Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gewetensvrijheid in het geding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gewetensvrijheid in het geding

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een grondige studie van een aanvankelijke buitenstaander

In opdracht van de Guido de Brès Stichting, het wetenschappelijk bureau van de SGP, deed Amanda Kluveld een politiek-historisch onderzoek naar de kwestie van gewetensvrijheid, terwijl prof. dr. M.J. Kater gelijktijdig een zelfde soort onderzoek deed naar tolerantie. De keuze van de Guido de Brès Stichting om Kluveld een opdracht te geven om onderzoek voor haar te doen was in zeker zin op¬mer¬kelijk. Kluveld is afkomstig uit een atheïstisch milieu. Als columnist schreef deze begaafde histo¬rica tal van bijdragen in onder andere het NRC en de Volkskrant. Daarin gaf zij een eigen maar geen christelijk geluid. Toen in 2009 Bart Jan Spruyt haar interviewde in HP/De Tijd viel haar openheid naar het christe¬lijk geloof op. Inmiddels komt zij er al enkele jaren openlijk voor uit dat zij christen wenst te zijn.

Als aanvankelijke buitenstaander heeft Kluveld zich zeer consciëntieus van haar taak gekweten. Het resultaat dat zij heeft neergelegd, laat zien dat de SGP het geld voor onderzoek niet voor niets heeft uit¬gegeven. Voordat zij ingaat op het vraagstuk van gewetensvrijheid, geeft Kluveld een analyse van wat onder het geweten zelf wordt verstaan. Zij laat zien dat in de rooms-katholieke theologie het geweten als de stem van God in het binnenste wordt gezien. Onder andere verwijst zij naar paus Bene¬dictus XVI. Deze paus wees erop dat niet het minst in landen die tolerantie zeggen voor te staan de gewetensvrijheid van christenen gevaar loopt. Zo is er een zware druk op christenen om in het publieke domein tegen de stem van het gewe¬ten in te gaan. Dat is een geluid waarin protestantse christenen zich herkennen.

Het verschil tussen de rooms-katholieke en klassiek protestantse en gereformeerde opvatting van het geweten is, zo laat Kluveld zien, dat in de protestantse theologie aandacht wordt gevraagd voor het feit dat ook het geweten zelf is aangetast door de zonde. De stem van het geweten moet onderworpen worden aan de stem van het Woord van God. Het is de verdienste van Kluveld dat zij aantoont hoezeer ds. Kersten, de stichter van de SGP, in zijn politieke optreden op deze wijze is opgekomen voor ge¬wetensvrijheid. Daarbij ging het om zaken als vrouwenkiesrecht, inenten en verzekeren. Kersten hield de overheid voor dat zij van haar onder-danen niet kan en mag eisen dat zij dingen doen die naar hun diepe overtuiging tegen het Woord van God ingaan. Over gewetensvrijheid in algemene zin en welke ruimte de overheid daarbij moet bieden, heeft Kersten zich nauwelijks uitgelaten.

Gewetensvrijheid en artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis

Kluveld merkt op dat de laatste decennia de bezinning rondom het thema van gewetensvrijheid in de kring van de SGP vooral heeft gecirkeld rond de uitleg van artikel 36 van de Nederlandse Geloofs¬belij¬de¬nis. De houding van de SGP was: geen geloofsdwang, maar ook geen gods-dienst¬vrijheid. Kluveld laat zien dat de SGP de laatste jaren steeds meer is opgeschoven in de richting van acceptatie van de gods¬dienst¬vrijheid. Niet alleen geeft de SGP de laatste jaren aan dat zij tegen geloofsdwang is, maar ook dat zij aan andere overtuigingen belijdenisvrijheid en in beperkte mate expressievrijheid wil geven.

Kluveld beschrijft de verandering in accenten zonder veel commentaar. Zelf waardeer ik die verande¬ring positief. Geloofsdwang is onverenigbaar met het geestelijke karakter van het christelijke geloof. Als geloofsdwang echt wordt afgewezen is een zekere mate van belijdenis-vrijheid en expressievrijheid onontkoombaar. Dat was in de negentiende eeuw trouwens ook de lijn van Groen van Prinsterer. Kluveld legt er ook de vinger bij dat in de nota Gerechtigheid verhoogt een volk het woord ‘theocratie’ niet langer wordt gebruikt, maar dat er wordt gesproken over Bijbels genormeerde politiek. Ik merk op dat het opgeven van het woord theo-cratie niet als een verlies behoeft te worden beschouwd. Ds. Kersten en ds. Zandt gebruikten het niet. Onder invloed van prof. dr. A.A. van Ruler ging men er in de kring van de SGP toe over. Het woord roept echter in onze tijd onnodig misverstanden op.

Kluveld wijst erop dat de SGP nog altijd nadrukkelijk gelijkberechtiging van godsdiensten afwijst. Dat gebeurt met een beroep op de historische gewortelde christelijke en protestantse identiteit van Neder¬land. Ik zou eraan toe willen voegen dat het uiteindelijke argument de waarheid van het christelijke, gerefor¬meerde geloof moet zijn. De positievere houding ten opzichte van godsdienstvrijheid bij de SGP heeft te maken met het feit dat men dit recht ziet als een beschermend schild tegen seculiere overheidsbemoeienis.

Boven Hardinxveld, ds. P. de Vries

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2017

Kerkblad | 24 Pagina's

Gewetensvrijheid in het geding

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2017

Kerkblad | 24 Pagina's