Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jonathan Edwards

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jonathan Edwards

7 minuten leestijd

Intro

Onder hen die jong werden bekeerd, was ook het vierjarige meisje Phebe Bartlet. Zij was in 1731 geboren. Haar predikant vertelt in een verslag wat haar ouders hem naar waarheid vertelden. Haar broer van elf jaar was door zijn gesprekken het middel voor zijn zus, zodat zij in de lente van 1735 dagelijks veel in het verborgen ging bidden. In het begin leek dit onvruchtbaar. Maar op een donderdag in juli hoorde haar moeder Phebe luid spreken op een kinderlijke wijze, maar met een buitengewone ernst: ‘Ik bid U gezegende Heere, geef mij heil! Ik bid U, alstublieft, vergeef toch al mijn zonden.’ Haar moeder vroeg haar of zij bang was, dat God haar de zaligheid niet wilde geven, waarop zij in zielsangst antwoordde: ‘Ja, ik ben bang dat ik naar de hel zal gaan!’ Plotseling hield haar huilen op en sprak zij met een blijmoedig gezicht: ‘Moeder, het Koninkrijk der hemelen is tot mij gekomen!’ De Heere had haar gebed verhoord. Haar was de Zaligmaker geschonken. Op een andere keer vroeg moeder: ‘Heb je God meer lief, dan je vader of moeder? ‘Phebe antwoordde door het geloof volmondig: ‘Ja.’ Dezelfde predikant deelt in een brief één van de meest ‘verbazingwekkende gebeurtenissen van Goddelijke bewaring’ mee. Hij schrijft in 1737: ‘Ongeveer een week geleden viel de gehele galerij vol met kerkgangers met een vreselijk lawaai naar beneden op de hoofden van hen die eronder zaten. Maar dit liep wonderlijk goed af, want allen werden gespaard! Niet één been werd gebroken, alleen liepen enkele personen lichte verwondingen op’ Wat was de naam van de predikant die ons deze wonderen van bekering en bescherming meedeelt?

Biografie

Jonathan Edwards werd geboren op vrijdag 5 oktober 1703 in de pastorie te East Windsor (Amerika). Zijn moeder was een godzalige vrouw. In de thuis-opvoeding namen het heilige, het rekening houden met de dood en de noodzakelijkheid van Christuskennis een belangrijke plaats in. Hij studeerde aan de Yale Universiteit in New Haven. Aan het einde van zijn studie leerde hij op 17-jarige leeftijd een genadig God kennen. In 1726 werd hij dominee van Northampton (een dorp van 200 gezinnen in Massachusetts) als helper van opa, ds. Stoddard. Deze schreef het boekje: Een leidsman tot Christus. Het volgende jaar trouwde hij met de jonge Sarah Pierrepont. Zij was een knappe vrouw die de Heere vreesde. Hun huwelijk werd gezegend met elf kinderen. Na zeven jaar predikant te zijn, maakte hij een geestelijke opwekking mee in zijn gemeente. Een preek over Rom. 3:19: ‘Opdat alle mond gestopt worde …’, droeg veel vrucht. Wat gebeurde er in die gemeente? Iemand schreef: ‘Ik ging jarenlang niet meer naar de kerk. De laatste tijd voelde ik echter dat er iets gaande was in ons dorp. Terwijl ik vroeger altijd kritiek had op vrome kerkmensen die je doordeweeks kunnen bedriegen, merkte ik nu een kentering. Er waren sommige kerkgangers die respect afdwongen door hun leven. Ik ben toen ook eens naar de kerk gegaan. Toen was het net alsof God tot mij sprak. En sindsdien honger ik naar Hem.’ Een andere vrucht was, dat het kerkbezoek steeg en het herbergbezoek afnam.

Over die plaatselijke opwekking publiceerde hij in ‘A Faithful Narrative’ (Die God leeft nog). Tijdens zijn leven werd het al negentig maal herdrukt. En in de Engelstalige wereld werkte het mee om naar een opwekking te verlangen. Van 1740–1745 ontstond de Great Awaking, een internationale opwekking, waarin ook George Whitefield met zijn indrukwekkende preekgaven een plaats had. Edwards verkondigde dat deelname aan het Heilig Avondmaal niet is tot verwerving van het geloof, maar tot versterking ervan. Ten gevolge van dit Bijbelse inzicht werd hij in 1750 van zijn gemeente losgemaakt. Nu werd hij zendeling onder de indianen. In begin 1758 werd hij benoemd tot rector van het Princeton Seminarie. Helaas kreeg hij de pokkenziekte, werd ingeënt en stierf. Zijn sterfdag was woensdag 22 maart 1758 in Princeton. Edwards laatste woorden waren: ‘Vertrouw op God, dan behoef je niet te vrezen.’

Jeugd

Het welzijn van de kinderen en de jeugd van zijn gemeente ging Edwards zeer ter harte. In zijn dagen was het sterftecijfer onder kinderen hoog. Hij zei: ‘Het is nodig dat jonge mensen zich inspannen om bekeerd te worden, want de vreze des Heeren is zo nuttig als je jong bent. Onze kinderen zijn niet te jong om te sterven en verloren te gaan.’ Daarom preekte hij voor hen over de noodzaak van zondekennis, gehoorzaamheid, zelfdiscipline, het zoeken van God en het oprecht voor Hem leven. Dertig preken zijn bewaard gebleven. Nog nooit zijn die in onze taal vertaald.

We geven enkele gedeelten weer uit een preek over Mat. 10:37: ‘Hij die vader of moeder meer liefheeft dan mij, is Mijns niet waardig’. (Engels) Het thema van de preek was: ‘Kinderen behoren Jezus Christus lief te hebben boven alles in de wereld’. Waarom? Jezus is beminnelijk om Wie Hij is. Hij is voornamer en belangrijker dan alle koningen op aarde. Jezus is vol goedheid, genade en liefde. Hij verheugt Zich in het geven van genade. Hij staat gereed om medelijden te hebben met hen die lijden en verdriet hebben. De Liefde en genade van Christus overstijgt alles van deze wereld, zoals de zon helderder schijnt dan een kaars. Ouders zijn vaak vriendelijk voor hun kinderen, maar dat is niets vergeleken bij de vriendelijkheid van Jezus. In Jezus is meer vreugde te vinden, dan in iets anders van deze wereld. Hij weet een antwoord op al jullie vragen en Hij zal jullie gebreken heerlijk vervullen. Christus heeft meer recht op de kinderen, dan de ouders. Hij heeft hen geschapen en daarom zijn zij verplicht hun harten aan Hem te geven. Kinderen weten meer van God en Christus, dan de dieren en daarom behoren ze Hem lief te hebben. En bovendien zijn de kinderen door hun ouders bij de doop Hem gewijd. En als zij Christus niet liefhebben en zich niet Hem wijden, dan breken zij hun doop. Christus roept: ‘Kom kinderen, luister naar Mij!’ En Christus veracht het niet om gemeenschap te willen hebben met het armste kind van de armste ouders. De nederige Christus staat voor de hartendeur, klopt en roept: ‘Als je Mijn stem hoort, dan wil ik binnen komen en met jou eten.’


Als jullie Christus liefhebben, dan heb je vrede in je hart en mag je leven zonder vrees. Dan behoef je niet bang te zijn voor het onweer, want de donder is de stem van jullie Vader en Verlosser.


Toepassing

Kinderen, bedrieg je niet als je denkt Christus lief te hebben, maar het is niet zo. Als jullie Christus liefhebben, zou je dan zo zorgeloos de dingen doen die Hij heeft verboden? Waarom zondigen jullie zo gemakkelijk? Hebben jullie het woord van God lief? Houden jullie van de zondag, want dat is Christus dag? Als jullie Christus liefhebben, dan heb je vrede in je hart en mag je leven zonder vrees. Dan behoef je niet bang te zijn voor het onweer, want de donder is de stem van jullie Vader en Verlosser.

Het is aangenaam voor een ziel om Christus lief te hebben, want deze heilige genegenheid vervult haar met zoetheid. Als je sterft in je jeugd, hoe troostvol zal het dan voor je ouders zijn als ze enkele duidelijke bewijzen hadden van je oprechte liefde voor Christus. Als ze diepbedroefd zijn, zal het nog troostelozer voor hen zijn als ze moeten vrezen, dat je ziel in de hel is. Bid ernstig om de liefde tot Christus, want van nature is je hart vol liefde voor de zonde en vijandschap tegen Christus. Roep tot God, of Hij je hart naar Christus wil trekken. Vermijd de dingen die Christus haat. Kinderen, wees serieus bezig met deze zaken, volhard daarin en smeek: Trek mij, wij zullen U nalopen.’

Tot slot

Jonathan Edwards is wel genoemd de meest briljante theoloog van Amerika. Men kan hem typeren als: (opwek-kings) prediker, zendeling, rector, filosoof, liefhebbende echtgenoot en vader. Enkele theologische kenmerken van zijn prediking zijn: Gods soevereiniteit en onze verantwoordelijkheid, zonde en genade, hel en hemel, rechtvaardiging en heiliging, schijn en zijn. En tegenover tegenstanders (rationalisten) van de opwekking verdedigde hij het ervaringskarakter van het christelijk geloof. Met nadruk verkondigde hij, dat een dode zondaar geestelijk levend wordt, omdat de Heere werkt door Woord en Geest!

De Heere vervulle uit vrije genade ook vandaag Zijn belofte: ‘De gedachtenis des rechtvaardigen zal tot zegening zijn.’

Leerbroek A.B. Goedhart

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

Jonathan Edwards

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2017

Kerkblad | 24 Pagina's