Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus’ wederkomst (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus’ wederkomst (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IN HET EERSTE ARTIKEL ZAGEN WE DAT DE KERK BIJ DE WEDERKOMST GENIET EEN WEERZIEN VAN HAAR GEBOREN ZALIGMAKER, HAAR LIJDENDE BORG, HAAR RECHTVAARDIGMAKENDE PAASVORST, HAAR TEN HEMEL GEVAREN JEZUS DIE DAAR OP VADERS TIJD IS OM ZIJN BRUIDSKERK TE HALEN. WEERGEKOMEN OM TE OORDELEN DE LEVENDEN EN DE DODEN.

De wijze waarop Christus wederkeert

Diep onder de indruk van de Bijbelse beschrijvingen daarover probeert Guido de Brès in het laatste artikel van de Nederlandse Geloofsbelijdenis onder woorden te brengen hoe heerlijk en majestueus de wederkomst van Christus is. Hij put hiervoor overduidelijk uit Gods Woord zoals hij in zijn eerste zin al zegt. Christus’ wederkomst is een geloofszaak. Het moment van wederkeer kent een volle maat: dan is het getal der uitverkorenen vol. Dat haalt De Brès bij de apostel Johannes vandaan die het in de Openbaring van Jezus Christus moest opschrijven. In het zesde hoofdstuk daar roepen de zielen onder het altaar hoelang het nog duurt voordat het oordeel komt. Daarop volgt het antwoord dat eerst het getal vol moet van mededienstknechten en broeders die ook, als zij, gedood zullen worden. De laatste periode voorafgaande aan de wederkomst is een heftige tijd waarvan geldt dat de Heere tijdig ingrijpt omdat Hij niet toestaat en wil dat Zijn uitverkorenen verleid zouden worden. Dan verschijnt Hij met grote heerlijkheid.

De tweede verschijning is overduidelijk geheel anders dan de eerste. Bij Zijn eerste komst ‘had Hij geen gedaante noch heerlijkheid’, Hij ‘heeft Zichzelf vernietigd’ toen Hij ‘de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen’ had, Hij ‘is de mensen gelijk geworden’, in volkomen gehoorzaamheid onderging Hij de diepste vernedering van de kruisdood. Hoe anders bij Zijn tweede komst, bij Zijn wederkeer: ‘de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid van Zijn Vader’, Hij zal omstuwd en omringd zijn door legioenen engelen. ‘t Is een wederkomst die aan niemand maar dan ook werkelijk aan niemand voorbijgaat, ‘al de geslachten der aarde zullen wenen en zij zullen de Zoon des mensen zien Die daar komt op de wolken des hemels met grote kracht en heerlijkheid’. De Bijbelbeschrijvingen tarten elk voorstellingsvermogen, we kunnen het niet bevatten.

De Rechter komt binnen

Christus’ tweede komst is zichtbaar anders. Het is ook wezenlijk iets anders. De Vader stelt Zich met de tweede komst van Christus een ánder doel dan met de eerste. Voor de Zijnen geldt dat Zijn tweede komst de kroon op het werk is dat Hij in hen begon. Voor degenen daarentegen die Zijn eerste verschijning niet hebben liefgekregen is het de uitbetaling waarom zij zelf hebben gevraagd. Zijn eerste komst was niet om te oordelen maar om te verkondigen het aangename jaar des Heeren, om te boodschappen ‘Ik ben de Weg’, ‘Ik ben het Leven’, ‘Ik ben gekomen om der mensen zielen te behouden’. De gegeven reden van de eerste komst van Gods Zoon als Kribbekind, Kruiskoning en Paasvorst is: ‘de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat verloren was’. Omdat de vloek op alle mensen zonder uitzondering ligt, is Hij gekomen om de vloek van de wet dragen, om Zijn Kerk Hártelijk geloofsles te geven opdat zij hártelijk leren: ‘Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem’. Het is een komst van louter goedheid, de Vader hangt de liefdekoorden uit om daarmee de Zijnen te binden. Kortom: de honderd procent reddende opdracht.

De tweede maal dat de Zoon des mensen komt is beduidend en radicaal anders, want ‘wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid en voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt’. De Zoon des mensen komt nogmaals, maar dan om te oordelen de levenden en de doden. Hij is de Rechter. Bij Zijn tweede komst voert Hij de rechtende opdracht uit. Dat ambt ontving Hij, de volle verantwoordelijkheid van het rechtspreken is Hem geschonken. Dat zit onlosmakelijk aan Zijn eerste komst en de gevolgde lange lijdensweg vast. Nadat Hij alles had volbracht is Hem gegeven alle macht in de hemel en op aarde. Jezus Die Zich verantwoordde over Zijn doen onthulde dat de Vader niemand oordeelt maar de Vader ‘heeft al het oordeel de Zoon gegeven’. Petrus opende zijn mond om te zeggen dat zij als apostelen overal moesten prediken dat Jezus ‘van God verordend is tot een Rechter van levenden en doden’. In Athene op de Areopagus stelde Paulus die materie eveneens aan de orde: ‘God heeft een dag gesteld waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe geordineerd heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.’

De ernst en actualiteit van Christus’ wederkomst

De Heere en Zijn apostelen zijn dan ook volslagen duidelijk over een ophanden zijnde wederkomst. Midden in het leven van alledag waarschuwt Jakobus: ‘Zie, de Rechter staat voor de deur.’ Geen misverstand mogelijk. Het is een feit waarmee rekening gehouden moet worden. Christus’ wederkomst drukt een stempel op ons ondermaanse bestaan! Het is de boodschap voor hoog en laag, voor presidenten en koningen, voor Jan Rap en zijn maat: ‘Wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus, opdat een iegelijk wegdrage, hetgeen door het lichaam geschiedt, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad.’ Het is menens en bloedernstig, ieder moet met de tweede komst of wederkomst rekenen en het is van levensbelang ons daar nu in het leven op in te stellen. Niemand kan en mag het vooruitschuiven. Want over Christus’ terugkeren voor het wereld- en eindgericht staat geschreven zoals al geciteerd en ook door De Brès in zijn geloofsbelijdenis overgenomen dat voor ons de tijd onbekend is. De Enige Die het weet en bepaalt is de Vader.


Het enige wat telt is een wijs hart dat de hemelse rekenkunst oefent om de dagen te tellen.


Toch bevat de Bijbel er nog een belangrijke mededeling over. Goede voorbereiding op Jezus’ terugkeer als Rechter duldt geen uitstel want ‘de dag des Heeren zal komen als een dief in de nacht’. Zijn komst is even onverwacht als die van een inbreker. Jezus Zelf waarschuwt ons indringend voor het gevaar van mis-rekening en foute calculaties ‘want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen’. We mogen het sluitstuk van Gods heilsgeschiedenis, de wederkomst, niet op zijn beloop laten, dat is zo menselijk, vleselijk. Het alledaagse en de omstandigheden beheersen ons gemakkelijk. We brengen onze jaren door als een gedachte. Bezet met vele dingen, met zoveel ‘gewone’ dingen, gaan we op een draf onnadenkend het niet te herroepen oordeel tegemoet. In volle vaart vliegen we erheen terwijl we denken dat het zo’n vaart niet loopt. Wij lopen met de dood in de schoenen en met de dagvaarding in de hand, intussen geven we onszelf nog genoeg tijd. De dwaasheid gekroond: Wanneer we zeventig zijn en de mensen kijken ons aan, ze schatten ons amper zestig jaren, dan glunderen we dat we in andermans ogen er nog zo goed uitzien. Dat is een leven waarin niet verder gekeken wordt dan onze neus lang is en als we moeten verschijnen kijken we op onze neus en gaan we op onze neus. Komen we hier en nu God toch onder ogen. Het enige wat telt is een wijs hart dat de hemelse rekenkunst oefent om de dagen te tellen.

De Heere herhaalt onvermoeibaar als een getrouwe Onderwijzer met een groot Hart voor het verlorene: ‘Waakt dan, want gij weet de dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal.’ Bij wijze van spreken heeft ieder mens nu de dagvaarding om te verschijnen voor de Rechter in de hand en het tijdstip waarop luidt: ‘elk moment’.

Goedereede, ds. W.J. van Estrik

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2016

Kerkblad | 24 Pagina's

Christus’ wederkomst (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 juli 2016

Kerkblad | 24 Pagina's