Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Opkomst van het refobaptisme

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Opkomst van het refobaptisme

UITDAGING OF BEDREIGING? (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gemeente van gedoopte christenen te Franeker

De gemeente te Franeker bleef na het vertrek van Evert Teves voortbestaan. Uit de weinige gegevens die ons ter beschikking staan blijkt dat de gemeente, ondanks de bezwaren van Teves, een gereformeerd en bevindelijk karakter bewaarde totdat zij ophield te bestaan. De gemeente kerkte van meetaf in de Zilverstraat in een voormalige doopsgezinde Vermaning. Het kerkgebouw is nog intact. De gemeente is nog maar enkele jaren geleden ter ziele gegaan. Op het laatst, iets meer dan tien jaar geleden, waren er nog twee vrouwelijke leden over. Een er van, mevr. H. Hoekstra-Kuperus, ontmoette ik tweemaal. Dat was in 2004 en 2005. Zij woonde in de kerk. Het rechthoekige kerkgebouw staat wat achteraf, met een schuin dak. Op de voorgevel naast de deur was een bord bevestigd waarop stond geschreven: ‘Gemeente van gedoopte christenen’.

Vanuit het halletje van de kerk voerde een trap naar boven. Daar kwam ik in het gedeelte waar mevr. Hoekstra woonde. Zij vertelde van de geschiedenis van de gemeente en haar geloofsovertuiging. Bevindelijke klanken luisterde ik op uit haar mond. Ooit bloeide de gemeente. Maar het was al jaren geleden dat de laatste voorganger, T. van Diggelen, was overleden. Nog langer geleden werd de gemeente gediend door Pier Salverda. In zijn tijd telde de gemeente nog ongeveer 60 leden. Mevr. Hoekstra liet mij het interieur van de kerk zien. “‘s Zondags zitten mijn zuster en ik hier om een tafel onder de preekstoel en lezen een preek. Ja, eigenlijk is het niet goed dat wij als twee vrouwen hier kerk houden. Maar helaas, er is geen man meer bij ons die de dienst kan leiden. Daarom gaan wij tweeën toch maar door. Want de Heere heeft gezegd: ‘Zeg de kinderen Israëls dat zij voorttrekken’.” Met haar zuster bedoelde mevr. Hoekstra een zuster in het geloof, die in het bejaardenhuis van Tzum woonde. Mevr. Hoekstra liet mij zien welke preken zij samen lazen. Preken van Philpot, maar ook van Smytegelt, Comrie, oude christelijke gereformeerde en hervormde predikanten en ook wel vanuit de (oud) gereformeerde gemeenten. Toen de gemeente nog bloeide kwamen er van tijd tot tijd mensen tot ruimte. Wanneer iemand kon vertellen hoe de Heere hem stil gezet en tot bekering had gebracht, werd hij gedoopt.

Bevindelijke baptisten

De Gemeente van Gedoopte Christenen in Franeker had een bevindelijk karakter. Men oriënteerde zich sterk op Philpot. Er waren door de jaren heen contacten met hervormden en christelijke gereformeerden die dezelfde bevindelijke grondslag deelden. In de periode dat dhr. L. van der Sluys (1915-1995) als hulpprediker de hervormde evangelisatie van Kollum diende, heeft hij een aantal begrafenissen geleid van kinderen Gods die tot de Gemeente van Gedoopte Christenen in Franeker behoorden. De christelijke gereformeerde ds. J. Tamminga (1907-1984) stond vanaf het begin van de jaren ‘50 in Canada, nadat hij eerst enkele gemeenten in ons land had gediend. Zijn vrouw was afkomstig uit de Franeker Gemeente van Gedoopte Christenen.

Bijna veertig jaar geleden (aug. 1977) berichtte het Reformatorisch Dagblad over deze gemeente. Toen bestond de gemeente nog uit acht ‘zusters’. Een van hen, mevr. Tj. Kuperus vertelde toen: “Vanaf mijn 17e jaar ging het eeuwig wel en wee mij zwaar wegen, omdat de angst der hel mij alle troost deed missen. Maar toen ik 22 was, kwam ik in de ruimte: Gij zijt verlost. Hij heeft u welgedaan. Toen werd alles vrede.” Het heeft nog acht jaar geduurd voordat mevr. Kuperus zich heeft laten dopen. Maar toen kon zij niet anders meer. Gesterkt door de woorden “vele wateren zullen deze liefde niet kunnen blussen”, mocht ze haar getuigenis voor de gemeente geven. Mogelijk zijn er nog wel andere gemeenten geweest van dezelfde bevindelijke signatuur, maar Franeker is toch eigenlijk de laatste geweest die ophield te bestaan. Kort na mijn tweede bezoek (2005) aan het laatste lid van de Gemeente van Gedoopte Christenen, overleed zij. Deze gemeente is nu niet meer. Het kerkgebouw is ondergebracht in een stichting en wordt momenteel gerestaureerd.

Invloed vanuit Oost-Friesland (Dld.)

Zoals in een vorig artikel gezegd had dr. G.A. Wumkes in Het Friese Reveil in portretten al iets geschreven over het ontstaan van de Gemeente van Gedoopte Christenen te Franeker. Dr. Wumkes schreef nog een ander boek, De opkomst en vestiging van het baptisme in Nederland (1912). In dit boek toont hij aan dat het baptisme in ons land werd geïntroduceerd vanuit Duitsland, sinds het begin van de 19e eeuw. Dit baptisme droeg in het begin en nog geruime tijd daarna een gereformeerd stempel, in de lijn van de Particular (en Strict) Baptists in Engeland.

Aan het begin van de 19e eeuw schoot het gereformeerde baptisme wortel in Oost-Friesland (Dld.), en daar vanuit kwam het noorden van ons land er mee in aanraking. Wumkes verhaalt van ene Harm Willms (1822-1893), een Duitse boer te Ihrhove, maar tegelijk meer dan dertig jaar lang prediker en ouderling. Hij kwam tot bekering door het lezen van Luthers inleiding op de brief aan de Romeinen. Hij wist zich geroepen als Gideon op de dorsvloer. Op een dag, toen hij temidden van zielenstrijd en bekommering aan het dorsen was, wierp hij de vlegel neer en riep vol blijdschap: “Nu weet ik dat Jezus ook mijn Verlosser is”. Kort daarna werd hij gedoopt. Wumkes schrijft dat Willms’ preken “getuigden van rijp nadenken, van een door den Geest Gods verlicht verstand en zij gaven den toehoorder voedsel voor verstand en hart. De kern van zijn prediking was ‘de verzoening der zonde in Jezus’ bloed en de rechtvaardiging des zondaars door het geloof alleen”. Wumkes vervolgt: “Het was hem gegeven deze hartader der heilsopenbaring met zeldzame klaarheid voor te stellen. Hoe ernstig wist hij de zorgeloozen te waarschuwen, de bekommerden te troosten en te bestieren en de geloovigen teerkost te bieden op den weg. Zijn strijdschriften over den doop tegen de Geref. predikanten Pieters en Kreulen (…) deden hem kennen als een geharnast kampioen”.

In 1863 verscheen een Nederlandstalige publicatie van Willms, met de volgende zeer uitgebreide en wel wat bijzondere titel: De kinderdoop der gereformeerden, volgens het werkje van K.J. Pieters en J.R. Kreulen, predikanten bij de Chr. Afgesch. Geref. Gem. te Franeker en Hallum, is buiten en tegen het bevel des Heeren, en is in strijd met de leer van de onmagt des menschen tot geestelijk goed; met de leer van de personele verkiezing; met de leer van de bijzondere verlossing; met de leer van de krachtdadige roeping; met de leer van de volharding. Volgens het titelblad noemt Willms zich “ouderling bij de gem. der gedoopte christenen te Ihren in Oostvriesland”. Willms keert zich tegen de opvatting van de afgescheiden predikanten Pieters en Kreulen die de kinderdoop verdedigen, stelt op zijn beurt dat de gemeente alleen uit wedergeborenen bestaat. Hij verwerpt het onderscheid tussen de zichtbare en onzichtbare kerk. Ook ontkent hij dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen.

Dr. Wumkes, zelf hervormd, schrijft vanuit geestverwantschap over de opkomst van het baptisme in ons land. Hij maakt duidelijk dat vele baptisten uit de eerste periode het calvinisme waren toegedaan en wars van de leer van de algemene verzoening die men allerverderfelijkst vond. Zo is het niet gebleven. Zowel in Duitsland als ons land verloor het overgrote deel van de baptistengemeenten tegen het einde van de 19e eeuw het calvinistische karakter, een aantal gemeenten uitgezonderd.

Oorzaken voor deze verwijdering van de gereformeerde wortels moeten onder andere gezocht worden in het succes van de opwekkingsbeweging van de Amerikaanse evangelisten Sankey en Moody. Dwight L. Moody (1837-1899) riep tijdens evangelisatiecampagnes mensen op naar voren te komen. Hij was verbonden aan de zogenaamde Holiness Movement, een beweging ontstaan vanuit het methodisme die in haar theologie arminiaans is en de leer van de ‘tweede zegen’ aanhangt. Moody en Sankey deden vele gemeenten in Amerika en Europa afwijken van het gereformeerde spoor.

(wordt vervolgd)

Rijssen, ds. H. Lassche

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

Opkomst van het refobaptisme

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 juli 2017

Kerkblad | 24 Pagina's