Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Esther koningin

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Esther koningin

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘En de koning beminde Esther boven alle vrouwen, en zij verkreeg genade en gunst voor zijn aangezicht boven alle maagden; en hij zette de koninklijke kroon op haar hoofd en hij maakte haar koningin in de plaats van Vasthi.’
Esther 2:17

Spijt
Tussen hoofdstuk 1 en 2 ligt een periode van vier jaren. Ahasveros is verpletterend verslagen door de Grieken in de slag bij Salamis. Nu zit hij weer in zijn paleis en het schijnt dat zijn geweten gaat spreken. We lezen dat hij ‘gedacht aan Vasthi’. Hij mist haar. Blijkbaar heeft hij spijt van haar verstoting. Hij ziet nu wel dat hij onverstandig is geweest, zo door de wijn bedwelmd als hij toen was. Het was toch wel een verstandige vrouw, die hij zo nodig had. Gedane zaken nemen echter geen keer. De scherven liggen er, maar er is geen lijmen aan. Hij verwijt zichzelf wellicht zijn domheid, maar verder dan ‘jammer’ komt hij niet. Hij betreurt de verstoting uit eigenbelang.

Hoe anders is het om berouw te hebben. Dan komt een mens voor de Heere in de schuld. Berouw hebben is zichzelf te verfoeien voor de heilige God. Dan kun je je er niet overheen zetten. Niet over de breuk. Niet over de schuld. Niet over het onrecht. Niet over de dwaasheid. Niet over de wet die vervloekt. Niet over het geweten dat aanklaagt. Dan kan een mens niet verder met een opmerking als: ‘Ja maar, we zijn toch allemaal zondaren. Dat weet de Heere toch ook wel.’ Berouw buigt onvoorwaardelijk diep met een zucht om genade. Die kun je niet zelf verstandig/verstandelijk naar je toe trekken, hoe ruim Gods Woord ook spreekt van Zijn barmhartigheid. Hoe gesloten ligt dat dan.

O, weten wij van het wonder dat Hij door Woord en Geest aan het schuldverslagen hart het Altaar Jezus Christus ontdekt? In die weg plaatst Hij een zondaar in de ruimte van Zijn gewillige en genoegzame genade. Dat gaat gepaard met krachtige overbuiging van het hart, zodat we het ondergaan en mogen ontvangen. Dan hoef je je niet over de breuk en schuld heen te zetten en te werken, maar in die gang doet de Heere dat door Zijn overweldigende liefde. In dat leven leren wij Hem als een Koning kennen Die waar maakt: ‘’k Zal nooit herroepen ’t geen Ik eenmaal heb gesproken; ’t Geen uit Mijn lippen ging, blijft vast en onverbroken.’ Nooit zal Hij Zijn duurgekochte volk en bruid verstoten!

Raad
De jongelingen, de vorsten, weten raad. De koning moet afleiding zoeken. Laat hem een soort schoonheidswedstrijd houden. Uit heel het land moeten de mooiste meisjes gezocht worden. Die zullen vervolgens door Hege worden verzorgd om er echt aantrekkelijke vrouwen van te maken door versierselen: kleding, juwelen en sieraden, parfum en haarvlechtingen. Daarna zullen ze om de beurt bij de koning komen, zodat hij een nieuwe koningin kan kiezen. Het is niets anders dan afgoderij met vrouwelijk schoon. Duidelijk is wel dat deze raad niet van Boven is. Salomo zegt: ‘De bevalligheid is bedrog, en de schoonheid ijdelheid, maar een vrouw die den HEERE vreest, die zal geprezen worden’, Spr. 31:30. Hoe zijn wij aan onze vrouw/man gekomen? Waar letten jongeren van de kerk op, bij het zoeken naar een levensgezel(in)? Hoe anders immers liet Abraham een vrouw zoeken voor Izak! Dat was een weg van gebedsworsteling; van zich afhankelijk weten van de leiding en wil van de Heere. ‘En Izak was uitgegaan om te bidden in het veld …’ Gen. 24:63.

De tactiek van de duivel werkt. Het geweten is gauw gesust met de raad om afleiding te zoeken. Ahasveros zet zich eroverheen en vaardigt zijn bevel uit. De lusten en driften roeren zich overheersend. Uit alle hoeken van het land worden de meisjes weggehaald. Sommigen vonden het misschien wel spannend. Wie wil tenslotte niet koningin worden? Vast zullen velen gedagdroomd hebben. De werkelijkheid is echter ontnuchterend. Ook zullen er zijn geweest die tegen wil en dank zijn meegenomen. Ahasveros accepteert geen ‘nee’. Ze werden weggenomen uit het ouderlijke huis en hun vertrouwde en geliefde leef- en woonomgeving. Hun toestemming was niet nodig. Keus hadden ze niet. Zo ging dat. Het heeft leed veroorzaakt. Veel leed, want vele meisjes werden na gebruik afgedankt, opgesloten in de harem, als een wegwerpvoorwerp. Hoe actueel!

Een Joods man
Vervolgens lezen we iets opmerkelijks: Er was een Joods man op de burg Susan. Het gaat over Mordechai, uit de stam van Benjamin, de neef van Hadassa, Esther; een dochter dus van zijn vaders broer Abichaïl. We leren dat hij een plaats aan het hof had. Hij zat in de poort. Op de een of andere wijze was hij ambtenaar in dienst van Ahasveros’ regering. Hij wordt daardoor getypeerd als een niet zo aan God toegewijde Jood. Toen velen teruggingen naar Israël is hij achtergebleven. Was hij zich thuis gaan voelen? Het is geen gunstig getuigenis. Zoals we eerder zeiden: zeg, een gedoopt mens midden in de wereld. Hij hoort daar helemaal niet. Hij heeft de Heere gediend, maar afgedwaald en eigenwillig. We leren hem later kennen als een man met genade, maar hier leeft hij niet in de vreze des HEEREN. Hoe ver kan het komen. Toch zullen we zien, dat de Heere hem terugbrengt. Hij zal het zo leiden, dat Mordechai tot inkeer komt en kleur gaat bekennen.

Zover is het nog niet, want in dit hoofdstuk openbaart Mordechai zich als iemand die berekenend te werk gaat. Meer dan eens lezen we dat hij Esther op het hart drukt: Zeg tegen niemand dat je een Jodin bent. Ze moet haar afkomst verzwijgen. Is dat geen verloochenen van de Heere? Praat er maar niet over dat je christen bent; pas je maar aan; het moet je niet wat kosten en schaden. Dat noem je nu steunen op je verstand. Misschien dat iemand denkt: Ja, maar is het niet gewoon voorzichtig geweest van Mordechai? Immers, de Jodenhaat leefde ook daar. Dat komt nog wel openbaar. Toch kan zijn draaien en redeneren niet bestaan. Hij was al van zijn plaats en nu gaat hij uitkomst verwachten van zijn voorzichtigheid buiten de vreze des HEEREN om. Ook dat zal straks wel anders worden: dan geven hij en Esther zich vertrouwensvol over in de voorzienende Hand van God de HEERE. Dat is altijd zege(n)rijk in de uitkomst en afloop.

Gekozen
De Heere geeft Esther bij allen die haar leren kennen, genade in hun ogen. Dat wil zeggen dat allen haar zeer aangenaam vinden en haar genegen zijn. Zo baant Hij de weg naar Zijn eeuwige raad, waarin ook de dwaasheid van Zijn kinderen zijn plaats heeft. Dat is niet inzichtelijk voor ons verstand, maar wel een troost voor wie zich Hem geheel leerden toevertrouwen. Hij regeert, ook over en dwars door de zonden van Zijn volk heen. Dan komt het moment dat Esther (haar naam betekent ‘ster’) bij de koning moet komen. Treffend is wat de Schrift dan getuigt: Zij begeerde niet met al. Dat betekent: Ze gaat als de eenvoud zelf; puur. Ze laat zich niet opsieren als de anderen. Nee, eenvoud en echtheid sieren pas werkelijk. De meeste versierselen zijn immers alleen maar bedoeld om te verhullen of om aan te brengen wat er niet is. Daar doet Esther niet aan mee. Ze is ingetogen en is dat geen blijkje van godsvrucht? De kanttekenaar zegt dat zij zo laat blijken zich over te geven aan en te verlaten op Gods voorzienigheid.

Esther wordt bij de koning gebracht na alle voorbereiding. Zij wint zijn hart in, want de koning verkiest haar boven alle anderen. De kroon komt op haar hoofd. Dieper gezien: God regeert tot heil en verlossing van Zijn Bruid. Voordat de duivelse Haman met zijn plan kan komen, zit Esther al op de troon. Kostbare gedachte: voordat Adam viel door satans list, had God in de Vrederaad Zijn Zoon al gegeven tot Borg en Middelaar voor een doemwaardig volk.
Esther moest voor de koning verschijnen. Beseffen wij, dat wij ook eenmaal voor de Koning zullen worden geleid? We zullen Hem onder ogen komen, Die ons heeft gemaakt. Zult u genade vinden in Zijn ogen? Op grond waarvan dan? De oppervlakkigheid in onze dagen is bijzonder groot. Dat grijpt soms ontzettend aan. Juist onder ons! Men spreekt over moeten vertrouwen en over een genadig God en over hoe fijn het is om de Heere te dienen enzovoort. Dan wordt het allemaal zo lief en gezellig, zo vlot en maakbaar, als je maar wilt en doet; gekunsteld geknutsel. Dat zijn allemaal lintjes en strikjes uit het werkverbond waarmee men zich versiert.

Weet u wat er echter onder ons, jong en oud, ontbreekt? Besef van Gods heiligheid en rechtvaardigheid, Zijn hoogheid. We missen de doorleving van Zondag 5 uit de Heidelberger. Dan gaan we inleven niet te kunnen bestaan voor Hem, Die enkel Liefde is, en Die door ons op een allervreselijkste wijze is en wordt versmaad! Hoe zal ik, zo’n zondaar, genade vinden in Zijn zuivere ogen? Dat kan niet en nooit, totdat Hij Zelf het Evangelie laat lichten over mijn dode, duistere en onreine hart, ziel en leven. Wanneer de Zon der gerechtigheid Zijn Licht laat gloren en schijnen. Hij Die op de gerichtsplaats Golgotha Zijn leven gaf. Zijn gerechtigheid, genoegdoening en heiligheid is het enige kleed waarin een zondaar genade vindt in de ogen van die geduchte God en Heere. Is Hij onze Gerechtigheid? Zijn wij met Hem bekleed geworden, niet door een daad van onszelf, maar door een daad van Hem? Dan en dan alleen blijft er een wonder van genade over. Zijn we daarom verlegen geworden? Nog gaat het Woord van de Koning uit!

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 2012

Kerkblad | 16 Pagina's

Esther koningin

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 september 2012

Kerkblad | 16 Pagina's