Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Malle fratsen van de EU

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Malle fratsen van de EU

6 minuten leestijd

Vanaf september 2013 heb ik regelmatig een stemwijzer voor de Europese Parlementsverkiezing ingevuld (www.MyVote2014.eu). Die verkiezing op D.V. 22 mei vraagt tenslotte om een gedegen voorbereiding. Deze stemwijzer is om meerdere redenen bijzonder. In de eerste plaats omdat er maar vijftien vragen worden gesteld. Daarnaast omdat per vraag zichtbaar is gemaakt hoe op dat punt de stemverhoudingen in het Europese Parlement liggen. Ten derde omdat de keuzes van de invullers van de stemwijzer worden doorvertaald naar percentages voor- en tegenstemmers, zodat je hun scores kunt vergelijken met de voorkeuren van de Europarlementariërs. En ten slotte: omdat je net zo vaak kunt stemmen als je wilt; het programma vraagt letterlijk: ‘Want to vote again?’ (Wilt u opnieuw stemmen?) Volop kans voor manipulatie dus …

Verschillen
Toch zijn deze zaken nog niet de meest opvallende aan deze stemwijzer. Het opmerkelijkste zijn de verschillen bij veel vragen tussen opvattingen van de Europarlementariërs en die van de stemmers. Een paar voorbeelden (stand op 6 mei, 23.59 uur).
Vraag: Moet de EU het recht hebben om rechtstreeks belastingen te heffen? 78 % van de Europarlementariërs is voor, maar slechts 35 % van de stemmers zegt ja. Andere vraag: Moeten de lidstaten en sportorganisaties aangemoedigd worden om bij grote sportevenementen de EU-vlag te laten wapperen? Tuurlijk, zegt 80 % van de Europarlementariërs, terwijl slechts 36 % van de stemmers dat ook vindt. Nog een: Moeten de lidstaten die gekozen hebben voor de euro hun nationale schulden samenvoegen (zodat ze dus garant staan voor elkaar)? Van de Europarlementariërs vindt 74 % van wel, tegenover slechts 35 % van de stemmers.

Sommige vragen vooronderstellen een behoorlijke dosis kennis van discussies die op Europees niveau worden gevoerd (over ACTA bijvoorbeeld). Andere zijn zo geformuleerd dat je een bepaalde richting op wordt gestuurd (zoals over tegengaan van ‘homohaat’). Of er ontbreekt een vraag over wezenlijke zaken, hoewel het thema wel in Europa leeft (over abortus bijvoorbeeld). Al met al kun je je niet aan de indruk onttrekken dat de samenstellers zelf al een subtiele vorm van manipulatie hanteren.

Wantrouwen
Zo’n opmerking getuigt van een zeker wantrouwen, inderdaad. En eerlijk gezegd, dat wantrouwen is alleen nog maar toegenomen sinds ik als Kamerlid de ontwikkelingen binnen de Europese Unie nauwkeuriger volg. Een wantrouwen dat je overigens ook bij heel veel nuchtere Nederlanders aantreft. Maar wat maakt veel Nederlandse burgers nou zo wantrouwend tegenover de EU? De EU is toch in veel opzichten een belangrijke instelling, die economisch van grote betekenis is voor Nederland als exportland? Denk alleen maar aan de landbouw. Dat zal niemand ontkennen, maar wat met de EGKS, EEG (later EG) en Euratom in de jaren ’50 begon als supra- of internationale samenwerkingsverbanden ten dienste van de aangesloten nationale staten, veranderde in 1992 met het Verdrag van Maastricht. Toen werd de keus gemaakt om te komen tot een Europese Unie.

Als ik me niet vergis, is het wantrouwen tegen ‘Europa’ – de EU – sindsdien sterk toegenomen. De EU werd een vierde bestuurslaag, besliste over allerlei zaken die de nationale staten prima zelf zouden kunnen regelen, en lijkt steeds meer toe te groeien naar een ‘Verenigde Staten van Europa’. De nationale staten hebben inmiddels al veel van hun soevereiniteit moeten inleveren. Een mijlpaal in dat opzicht is de mislukte poging in 2005 om door een referendum een ‘Europese grondwet’ aanvaard te krijgen. Een ruime meerderheid van de Nederlandse kiezers wees dat voorstel af, evenals de Fransen. Waarna in verschillende andere landen het referendum werd ‘uitgesteld’. Desondanks werd vier jaar later het Verdrag van Lissabon ondertekend – dat wel heel erg lijkt op de afgewezen Europese grondwet. Geen wonder dat het vertrouwen in zo’n ‘Europa’ dan wegebt. Dan de euro, die in 2002 in diverse landen de nationale valuta verving. Aanvankelijk leek die vooral de nodige voordelen te bieden voor banken, ondernemers en vakantiegangers. Toen door de crisis de rijke eurolanden echter moesten bijspringen om de zwakkere te redden, nam het vertrouwen snel af.

Bureaucratie
Wat evenmin bijdraagt aan versterking van het vertrouwen in de EU, is de enorme bureaucratie en inefficiëntie ervan. Neem alleen maar de twee vergaderplaatsen van het Europese Parlement, Brussel en Straatsburg. Elke maand moet het parlement op grond van verdragsafspraken één week in Straatburg vergaderen. Dat leidt tot een complete verhuizing. Per vergaderweek rijden vijf vrachtwagens vol containers met stukken heen en weer. Voor de parlementsleden zijn Mercedessen beschikbaar; voor de Franse leden overigens Peugeots of Citroëns, vermoed ik. Vorig jaar november nam het Europese Parlement een ferme motie aan: het moet afgelopen zijn met dat heen-en-weer-gereis, er dienen maatregelen genomen te worden om tot één vergaderplaats te komen. Klinkt verstandig, maar er gebeurt niets. Het parlement gaat namelijk niet over haar eigen vergaderlocatie, omdat die bij verdrag geregeld is. Maar wat kost dat allemaal wel niet, vraagt een eenvoudig Nederlands staatsburger zich daarbij terecht af. En dan begint het gegoochel met cijfertjes. ‘Minder dan een postzegel per jaar per inwoner van de landen die bij EU zijn aangesloten’, rekent de een voor. ‘Vijf procent van onze uitgaven’, meent het Europees Parlement zelf. Toch altijd nog zo’n € 100.000.000,-. Maar helemaal zeker is die daar niet van, want in de genoemde motie ging het over het dubbele bedrag. Hoezo rookgordijnen en mistbanken? Over de hoge vergoedingen voor Europese ambtenaren zullen we het maar niet hebben; en evenmin over het voorstel om die te verhogen, terwijl de lidstaten tobben met de nullijn of zelfs verlaging. En hoeveel Europese, landelijke, provinciale en gemeentelijke ambtenaren hun brood verdienen door het rondpompen van subsidiegelden zal altijd wel onberekend blijven.

Argwaan terecht
Als je je erin verdiept waar de EU-regelgeving zich allemaal mee bemoeit, word je niet vrolijk. Hoewel, soms zijn die malligheden ronduit lachwekkend. Zo eist de EU dat in elk openbaar gebouw zichtbaar een bordje wordt opgehangen dat het energielabel vermeldt; dat kosteloze plastic tasjes in de winkels verboden worden; dat in restaurants olijfolie niet meer uit kannetjes geserveerd wordt, maar in gesloten en gelabelde flesjes (later ingetrokken); dat er een Europese APK voor motorfietsen moet komen; dat kledinglabels allerlei informatie moeten bevatten in diverse talen; dat er vrouwenquota gelden voor de leiding van beursgenoteerde bedrijven … De lijst lijkt eindeloos. Ernstiger zijn de problemen die ontstaan door de eisen voor Europese aanbestedingen; eisen rond de nationale studiefinanciering; het voorstel voor financiering Europese politieke partijen, die vooraf getoetst moeten worden of hun programma wel voldoet aan ‘de Europese waarden’. Stelmatig, stukje bij beetje, wordt iets afgeknabbeld van de soevereiniteit van nationale staten. Ingrepen in het sociale zekerheidsstelsel zijn bepaald niet ondenkbaar, net zomin als in de huizenmarkt en het pensioenstelsel. In dat kader passen ook het streven naar rechtstreekse Europese belastingen en pogingen tot oprichting van een Europees Openbaar Ministerie. Over een eigen inlichtingen- en veiligheidsdienst beschikt de EU reeds. Die volgt het doen en laten van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten van de lidstaten.

Verkiezingen
De EU lijkt te bouwen aan een ‘toren van Babel’. Wel kan de Tweede Kamer inmiddels een behandelvoorbehoud maken bij bepaalde voorstellen en wordt systematisch een subsidiariteitstoets uitgevoerd, maar de trein dendert door. Het Europees Parlement is echter een gegeven. Daarom zijn de verkiezingen op D.V. 22 mei van wezenlijk belang. Ook door niet te stemmen neem je verantwoordelijkheid. ‘Europa’ heeft veel Euro-realistische stemmen nodig.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Malle fratsen van de EU

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2014

Kerkblad | 20 Pagina's