Het psalmboek als liedboek van de Zoon
'WAAROM ZINGEN WIJ EIGENLIJK DE PSALMEN IN DE KERK?' WELLICHT HEBT U DIE VRAAG ZELF WEL EENS GEHAD OF OM U HEEN GEHOORD. IS HET ZINGEN VAN DE PSALMEN NIET TE OUDERWETS? ZOUDEN WIJ GOD NIET KUNNEN LOVEN IN EIGENTIJDSE WOORDEN?
Vooral onder de jongeren hoor ik regelmatig het verlangen om gezangen te zingen. De jongeren luisteren graag naar gezangen met eigentijdse melodieën en bewoordingen. Er zijn ook talloze mooie gezangen om te zingen. Eén van onze docenten op het seminarie probeerde de studenten liefde bij te brengen tot de Gadsby’s hymns. Dit zijn hymns of gezangen die gedicht zijn door puriteinen, waaronder bijvoorbeeld Amazing Grace. Ook in Nederland zijn mooie gezangen geschreven. Ik denk alleen al aan De lofzangen Israels van Groenewegen.
In een drietal artikelen wil ik antwoorden aanreiken op de vraag waarom wij eigenlijk de psalmen zo’n centrale plaats geven in de eredienst en het christelijk leven. In vele andere kerkelijke gemeenten neemt het zingen van gezangen een veel grotere plaats in dan onder ons gebruikelijk is. We zouden de nadelen van het zingen van gezangen kunnen onderzoeken, dat dat is nu niet het doel. De reden dat wij bijzonder oog hebben voor de psalmen komt niet door de nadelen die aan gezangen kunnen kleven, maar ligt in de schoonheid van de psalmen zelf. Deze schoonheid wil ik u beschrijven in een drietal artikelen.
In dit eerste artikel breng ik naar voren dat de Zaligmaker de psalmen zong. De psalmen zijn het liedboek van Christus en dat is genoeg reden om het ook ons liedboek te laten zijn. In het volgende artikel zal ik laten zien hoe de psalmen de schatkamer zijn van de daden van God. Tot slot letten we in het laatste artikel op het psalmboek als de apotheek van de Heilige Geest. In de psalmen heeft Hij Zijn medicijnen opgeborgen om de strijdende kerk te troosten, op te bouwen en te vermanen.
Waarom geven wij de psalmen een centrale plaats in het christelijk leven en de eredienst? Het eerste antwoord is: omdat de Heere Zelf deze psalmen zong. Nadat Hij het Heilig Avondmaal had bediend, zong Hij de lofzang (Mattheus 26:30; Markus 14:26). De lofzang zijn de psalmen 115-118. Na de tweede beker tijdens het Pascha zong men het kleine hallel, de psalmen 113 en 114. Na de paasmaaltijd het grote hallel, de lofzang, psalm 115- 118. Als de Heere dit zingt, is het lijden in de hof van Gethsemané dichtbij. De kruisdood zal de volgende dag plaatsvinden. Vlak voor deze gebeurtenis zingt de Heiland: ‘Ik heb lief, want de Heere hoort mijn stem, mijn smekingen’ (Psalm 116:1). ‘Banden des doods hadden Mij omvangen, en de angsten der hel hadden Mij getroffen; Ik vond benauwdheid en droefenis. Maar Ik riep de Naam des Heeren aan’ (Psalm 116:3,4a). Op deze wijze legde Hij Zijn nood bij de Heere neer.
De psalmen brengen vaak onder woorden wat in het hart van de kerk leeft. God geeft de psalmen zodat wij in de nood van ons leven, net als Christus, woorden mogen hebben om al onze zorgen aan Hem bekend te maken. De Heere Jezus zong de psalmen tijdens Zijn sterven. We horen Hem psalm 22 op de lippen nemen: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten’. De laatste adem blaast Hij uit met de woorden uit psalm 31: ‘In Uw handen beveel Ik Mijn Geest’. Dat wij allen de Heere hierin mogen navolgen: sterven met psalmwoorden op de lippen. Wat is het rijk als u uw ouders, uw man of vrouw met de woorden van een psalm mag zien afreizen. Wat is het vertroostend als een geliefde zingend deze wereld kan verlaten. Meermalen in het pastoraat hebben we gehoord hoe dierbaren met de laatste kracht, in navolging van hun Zaligmaker, met een psalm op hun lippen, stierven. Zulke sterfbedden laten een onuitwisbare indruk na bij de achtergeblevenen. ‘Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God, de bron van vreugd’.
De Koning van de Kerk heeft in de nood van Zijn leven de psalmen gezongen. Dat is de reden waarom bij ons de psalmen hoog aangeschreven staan. Jezus heeft niet alleen Zelf de psalmen gezongen, maar de psalmen zingen ook over Jezus. Petrus laat in de pinksterpreek uit Handelingen 2 zien, aan de hand van psalm 16, dat het onmogelijk is dat de Heere in het graf zou blijven. Hij kon geen verderving zien. Hij moest opstaan. Vervolgens citeert Petrus psalm 110 dat de Heere Jezus nu aan de rechterhand van God zit. In Hebreeën 1 worden de psalmen 8, 40 en 110 toegepast op Christus. Hij is de Zoon des mensen, Hij is de Gezalfde en Hij zit aan de rechterhand van God. Het boek der Psalmen is het meest geciteerde boek uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament. Kortom de psalmen werden niet alleen door de Heere gezongen, maar bezingen ook het heilswerk van de Heere.
Laten wij de psalmen blijven zingen, in navolging van Christus en met het oog op Christus. Het is wel belangrijk dat wij de psalmen zingen in de wetenschap dat de verlossing in Christus gekomen is. De oudtestamentische dichters zongen de psalmen in verwachting van de komende verlossing. Zoals wij bijvoorbeeld zingen met Psalm 130: ‘Ik blijf de Heer’ verwachten’ of ‘Er zal verlossing komen’. Wij weten dat God verlossing heeft gezonden in Christus. De verlossing is gekomen. Het heil is werkelijkheid geworden.
De psalmen brengen vaak onder woorden wat in het hart van de kerk leeft.
Nu mogen wij zeker ook deze psalmen zingen als gebed om de toe-eigening van het gekomen heil: ‘Heere, wilt Gij ook mij laten delen in Uw Zaligheid’. Tegelijk dienen wij de psalmen te zingen in verwondering over de gekomen verlossing in Christus. Wanneer wij dit laatste niet doen, dan plaatsen wij de psalmen terug in de oudtestamentische bedeling en zal de roep om gezangen onder ons sterk toenemen. Het Nieuwe Testament geeft ons duidelijk mee dat de psalmen in Christus vervuld zijn. De gebeden van de dichters zijn in Christus verhoord. De vraag voor ons persoonlijk is of wij de psalmen al hebben gezongen in verwondering over Christus: ‘Hij was het die mijn heil bewerkte, dies loof ik Hem mijn leven lang’ (Ps. 118:7 berijmd). Vrije genade voor verloren mensen. Onbevattelijk is het wat God in Christus heeft gedaan voor Zijn Kerk. ‘Ik zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen’ (Ps. 89:1 berijmd). Zingt u daar ook over al mee?
In het volgende artikel staan we stil bij het boek der Psalmen waarin de daden van God worden bezongen. Het derde artikel zal gaan over de Heilige Geest en de psalmen.
Melissant, ds. G.T. van Appeldoorn
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 2017
Kerkblad | 24 Pagina's