Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dordt - Catechese IV

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dordt - Catechese IV

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dat de Dordtse Synode (1618-1619) zeer voortvarend te werk ging, blijkt alleen al uit het feit, dat tijdens de vijftiende vergadering de adviezen inzake de catechese werden ingezameld en dat er vervolgens al op de zeventiende bijeenkomst een besluit werd voorgelezen. De laatste adviezen, die in dit besluit werden meegenomen, zijn afkomstig van de afgevaardigden uit Emden. Ook zij vonden dat het catechetisch onderwijs uitermate belangrijk was om te komen tot een vaste kennis van de zaligmakende leer. Ze wezen erop dat hun voorvaderen al vanaf de tijd der reformatie zich met veel ijver hiervoor hebben ingezet. De predikers hadden aanvankelijk – dat wil zeggen al in 1520 – een korte en eenvoudige catechismus waaruit de jeugd werd onderwezen. Toen én in Emden én in de omliggende dorpen het pausdom meer en meer werd losgelaten, hebben zij een catechismus ontworpen, die wat uitvoeriger was. Ook deze werd uiteindelijk weer vervangen, namelijk door die van Johannes à Lasco (1499-1560). Ten slotte hebben ze in 1554 deze ‘grote en perfecte’ catechismus weer samengevat in een kortere vorm, zodat het mogelijk werd om in hoofdzaken de geloofsleer in drie maanden tijd door te lopen en te verklaren.

Tevens gaven ze in dit advies een goed getuigenis van hun predikanten, ouderlingen en opzieners van de scholen. Zij hadden zich altijd – én ze deden het nog – tot het uiterste ingespannen om voor dit werk ook recht gevoelende, godzalige, getrouwe en ijverige schoolmeesters te vinden. Terwijl schoolmeesters die nog geen belijdenis gedaan hadden of van een andere religie waren niet toegelaten werden, moesten zij die wel toegelaten werden, met ‘hun eigen hand’ een stuk ondertekenen. Hierin beloofden zij dat zij zonder ophouden hun leerlingen de catechismus zouden inscherpen. Bovendien moesten de schoolmeesters hun leerlingen elke zondagmiddag in grote getale in de kerk brengen. Daar zouden dan de leerlingen – al naar gelang hun leeftijd – vanuit de catechismus ondervraagd worden en zo was alles erop gericht dat kinderen van 8, 9 en 10 jaar de gehele catechismus van het begin tot het einde uit hun hoofd konden opzeggen. De taak van de ouders was om met hun kinderen de catechismus te repeteren, zodat de kennis hiervan in het verloop der tijden niet zou wegzinken. Eenmaal zouden ze als volwassenen bij de toelating tot het Heilig Avondmaal opnieuw vanuit de catechismus ondervraagd worden, namelijk openlijk voor de gehele gemeente. Alleen met hen die ‘te vreesachtig’ waren zou een andere regeling getroffen worden.
De afgevaardigden rondden ten slotte hun advies af met de verwijzing naar de taak van de predikanten in dezen binnen hun stad en de omliggende dorpen. Ook hun taak was erop gericht dat de inhoud van de catechismus meer en meer gekend zou worden. Hierbij hadden zij echter ook oog voor wat de hoorders konden verwerken. Zo lezen we bijvoorbeeld dat ze in het preken kortheid moesten betrachten, want door te lange preken zouden de toehoorders een afkeer kunnen krijgen. Echter, ze willen de Synode niets opleggen. Ze hebben dit alles slechts medegedeeld, opdat de Synode in dezelve iets zou mogen vinden hetwelk ook in de Nederlandse Kerken in de praktijk gebracht zou kunnen worden.

Uit hetgeen we tot nog toe in de verslagen van de buitenlandse afgevaardigden gezien hebben, blijkt een grote mate van eenstemmigheid inzake de noodzaak en het nut van het catechetisch onderwijs. En het zal dan ook niet verwonderen dat we ditzelfde ook terugzien in het besluit van de Synode. Dit geldt ook voor de wijze waarop de catechese gegeven moet worden, namelijk in de huizen door de ouders, in de scholen door de schoolmeesters en in de kerken door de predikanten, ouderlingen, voorlezers of ziekenbezoekers. Met betrekking tot de ouders wordt erop gewezen, dat het hun taak niet alleen is de kinderen, maar ook het gehele huisgezin te onderwijzen in de christelijke religie. Bovendien moeten ze hen ook ernstig en met vlijt vermanen tot de vreze des Heeren en tot oprechte godzaligheid alsook hen doen gewennen tot de oefening van heilige huisgebeden. Zij moeten hen meenemen onder het gehoor van Gods Woord en het gehoorde thuis herhalen. De taak van de ouders is ook om met hun kinderen en allen die tot hun huisgezin behoren uit Gods Woord te lezen en de belangrijke plaatsen uit het hoofd te laten leren. Ze moeten deze ook eenvoudig verklaren en hen alzo voorbereiden op de catechisatielessen op de scholen enz. Kortom, in het besluit van de Synode krijgen de ouders een heel belangrijke taak toebedeeld in de godsdienstige opvoeding van de kinderen. Steeds opnieuw zullen de ouders op deze taak en verantwoordelijkheid gewezen moeten worden: in de prediking, op huisbezoek enz. Indien nodig moet er bij nalatigheid censuur uitgeoefend worden.

Wat de scholen betreft, wordt erop gewezen, dat er niet alleen in de steden, maar ook in de dorpen scholen opgericht moeten worden. Hierbij wordt de overheid vriendelijk verzocht om zorg te dragen voor een eerlijke bezoldiging van de schoolmeesters. Dit onder andere ook met het oog op de kinderen der armen. Het is van belang dat ook zij – gratis – onderwijs mogen ontvangen. Zoals al bleek uit de adviezen van de buitenlandse afgevaardigden moeten zij die aan de scholen verbonden worden lidmaat zijn van de Gereformeerde Kerk. Ze moeten goede getuigenissen hebben van een oprecht geloof en van een vroom leven en ze moeten goed thuis zijn in de leer van de catechismus. Met een persoonlijke, schriftelijke ondertekening zullen ze instemmen met de belijdenis en de Nederlandse Catechismus en daarbij ook heiliglijk beloven de jeugd naarstig te onderwijzen in de fundamenten van de christelijke religie. Tot hun taak behoort dan ook dat zij ten minste twee dagen per week hun leerlingen – rekening houdende met hun leeftijd en met wat ze kunnen begrijpen – oefenen in het van buiten leren van de catechismus. Echter, hierbij is het niet slechts om uitwendige kennis te doen, maar ook om het verstaan daarvan. Om dit streven te kunnen verwezenlijken achtte de Synode het nodig dat er eenvoudig gezegd drie ’uitgaven’ van de catechismus zouden komen en dat jongeren om vruchtbaar onderwijs te ontvangen in drie categorieën ingedeeld moesten worden. Uit dit alles blijkt hoezeer de kerk van oudsher oog gehad heeft voor de kinderen en de jongeren in haar midden en dat ze zich bewust was van haar taak en verantwoording in dezen. En in dit alles ging het uiteindelijk om het eeuwig behoud van het opgroeiend geslacht!

(slot volgt)

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 november 2012

Kerkblad | 16 Pagina's

Dordt - Catechese IV

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 november 2012

Kerkblad | 16 Pagina's