Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De heerlijkmaking (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De heerlijkmaking (1)

Opdat wij Uw heerlijkheid aanschouwen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

NADAT IN HET AFGELOPEN JAAR IN HET KERKBLAD UITVOERIG IS STILGESTAAN BIJ DE VERSCHILLENDE ASPECTEN VAN DE HEILSORDE WILLEN WE TEN SLOTTE, IN EEN DRIETAL ARTIKELEN, NOG STILSTAAN BIJ DE HEERLIJKMAKING. IN DIT EERSTE ARTIKEL GAAT HET OM DE VRAAG WIE DEZE HEERLIJKMAKING DEELACHTIG ZULLEN WORDEN. IN DE TWEEDE BIJDRAGE ZAL HET GAAN OM DE VRAAG WAT WIJ ONS BIJ DE HEERLIJKMAKING MOETEN VOORSTELLEN. IN HET LAATSTE ARTIKEL ZAL HET ER D.V. OVER GAAN OP WELKE WIJZE DIT ALLES WERKELIJKHEID ZAL WORDEN.

Allereerst staan wij dus stil bij de vraag wie de heerlijkmaking deelachtig zullen worden. Een belangrijk gedeelte in dit verband is het Hogepriesterlijk Gebed uit Johannes 17. Dit gebed heeft de Heere Jezus gebeden vlak voordat Hij naar de Hof van Gethsemané ging. In het vierentwintigste vers horen wij hoe de Heiland Zijn diepste verlangen uitspreekt: “Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad, vóór de grondlegging der wereld”. Uit deze woorden blijkt hoezeer Christus de Zijnen liefheeft. Wie zijn nu degenen die eeuwig bij Hem zullen zijn en die Hem in heerlijkheid zullen aanschouwen? Het zijn degenen die de Vader Hem gegeven heeft. Dat is al gebeurd voor de grondlegging der wereld. Het zijn de uitverkorenen. Voor hen zal Christus lijden en sterven. Zij zijn de zwarte bruid, voor wie de hemelse Bruidegom de bruidsschat van Zijn eigen bloed zal betalen. Haar zal Hij ook trekken vanuit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht.

Aan wie moeten wij concreet denken als Christus spreekt over deze gegevenen? Allereerst aan Zijn discipelen, maar ook de vele anderen die Hem gevolgd zijn. Wij lezen in Johannes 17:8 dat Christus zegt dat zij waarlijk bekend hebben dat Hij van Zijn Vader is uitgegaan. Zij hebben geloofd dat Hij de Christus is. Dat betekent echter ook dat niet allen in Christus’ voorbede begrepen zijn. De Heere Jezus zegt in Johannes 17:9: “Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld”. Er loopt dus een scheidslijn tussen de uitverkorenen en de wereld. Deze scheidslijn loopt zelfs dwars door de kerk heen. Wij kennen daar aangrijpende voorbeelden van. Drie jaar lang heeft Judas in de directe nabijheid van zijn Meester verkeerd, toch noemt Christus hem de zoon der verderfenis. Wij lezen in Johannes 6 over velen die de Heiland eerst gevolgd zijn, maar Hem toch hebben verlaten. Hoe dicht zij ook in Zijn nabijheid hebben verkeerd, nimmer zullen zij met Hem zijn in heerlijkheid.

Anderzijds zijn degenen van wie Christus begeert dat zij met Hem in heerlijkheid zullen zijn, niet alleen degenen die Hem gevolgd zijn, toen Hij op aarde was. In Johannes 17:20 lezen wij namelijk: “En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen”. Als Christus ten hemel is gevaren, moeten de apostelen uitgaan om Zijn Naam te prediken tot aan de einden der aarde. Zo zal de verhoogde Christus al de Zijnen tot Zich trekken.

Dat brengt mij bij de beslissende vraag: Mag u weten getrokken te zijn vanuit de duisternis tot Zijn wonderbaar Licht? Mag u behoren tot degenen die geloven dat Christus van Zijn Vader is uitgegaan om aan het recht van Zijn Vader te voldoen, maar ook om voor de Zijnen Zijn bloed te storten tot vergeving hunner zonden? Wie dat in waarheid mag belijden, zal Hem ook eens in heerlijkheid aanschouwen.

Ook in onze dagen loopt er nog een scheidslijn tussen degenen die zalig worden en degenen die verloren gaan. Ook nu loopt deze dwars door de kerk heen. Velen zijn er die op het gepredikte Woord geen acht slaan. Velen zijn er ook die de Naam van Christus wel op de lippen nemen, zonder dat er sprake is van waarachtige bekering. Het gaat er daarom wél om dat wij het ware geloof deelachtig zijn. Wat is dan dat ware geloof? Wij lezen daar in Johannes 1:14 een wel heel duidelijk antwoord op: “…Wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader, vol van genade en waarheid”. Degenen die zalig worden zijn zij, die de verschijning van de Heere Jezus hebben lief gekregen en het belijden: “Alles aan Hem is gans begeerlijk”.

Als dat mag gebeuren is dat werkelijk een wonder van genade. Waarom? Omdat Christus geen gedaante noch heerlijkheid had dat wij Hem zouden begeerd hebben. Hij was veracht en de Onwaardigste onder de mensen (Jesaja 53:3). Toen de Zone Gods naar deze aarde kwam nam Hij ons vlees en bloed aan en liet Hij Zich neerleggen in een kribbe. Als de Heere Jezus de woorden van het Hogepriesterlijk gebed bidt, duurt het niet lang meer of Hij wordt gebonden, gegeseld, en geslagen. Hij zal ontkleed worden en de vloekdood sterven. Deze Kruiskoning is de Joden een ergernis en de Grieken een dwaasheid. Maar Johannes belijdt nochtans: “Wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd”.

Het is waar dat de discipelen, toen de Heere Jezus op aarde was, meermalen diepe indrukken hebben gekregen van Christus’ heerlijkheid. Die heerlijkheid kwam openbaar als zieken werden genezen en duivels uitgeworpen. Van die heerlijkheid zijn Petrus, Johannes en Jakobus op de berg der verheerlijking getuige geweest, toen zij zagen hoe het aangezicht van de Heere Jezus blonk als de zon en Zijn klederen wit werden als het licht. Die heerlijkheid kwam ook openbaar toen de verrezen Christus na Zijn opstanding Zich aan hen openbaarde en ook wel in het bijzonder toen zij zagen dat Hij met zegenende handen van hen opvoer ten hemel. Toch geldt juist voor de discipelen dat ook zij gezien hebben hoezeer Christus Zichzelf ontledigd heeft en de gestalte van een dienstknecht aannam. Johannes heeft zelf gestaan aan de voet van het kruis. Toch belijdt hij: “Wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd”.

Alleen zij die de verschijning van de Heere Jezus werkelijk hebben lief gekregen, zullen zalig worden. Hoe zullen wij echter kunnen delen in Christus’ verhoging als wij Hem niet lief hebben gekregen in Zijn diepste vernedering? Als de zwarte bruid de schoonheid van haar Bruidegom bezingt, klinkt het: “Mijn Liefste is blank en rood…” Wie zijn het nu die in de vernederde Christus alle heerlijkheid mogen aanschouwen? Dat zijn zij die door ontdekkende genade hun verdorven hart leerden kennen en hun schuld en zonde voor ogen kregen. Zij moeten erachter komen dat hun schuld onbetaalbaar is en zelfs steeds groter wordt. Zij moeten erkennen dat zij de zonde niet uit hun leven kunnen bannen. Zij moeten sterven aan al het hunne en weten zich waardig om weggedaan te worden van voor Gods heilig aangezicht. Kent u deze ontdekking? Zij wordt daar geboren als de verhoogde Christus de Zijnen tot Zich trekt. In de weg van ontdekking wordt er een bidden en smeken geboren: “Geef mij Jezus of ik sterf”. Aan zulken komt Christus Zich te openbaren met Zijn schatten en gaven, op Zijn tijd en wijze. Nimmer komen zij beschaamd uit.

Zijn uw ogen al geopend voor uw eigen verlorenheid, dan zullen uw ogen ook geopend worden voor Christus’ heerlijkheid. De Heere Jezus heeft het Zelf gezegd: ”En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken” (Johannes 12:32). “Heere, trek ons, zo zullen wij U nalopen, opdat wij Uw heerlijkheid zouden mogen aanschouwen”.

Wouterswoude, ds. IJ.R. Bijl

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2015

Kerkblad | 24 Pagina's

De heerlijkmaking (1)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 december 2015

Kerkblad | 24 Pagina's