Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Panem et circenses

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Panem et circenses

6 minuten leestijd

Bovenstaande woorden zijn van de Romeinse schrijver Juvenalis (ca. 60-140 na Chr.). Het is Latijn voor de Nederlandse uitdrukking ‘brood en spelen’. Letterlijk staan deze woorden voor ‘eten en amusement’. Het wordt vaak spottend gebruikt in de betekenis: ‘datgene waarmee het volk tevreden wordt gehouden’. Gratis voedseluitdelingen en gratis voorstellingen in het circus of amfitheater waren het enige waarnaar het Romeinse volk in de keizertijd verlangde. En verschillende keizers gaven aan deze wens graag gehoor om het volk rustig te houden. Op die toestand heeft deze uitdrukking dus betrekking. De schrijver Juvenalis gebruikte de term ‘panem et circensus’ vooral ook sarcastisch: hij wilde ermee aangeven dat het Romeinse volk oogkleppen op had voor het verval van het Romeinse Rijk. Zolang er maar brood werd uitgedeeld en spelen werden georganiseerd, was het volk tevreden, en keek het niet verder dan zijn neus lang was.

WK Voetbal
Ik dacht: Geeft dit ook niet weer hoe de geest van onze tijd is? Het volk is tevreden met ‘brood en spelen’, maar heeft geen oog voor het geestelijk en moreel verval van het land. We zien het om ons heen gebeuren. Waar een land en volk God en Zijn dienst verlaat, wordt de ontstane leegte altijd weer gevuld. Dan komen er andere dingen in de plaats van God. Die dingen worden dan de nieuwe (af)goden van deze tijd. Het verklaart waarom bijvoorbeeld een van oorsprong heidens feest als Halloween zo’n opgang heeft gemaakt in Nederland. Hoorde je er vroeger weinig tot niets over, nu is het in de maand oktober nadrukkelijk aanwezig in de winkels en in de huizen.

Dat geldt ook voor het wereldkampioenschap voetbal. Het kan niemand ontgaan zijn dat deze week het WK Voetbal is begonnen in Brazilië. Natuurlijk is het WK al sinds 1930 een terugkerend iets, maar de aandacht daarvoor is in de loop der jaren buitenproportioneel geworden. Overal dringt het zich aan je op. En wie aangeeft er geen belang in te stellen, krijgt verbaasde reacties. We kunnen gerust stellen: voetbal is een van de nieuwe ‘religies’ van deze tijd.

De keizer van Rome dacht destijds: Geef het volk maar brood en spelen en ze zijn tevreden. Intussen was zich echter een grote ramp aan het voltrekken, waar men de ogen voor sloot: het geestelijke en morele verval. En uiteindelijk is het Romeinse Rijk aan zijn eigen decadentie ten onder gegaan. Aangrijpend. Wat dat betreft moet de enorme heisa rondom een WK ons met treurnis vervullen, aangezien het de grote geestelijke leegte en armoede aangeeft van ons land en volk.

Zelfde schuld
Maar, pas op! Wijzelf staan daar niet buiten. Het gevaar is namelijk groot dat we onze eigen armoede dan niet opmerken. De klacht over de geestelijke toestand van land en volk kan ook heel gemakkelijk worden geuit. In die zin, dat we zelf buiten schot blijven. Het probleem zit dan bij de buitenwereld, maar we merken onze eigen nood niet op. Wat mij betreft, is dat ook een aandachtspunt in hoe wij over het WK spreken als we het in de prediking of in het gebed naar voren brengen. Eigenlijk verwacht de gemeente de komende tijd wel dat er door de dominee iets van wordt gezegd. Maar kun je dan ook niet in de sfeer terechtkomen van: Hij heeft het weer gezegd en we hebben de termen zoals ‘sportverdwazing’ en dergelijke weer gehoord, dat hoort nu eenmaal zo, maar dat de spade vervolgens niet dieper wordt gestoken? Ongemerkt kun je dan in de sfeer terechtkomen van: de zondige buitenwereld en wij die daar (terecht!) niet aan meedoen.
En natuurlijk moet er ook voor deze lege zaken gewaarschuwd worden, dat hoort u mij niet zeggen, maar laten we daarbij niet blijven steken. Want, zomaar kan er de gedachte ontstaan, en niemand is daar te goed voor: Als ik aan al die zaken niet meedoe, dan breng ik het er voor God nog niet zo slecht van af. Nee, de spade moet dieper. Die moet ook komen in ons eigen kerkelijke en godsdienstige vlees. Dan krijgen we genoeg met onszelf te stellen. Dan zien we niet alleen maar problemen bij een ander, maar dan gaan we zien dat we er zelf onderdeel van zijn.

We kunnen gerust stellen: voetbal is een van de nieuwe ‘religies’ van deze tijd.

Komen we dat ook niet tegen bij de profeten van het Oude Testament? Denk bijvoorbeeld aan het gebed van Daniёl, waarin hij zegt: ‘Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld, en gerebelleeerd, met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten. En wij hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten, de profeten, die in Uw Naam spraken …’ (Dan. 9:5-6a). Dan is het niet meer: ‘Zij hebben’, maar dan klinkt er: ‘Wij hebben’. Dan gaat de hand in eigen boezem en dan wordt ontdekt, dat er ook in eigen leven heel wat aan panem et circenses, aan brood en spelen kan zijn. Wat wordt er veel geleefd voor onszelf en niet voor de Heere! Zo horizontaal, dat is aards gericht en niet verticaal, dat is hemels gericht. Wat is er een hang naar materialisme, de gulzigheid en de inhaligheid van deze tijd. Wat ontbreekt het vaak aan honger naar het Woord, aan het leven van het geloof en de bekering, wat is er een gebrek aan heiligmaking voor God. Laten we dat bedenken als we met verdriet de armoede van land en volk, ook rondom een WK, zien en benoemen. Dan staan we er niet boven, maar dan worden we ook bepaald bij onze diepste nood, persoonlijk en als kerken.

Boetedag en Pinksteren
Wat wij dan ook nodig hebben, en wat ons land en volk nodig heeft, dat is een krachtig werk van God, de Heilige Geest. Door de kracht van die Geest komt er een bedenken van de dingen die Boven zijn! (HC vraag en antwoord 49) Die Geest is uitgestort. Afgelopen zondag mochten we het heilsfeit van Pinksteren gedenken. Op zondag 11 mei was er een dag van verootmoediging en gebed. Als de Geest werkt, dan is het tegelijk boetedag en Pinksteren. Dan komt er verbreking van het hart, verootmoediging en schuldbelijdenis en ook de roep tot God en om God. Laat ons om dat voortgaande werk van God bidden. Pleitend op Zijn belofte: ‘Want Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen’ (Jes. 44:3). Als God dat weer geeft, als een hernieuwd Pinksteren: Wat een verkwikking zal dat zijn! Voor kerk, land en volk.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Panem et circenses

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 2014

Kerkblad | 20 Pagina's