Woord. In Johannes 8 lezen we: ‘Ik ben het licht der wereld.’ Wat heeft de Heere Jezus met deze woorden willen zeggen? Als we naar de context van dit tekstwoord kijken, dan is de tekstverklaring nog niet zo heel eenvoudig. We zouden voor de betekenis van de tekstwoorden drie cirkels kunnen trekken. Een cirkel van het Oude en Nieuwe Testament. Een cirkel binnen het Johannesevangelie. En een cirkel vanuit het teksthoofdstuk.

In Oude en Nieuwe Testament
Kijken we eerst naar de cirkel van het Oude en Nieuwe Testament. Het getuigenis dat Johannes geeft in zijn eerste brief is: ‘dat God een Licht is, en gans geen duisternis in Hem is’ (1 Joh. 1:5). De wereld is sinds de zondeval in de duisternis gekomen. Dat is een oordeel van God. De Bijbel heeft het over de mens, ‘verduisterd in het verstand’ (Ef. 4:18). De duisternis is een gevolg van de zonde. Door de zonde houden we de duisternis in stand. We hebben de duisternis liever dan het licht (Joh. 3:19). Het rijk van de duivel, als rijk van de duisternis, overschaduwt deze wereld. De vorst der duisternis heeft deze wereld met allerlei machten in haar greep (Ef. 6:12). Met de ‘Ik ben-woorden’ heeft de Heere Jezus willen duidelijk maken dat Hij de Profeet is Die komen zou. Hij zal de wereld van duisternis overwinnen. Zo wordt de Messias in Jesaja 9 aangekondigd: ‘Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen.’ De Joden waren vertrouwd met de ‘Ik ben- woorden’. Zo openbaarde de HEERE Zich bij de inleidende woorden op de wet: ‘Ik ben de HEERE, uw God.’ En nu openbaart Jezus Zich als de Zoon van God met de woorden: ‘Ik ben het licht der wereld.’

In het Johannesevangelie
Kijken we naar de cirkel van het Johannesevangelie, dan blijkt dat Johannes zowel in zijn evangelie als in zijn brieven met de woorden ‘licht’ en ‘duisternis’ zijn boodschap wil overbrengen. Hij begint daar zijn evangelie mee. ‘En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.‘ Christus is van de Vader gezonden tot een Licht in de duisternis van deze wereld. Het is kenmerkend, de wereld wordt met de duisternis vergeleken. En wat zegt Johannes verderop in hoofdstuk 3: ‘En dit is het oordeel, dat het Licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos.’ Wij moeten van Godswege getrokken worden uit de duisternis tot Gods wonderbaar Licht, om overgezet te worden in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde. Hoe doet de Heere dat? Door de wekstem van het Evangelie: ‘Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.’ Door dat woord komt de levendmakende kracht van de Heilige Geest in de ziel; worden we opgewekt tot een nieuw leven; worden dovende kinderen van God weer tot een lichtend licht. Woord en Geest schenken leven aan de ziel. Het wordt licht. God maakt het licht. Zoals God dat deed in de schepping, zo doet God dat ook in de herschepping. Het wordt licht in je ziel. Je gaat de dingen zien die je eerst niet zag. De duisternis wordt ingezien. Je gaat Christus in Zijn volkomenheid zien. Dan mag je getuigen: ‘Die mij (opnieuw) uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.’

In Johannes 8
Nu komen we tot de cirkel van het tekstverband. Bij welke gelegenheid heeft de Heere Jezus deze woorden uitgesproken? Hoofdstuk 7 vermeldt ons dat het de tijd is van het Loofhuttenfeest. Opmerkelijk is dat de Heere Jezus bij gelegenheden een toepasselijk woord sprak. Toen ze Hem volgden om het teken van het brood, sprak Hij: ‘Ik ben het Brood des levens.’ Terwijl tijdens het Loofhuttenfeest het water op het altaar en het tempelplein gesprenkeld werd, sprak Hij: ‘Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke.’ Dat was op de laatste dag van het zeven dagen durende Loofhuttenfeest. En in hoofdstuk 8, een dag na het Loofhuttenfeest, lezen we onze tekstwoorden. De kanttekeningen zeggen op grond van vers 2: ‘Het schijnt dat Christus ’s morgens zeer vroeg in de tempel gekomen zijnde, alzo de zon opging, daaruit aanleiding genomen heeft van het ware geestelijke licht te spreken.’ Maar is het ook niet aannemelijk dat de Heere Jezus deze woorden uitgesproken heeft refererend aan het Loofhuttenfeest?

Bij het Loofhuttenfeest gingen de gedachten van de Israëlieten terug naar de woestijntijd. Daaraan terugdenkend, bouwde iedereen een tentje, een overkapping van takken bij de eigen woning. Zo kon men tijdens het feest terugdenken aan de periode dat het volk in de woestijn verkeerde. En dan gingen de gedachten uit naar de wolkkolom die het volk overdag leidde en de vuurkolom die ’s nachts present was. Daarin was de HEERE bij Zijn volk en wees Hij tegelijk de weg door de woestijn. En vanwege deze wolk- en vuurkolom was tijdens het Loofhuttenfeest Jeruzalem een lichtstad. Vier reusachtige kandelaars werden ontstoken in het voorhof van de vrouwen en zorgden voor een lichtzee, om het volk eraan te herinneren dat de HEERE Zijn volk als een licht voorging en zo nabij was. En wanneer de Heere Jezus nu bij de schatkist staat, daar waar het geld voor de offers gebracht werd en waar het altijd druk was, spreekt Hij deze machtige woorden uit: ‘Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.’

Lichtbron en lichtdrager
De lampen op het Loofhuttenfeest verspreidden wel licht, maar Jezus zei: ‘Ik ben hét Licht.’ Christus is de grote Lichtbron en Lichtdrager. Allen die niet op Hem aangesloten zijn door het geloof, wandelen in de duisternis. Er staat: ‘Die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.’ Volgen is in het Johannesevangelie een synoniem voor geloven. Volgen is: alles achterlaten. Het volgen van de Heere Jezus is noodzakelijk om deel te krijgen aan de zaligheid. Volgen is onvoorwaardelijke overgave, onbeperkt vertrouwen in de Voorloper. Voor de Joden was volgen een bekend verschijnsel. Volgelingen van een rabbi luisterden naar hem en hadden hoogachting voor hun meester. Ze gehoorzaamden hem en volgden zijn onderwijs. Op deze manier moet het volgen van Jezus hier verstaan worden. De Heere roept op om zó te volgen en zo volstrekt volgeling te zijn, om het ons te laten gezeggen, door op Zijn Woord te vertrouwen. Het volgen van de Heere Jezus houdt in een volledig zich overgeven aan Hem, een zich onderwerpen aan Hem en Zijn leer. Dat is de aangewezen weg om niet meer te wandelen in de duisternis. Dat is Gods wijze om uit de duisternis getrokken te worden. Een belofte volgt: ‘zal in de duisternis niet wandelen.’ Wat absoluut. Buiten het Licht der wereld blijft alles even duister. Buiten Hem om kan geen enkele zonde gedood worden en geen gebod van God volbracht worden. Alleen door het geloofszicht op het Licht der wereld kan de zonde gedood en het licht van goede werken ontstoken worden. Alleen dán ontvangt men kracht om tegen bestrijdingen, aanvechtingen en de zonde te strijden. Wie het bij Hem zoekt en het van Hem alleen verwacht, mag erop vertrouwen dat God Zijn belofte vervult, namelijk dat we niet meer in de duisternis wandelen.

Wanneer de Heere het aan onszelf overliet, zouden we misschien wel even volgen, maar zodra het moeilijk wordt, dit volgen achterwege laten. Het volgen van de Heere Jezus is een volgen op de lange duur, een duurzaam volgen, een blijvend achter Hem aan gaan. Volgen gaat ook niet vanzelf. Dat kost strijd. Dat kost zelfverloochening. Dat is kruisdragen. ‘Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, en neme zijn kruis op, en volge Mij’ (Matth. 16:24). Veel van Gods kinderen wandelen vaak in het donker. Ze zouden lichtdrager moeten zijn, maar ze houden zichzelf uit het licht. Hoe komt dat? Omdat ze zo weinig het geheim van het volgen van de Heere Jezus beoefenen. We blijven de neiging houden om eigen wegen te gaan en eigen wil te volgen. We moeten meer op de Lichtbron aangesloten zijn. Hoe? De psalmdichter geeft raad:

Gods verborgen omgang vinden
Zielen, waar Zijn vrees in woont.
’t Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden,
Naar Zijn vreêverbond, getoond.

Dat is roeping van Gods Kerk. ‘Gij zijt het licht der wereld’ (Matth. 5:14). Wat een wonder: ‘Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts’ (Ef. 5:8). We hebben lichtdragers te zijn in deze wereld van duisternis. We hebben geen licht van onszelf en we zijn geen licht van onszelf, we zijn het alleen als we uit de Lichtbron leven. Als we zo uit Hem bediend worden, dan bent u een ontdekkend licht voor anderen. Maar dan mag je ook een vertroostend licht zijn voor anderen. Dan kunnen we zoveel voor anderen betekenen. Daarom de oproep: ‘Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken’ (Matth. 5:16).

Lezen: Johannes 8:12-29; 12:37-50

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 2012

Kerkblad | 16 Pagina's

‘Ik ben’-woorden (2/7)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 2012

Kerkblad | 16 Pagina's