Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nog eens de kennis der ellende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nog eens de kennis der ellende

6 minuten leestijd

Uit reacties van lezers blijkt dat het onderwerp ellendekennis de gemoederen blijft bezighouden. En geen wonder. Het is een belangrijk onderwerp én het blijkt geen gemakkelijk onderwerp te zijn.

Iemand schrijft:
Ik merk dat velen ellendekennis als voorwaarde zien, maar zich daarmee uitsluiten van de Evangelieboodschap. Hiermee wordt Jezus juist door hen verworpen, maar de schuld wordt op God geschoven. Wachten op genoeg ellendekennis is gevaarlijk. Ik geloof zeker dat God door de weg van ellendekennis en Godskennis toewerkt naar Jezus, maar velen die juist wel ellendekennis hebben, zien dat zelf niet. Gods Geest verlicht achteraf vaak Zijn weg. Ik las onlangs in Ezechiël 36 dat het volk Israël pas na hun verlossing echt berouw kreeg over hun daden.


Om te beginnen met de laatste opmerking: in Ezechiël 36 vers 31 staat: ‘Dan zult u gedenken aan uw boze wegen en uw handelingen die niet goed waren. En u zult een walging van uzelf hebben over uw ongerechtigheden en over uw gruwelen.’ Dit volgt op vers 29: ‘Ik zal u verlossen van al uw onreinheden.’ De laatste vier verzen van Ezechiël 16 (vers 60- 63) zeggen hetzelfde:

‘Ik zal gedachtig wezen aan Mijn verbond met u en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. Dan zult u uw wegen gedenken en beschaamd zijn. Want Ik zal Mijn verbond met u oprichten, en u zult weten, dat Ik de HEERE ben, opdat u het gedachtig bent, en zich schaamt, en niet meer uw mond opent vanwege uw schande, wanneer Ik voor u verzoening zal doen over al wat u gedaan hebt, spreekt de HEERE.’
Staat hier dat ellendekennis pas ná het ontvangen van verlossing begint? Nee, dat staat er niet. Wel zal de kennis over de zonde dan zich verdiepen, die kennis zal doorgaan. Ellendekennis is bij het ontvangen van verlossing niet een ‘gepasseerd station’.

Wat wel een moeilijk punt blijft, is dat ellendekennis gaat functioneren als voorwaarde en dat mensen het niet bij zichzelf ervoor kunnen houden dat de kennis die zij over hun zonden en ellende hebben, de juiste is. Misschien is het antwoord van ds. Wilhelmus à Brakel in De Redelijke Godsdienst wel het beste dat aan zulke mensen gegeven kan worden. Vraagt iemand zich af of hij wel genoeg zondekennis heeft en hoeveel er eigenlijk van nodig is, dan schrijft À Brakel dat er zoveel zondekennis nodig is, dat u het niet meer buiten Jezus kunt stellen. Het gaat er dus om dat u Hem niet meer kunt missen als uw schuldovernemende Borg en Zaligmaker. Het doel van de kennis der ellende is immers vooral u tot de Zaligmaker te brengen! Iemand schreef mij dat ds. Thomas Shepard eens de opmerking maakte: Er zijn er meer tot Jezus gevlucht vanwege hun stenen hart dan vanwege zondekennis.

Van een ander ontving ik hierover een mail met een stukje van Ralph Erskine. Hij schrijft:
‘Ik zeg ook: u komt de belofte toe, man, vrouw! Aan u, o zondaar, wie u ook zou mogen wezen! U hebt er zulk een recht van toegang op, dat het u geoorloofd is, haar te omhelzen. Ja, u wordt geboden haar te geloven tot uw zaligheid. De belofte, om een gewillig volk te maken, ziet op degenen die onwillig zijn. De belofte des geloofs ziet op degenen die nog onbekeerd en onboetvaardig zijn. De belofte van vergeving ziet op schuldigen. De belofte van heiligmaking en heiligheid ziet op degenen die onheilig en goddeloos zijn; op diegenen die nog geen heiligheid hebben. Laat een zondaar, als zondaar, hij zij wie hij ook zij, dan maar deelnemen aan deze genade. De belofte wordt voorgesteld en gegeven, niet alleen aan verootmoedigde en boetvaardige zondaren, welke hun nood zien en die overtuigd zijn van hun zonden en schulden, maar zelfs ook aan de onvernederden en onboetvaardigen. Het is waar, niemand zal zijn toevlucht tot de belofte nemen, of tot CHRISTUS in de belofte, tenzij hij overtuigd is van zijn nood. Nochtans, hoewel de belofte voorgesteld wordt, om “een blijde boodschap te zijn voor de zachtmoedigen, en om te verbinden de gebrokenen van hart” (Jesaja 61 vers 1); en omdat degenen die verootmoedigd zijn, nochtans doorgaans dezulken zijn die zullen klagen en zeggen: Helaas, ik ben niet recht vernederd of overtuigd, daarom moet ik u zeggen, dat de belofte voorgesteld en gegeven wordt, niet alleen aan vernederden en aan door de wet verootmoedigden, maar zelfs ook aan de meest onvernederde, onboetvaardige en verharde zondaar, die dit Evangelie hoort. Zelfs aan degene die niets van zijn nood ziet of kent, maar die steeds denkt, dat hij het zonder Christus wel genoeg stellen kan; zie dit in Openbaring 3 vers 17, 18: “Want gij zegt: Ik ben rijk en verrijkt geworden”, enz. “En gij weet niet, dat gij zijt ellendig en jammerlijk en arm en blind en naakt.”’

Hier zeg ik hartelijk amen op!

Voor de predikanten onder de lezers nog het volgende. Wij hebben van God de opdracht niet zozeer om over zondekennis te preken, maar vooral om bij onze gemeenteleden (van de preekstoel en op bezoek) de zonden aan te wijzen. Of zou de opdracht van God aan Ezechiël niet meer gelden (hoofdstuk 16 vers 2): ‘Mensenkind, maak aan Jeruzalem haar gruwelen bekend.’ En wat de Heere Jesaja (58 vers 1) voorhield: ‘Roep uit de keel, houd niet in, verhef uw stem als een bazuin, en verkondig aan Mijn volk hun overtreding, en aan het huis van Jakob hun zonden.’ Als wij dit getrouw doen en verder de volle raad van God verkondigen, ontstaat er zondekennis (niet automatisch, maar door de bearbeiding van de Heilige Geest – waar we Hem om mogen en moeten smeken), en dan ontstaat er geloof. Dit geloof wordt geboren uit het Woord, het gepredikte Woord van de gekruisigde Christus. En dan ontstaat er vreugde over de gewilligheid van God, Die gaarne vergevende is.

Laten we ons daarom houden aan onze veelzijdige opdracht. Dan schilderen wij de gekruisigde Zaligmaker onze gemeenteleden voor ogen en nodigen wij eenieder uit met Jesaja 45 vers 22: ‘Wend U naar Mij toe, word behouden, o alle einden der aarde, want Ik ben God, en niemand meer.’ Naar binnen kijken om te zien of we echte kennis hebben van en oprechte smart hebben over onze zonden, is wel nuttig, maar niet als we daardoor één moment langer bij Jezus vandaan blijven. Nee, laten we ons zonder enig uitstel tot Hem begeven en van Hem vragen wat we nodig hebben – de doorgaande gave van eerlijk makende en verootmoedigende genade (zondekennis) én doorgaande gave van vervrijmoedigende genade om te wandelen met God (Christuskennis).

Garderen, ds. W. Pieters


Pastorale vragen

Ds. W. Pieters uit Garderen gaat dieper in op de vragen die er binnen zijn gekomen over het onderwerp 'ellendekennis' . De redactie is blij dat er vragen binnen blijven komen. Aan jong en oud de oproep: hebt u een vraag, stuur hem naar de redactie. E-mail: kopijkerkblad@hersteldhervormdekerk.nl

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 2014

Kerkblad | 20 Pagina's

Nog eens de kennis der ellende

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 2014

Kerkblad | 20 Pagina's