Geloofsbelijdenis en dan?

Gemeente-zijn

Door het afleggen van geloofsbelijdenis word je lid van de kerkelijke gemeente. De gemeente mag dan ook op je rekenen. Hanneke: “Als gemeente heb je elkaar nodig. Je kunt elkaar bemoedigen en ondersteunen. Dit gebeurt ook op JV tijdens de groepsbesprekingen. Je wijst elkaar op Gods Woord.” Bethina: “Maar er wordt ook op je gelet. Daarom moet je je bewust zijn van wat je doet en hoe je zelf leeft. Is dit in overeenstemming met je belijdenis? Ik wil er graag voor anderen zijn en bid of de vrucht van de Geest ook steeds meer gestalte in mij mag krijgen.”

Lianne: “Veel leeftijdsgenoten vinden het fijn om over God en geestelijke zaken door te praten. Anderen vinden het juist moeilijk. Dat merkten we tijdens het kamp. Er werd volop gepraat, maar als het over geloof ging, stopten ze. Sommigen twijfelen zelfs of het Woord van God wel waar is. Dan bid ik of God mij wil helpen.”

Een echte wekker

Hanneke: “Het gebed noemen ze ook weleens de sleutel van de dag. Zo zie ik het ook. Het is zo goed om ’s morgens de dag aan de Heere voor te leggen. Hij wil bevestigen dat de Heilige Geest mij ook deze dag zal leiden.”

Lianne: “Voor het gebed ‘s morgens en ‘s avonds probeer ik altijd tijd te maken. Soms heb ik wel meer besef nodig van afhankelijkheid. Werkelijk alles is genade!”

Tijdens het bidden kun je snel afgeleid zijn. Lianne: “Bijbellezen en bidden terwijl mijn telefoon dichtbij ligt, kan ik eigenlijk niet. Daarom leg ik hem bewust weg.” Hanneke heeft een normale wekker gekocht. “Dan hoef ik ‘s morgens niet als eerste mijn telefoon vast te hebben. Ook kan ik mijn gedachten veel beter bij mijn lezen en gebed houden. Het wegleggen van de telefoon vraagt wel veel discipline.”

Versterking

Het geloof wordt aangevochten. Door de dagelijkse omgang met God wil Hij het geloof versterken. Ook het Heilig Avondmaal gebruikt Hij daarvoor. Bethina: “Door je belijdenis vraag je toestemming van de kerkenraad om aan te gaan. Maar als het goed is heb je eerst al ‘toestemming’ van God gekregen. Door Hem te kennen als je persoonlijke Zaligmaker. Waar doe je anders belijdenis van?” Leonie: “De duivel laat je twijfelen. Die strijd zal hier op aarde altijd blijven. Maar het Heilig Avondmaal is er niet om te belijden dat wij in onszelf zo goed zijn en ons geloof zo volkomen is. God wil juist het zwakke geloof versterken.”

En jij?

Ga jij het volgende seizoen de belijdeniscatechese volgen? Of twijfel je nog?

Bethina: “Waar twijfel je over? Kijk niet naar je eigen tekorten. Maar kijk naar Christus! Het gaat om Hem! Bij jou ook? Zie op Hem. Hij is groter dan jij!”

Leonie: “Houdt vast aan de beloften van God: Zoekt en gij zúlt vinden! En: wie van het levende water drinkt zal nóóit meer dorsten!”

WAT IS JOUW ANTWOORD?

Voor de openbare geloofsbelijdenis is geen apart formulier. Wel zijn er in het verleden door verschillende mensen ‘belijdenisvragen’ opgesteld. Tekstueel zijn er verschillen, maar ze gaan grotendeels wel over dezelfde inhoud. In de kerkorde is vastgelegd dat de kerkenraad zelf hierin een keuze kan maken. Heel bekend zijn de ‘belijdenisvragen van Voetius’:

Verklaart u dat u de leer van onze kerk, die u geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schriften?

De leer van de kerk ‘houden voor de ware en zaligmakende leer’ kun je verstandelijk doen, zonder dat je de zaligheid zelfs maar begeert. Maar is dat eerlijk? Als je zegt dat de boodschap van de Bijbel zaligmakend is, dan heb je toch ook ontdekt dat deze onmisbaar is, dan ben je deze gaan zoeken en heb je dit mogen ervaren.

Belooft u dat u door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven, en in haar zult leven en sterven?

Gods genade wordt hier genoemd, omdat je weet: zonder deze genade zal ik niet standvastig zijn. Alleen als je beseft wat Gods genade inhoudt en je dus van de almacht en trouw van God overtuigd bent, kun je eerlijk ‘ja’ zeggen op deze vraag.

Belooft u dat u in overeenstemming met deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten, en dat u uw belijdenis met goede werken zult versieren?

Beloven dat je godvruchtig (godvrezend), eerbaar (zodat iedereen respect voor je heeft) en onberispelijk (zodat niemand je van onoprechtheid kan betichten) zult leven, heeft alleen inhoud als je de Heere hartelijk liefhebt.

Met goede werken wordt bedoeld wat antwoord 91 van de Catechismus daarover zegt: die voortkomen uit een waar geloof, in overeenstemming met Gods wet en alleen Hem ter ere gebeuren. Het ware geloof is dus onmisbaar.

Belooft u dat u zich aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien het zou gebeuren (wat God verhoede), dat u zich in leer of leven zou misgaan?

Hiermee belijd je je te onderwerpen aan de vermaning of onderwijzing en aansporing van de kerkenraad. Dit houdt niet in dat je het in alles met het beleid en met de standpunten van de kerkenraad / gemeente eens moet zijn, maar wel dat je belooft je te schikken naar hun beleid. Het geweten blijft echter altijd vrij om het ergens mee eens te zijn of niet (en geen kerkenraad mag iemands geweten binden), maar in de praktijk kan het betekenen dat je je aanpast aan dingen die de kerkenraad anders ziet dan jij. Let wel: altijd onder het voorbehoud dat het niet tegen Gods Woord in gaat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen