HHG Gameren

De vele aanwezigen worden welkom geheten door ouderling Van Weelden, voorzitter van de kerkvoogdij. Hij geeft uiting aan de verwondering die er zijn mag dat de Heere het alles wel heeft gemaakt en dat het kerkgebouw er is gekomen. Hem alleen de eer. Hij richt zich in het bijzonder ook tot de talrijke jeugd van de gemeente die in het nieuwe kerkgebouw eigen ruimtes heeft gekregen voor het jeugdwerk. Zijn hartelijke wens is dat het alles mag meewerken tot uitbreiding van het Koninkrijk van God. Kerkvoogd P. Baijense stelt dat er veel te danken en te bedanken is. Hij doelt bij het bedanken op allen die aan de kerkbouw hebben meegewerkt, in het bijzonder degenen uit de gemeente die als vrijwilliger hun bijdrage hebben geleverd. Hierbij memoreert hij dat de eerste plannen om te komen tot een eigen kerkgebouw al zo’n zeven of acht jaar geleden tot stand zijn gekomen, maar dat er echt vaart in het proces is gekomen toen de gemeente door een schenking de beschikking kreeg over een stuk grond. Daarna is het snel gegaan en nu mag de kerk er staan.

Indrukwekkend is het moment dat de kanselbijbel wordt binnengebracht. Deze wordt geopend onder het zingen van de woorden: ‘Want de oop’ning van Uw woorden zal gewis gelijk een licht het donker op doen klaren’ (Psalm 119:65). De bediening van het Woord is uit 2 Kronieken 6, het gebed van koning Salomo bij de inwijding van de tempel. Als tekst is gekozen het 40e vers: ‘Nu, mijn God, laat toch Uw ogen open en Uw oren opmerkende zijn tot het gebed dezer plaats.’ Ds. Rijken wijst erop dat het niet ons huis is, maar Gods huis, niet ons gebouw, maar Zijn gebouw. Die roemt, roeme in de Heere alleen. Het gebed dat Salomo mocht bidden, kreeg te bidden, is ontdekkend. Hierin komt openbaar wat de mens is. Salomo heeft dit moeten inleven en krijgt zijn eigen onwaardigheid te belijden. Hij knielt op zijn knieën voor het oog van de ganse gemeente. De voorganger wijst erop dat het een voorrecht is als ook wij zo het oog krijgen op wie en wat we zelf zijn. Dat de prediking ertoe mag leiden dat we een verbroken en verbrijzeld gemoed mogen ontvangen en zo, als Salomo, op onze knieën terechtkomen. De Heere wil dan ook verhoren, dat heeft Salomo mogen ervaren (hfdst 7:15): ‘Nu zullen Mijn ogen open zijn, en Mijn oren opmerkende op het gebed dezer plaats.’ De Heere komt echter ook te waarschuwen (vs. 19,20): ‘Maar zo gijlieden u afkeren zult, en Mijn inzettingen en Mijn geboden, die Ik voor uw aangezicht gegeven heb, verlaten, en henengaan, en andere goden dienen, en u voor die nederbuigen zult: zo zal Ik hen uitrukken uit Mijn land, dat Ik hun gegeven heb, en dit huis, dat Ik Mijn Naam geheiligd heb, zal Ik van Mijn aangezicht wegwerpen, en zal het tot een spreekwoord en spotrede onder alle volken maken.’

Na de dienst maken velen nog gebruik van de mogelijkheid om het kerkgebouw te bekijken. Hierbij is er ook veel belangstelling voor de ruimte van de activiteitencommissie die al vele jaren, onder meer door de verkoop van de fotokaarten ‘Sfeer en Stijl’, een forse financiële bijdrage levert aan het bouwfonds. Op zaterdag 1 november is er een opendag gehouden. Er was bijzonder veel belangstelling, zowel uit de eigen gemeente als uit het dorp maar ook vanuit het hele land.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen