Afscheidsdienst
DS. H. ZWEISTRA VAN NEDERHEMERT
Op 18 mei nam ds. Zweistra afscheid van de gemeente van Nederhemert, waaraan hij sinds 2 juni 2011 verbonden was. De predikant ging met emeritaat per 1 mei. Een samenvatting van de afscheidsdienst:
Vrij van uw bloed
‘Daarom betuig ik ulieden op dezen huidigen dag, dat ik rein ben van het bloed van u allen.’ Handelingen 20:26
Paulus staat met de ouderlingen van de gemeente te Efeze op het strand om naar Jeruzalem te vertrekken. Het afscheid nemen nadert nu snel. Enige jaren heeft hij mogen werken in de gemeente. De Heere had zijn bediening in die stad rijk willen zegenen. Mensen die hun leven hadden gegeven in de dienst van de godin Diana waren van geestelijk dood geestelijk levend gemaakt. Een gemeente Gods te Efeze was ontstaan. Het rijk van de duivel mocht teruggedrongen worden en hier en daar ook metterdaad afgebroken worden. De Pinkstergeest werkte rusteloos voort en Hij verbond mensen met geloofsbanden aan de verkondigde Christus. Wonderlijke zaken! Ook heerlijke zaken om getuige te mogen zijn van de kracht die in Jezus’ bloed schuilgaat. Paulus zag dat mensen die voorheen bogen voor de goden van de tijd hun zonden beleden, de afgoden vaarwel zeiden en rust vonden in het offer van Christus. De apostel kreeg met die levend gemaakte zielen diepe geestelijke banden.
De Heere heeft ons vijf jaar geleden aan elkaar willen verbinden. Toen het beroep vanuit Nederhemert kwam, meende ik in eerste instantie te moeten bedanken. Met schaamte moet ik het belijden. Ik meende het beter te weten dan de Heere. Mijn vlees had in die beroepingsperiode een ogenblik de overhand. De indringende woorden van de Heere tot Petrus gesproken: ‘Volg gij Mij …’ (Joh. 21:22) braken de banden van verzet. Toen was ik geen gemeente meer waard. Op Zijn tijd bracht hij mij in het dorpje aan de Maas. Met nadruk zeg ik: ‘Op Zijn tijd!’ Na het aannemen van het beroep duurde het nog bijna een jaar, voordat de herdersstaf kon worden opgenomen. Nu sta ik aan het einde van een periode die naar onze beleving voorbijgevlogen is. Veel is er in die achterliggende vijf jaren gebeurd. Vele malen moest er een graf geopend worden om een geliefd pand aan de schoot der aarde toe te betrouwen. Oude mensen gingen de weg van alle vlees, maar ook jonge kinderen en jonge mannen in de kracht van hun leven. Ook mochten er huwelijken gesloten worden en gaf de Heere velen onder ons de kinderzegen. Met vreugde denk ik terug aan de uren met mijn geliefde catechisanten. In alle eenvoud mochten we samen het Woord van de Heere onderzoeken in een open sfeer. Hartelijk dank voor jullie inzet en grote betrokkenheid tijdens de catechisatie-uren. De prediking van de levende Heere is in al die jaren doorgegaan. Hij wilde een mens inschakelen om Zijn machtige boodschap van vloek en zegen onder u door te geven. En we mogen in alle ootmoed zeggen dat die prediking in uw midden door Gods Geest niet ongezegend is gebleven … Dat heeft die diepe band met u als gemeente gegeven. Daarom kan ik het me zo goed voorstellen dat het moeilijk was voor Paulus om de gemeente te verlaten. Maar hij was geen eigen baas. Hij stond in dienst van zijn Zender. Hij bepaalde de route van zijn leven. Zo ook met ons! Hij schrijft mijn levensgeschiedenis. Het uur van afscheid naderde voor Paulus en de gemeente die op het strand vertegenwoordigd was door de ouderlingen. De apostel weet dat hij deze mannen hier op de aarde niet meer zal terugzien. De weg is naar Jeruzalem …
Ik hoop u nog weer terug te mogen zien. Paulus staat bij zijn afscheidswoord ook stil bij de prediking die hij in Efeze heeft moeten brengen. En dan mag hij voor Gods heilig aangezicht zeggen dat hij rein is van het bloed van de gemeente. Met dat woord wil hij duidelijk maken dat hij de gemeente geen verkeerde boodschap heeft voorgehouden. Hij heeft ze in al die jaren Christus Jezus en Die gekruisigd mogen voorhouden. Dat was zijn liefste werk geworden. Hij kon niet anders. ‘t Was als een vuur in zijn binnenste. ‘t Was ook mijn liefste werk om Hem Die mijn ziel liefheeft te verkondigen. Ik weet dat het met veel tekort gebeurd is.
Paulus kon bij het afscheidswoord zeggen dat hij rein was van het bloed van de gemeente. Wie van ons kan en durft het hem na te zeggen? Wat heeft Paulus met die woorden willen zeggen? De kanttekenaar schrijft: ‘Dat is, onschuldig aan uw verderf, alzo ik u de weg der zaligheid getrouw heb aangewezen.’ Zijn prediking stond binnen het ‘raamwerk’ van een drieenig God, toegespitst op de gekruisigde Christus. Dat had hij als gezant van Christus mogen doen. Hij verlangde ernaar dat velen zouden buigen voor het kruis van Christus. De liefde van Christus drong hem! Hij wist dat de Heere geen lust heeft in de dood van de goddeloze. Hij was daar zelf het levende bewijs van. Door genade had hij mogen inzien dat hij ondanks alle nauwgezetheid in een godsdienstige wandel een vijand van God was. Die vijandschap zag hij ook bij zijn medereizigers naar de eeuwigheid. Vandaar die gedrevenheid in zijn prediking om het kruis van Golgotha hoog op te heffen.
Zo heb ik het ook getracht te doen onder u! Zijn Geest gaat na Pinksteren uit om mensen te leren het doemvonnis over hun leven uitgesproken te aanvaarden! Hij doet geen onrecht! Maar Hij leert ook te rusten in het dierbare bloed van Christus tot verzoening van alle zonden! Christus is de enige grond van zalig worden! Hij is voor een eerlijk gemaakte zondaar werkelijk de Schoonste aller mensenkinderen! Geliefde gemeente, de Heere verheerlijke Zijn lieve Naam in uw midden en geve Zijn vrede in de wonden van Christus in uw persoonlijk leven te ervaren. Amen.
Ds. H. Zweistra
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2016
Kerkblad | 24 Pagina's