Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prediking en kerkelijke besluitvorming

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prediking en kerkelijke besluitvorming

PREDIKING EN PREDIKERS IN DE EERSTE 50 JAAR NA DE REFORMATIE (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een eerste artikel hebben we stilgestaan bij de besluitvorming van de kerk van de hervorming betreffende de tweeledige opleiding tot het ambt van dienaar van het Woord: studie en preekoefening. In een tweede artikel stonden we stil bij een boekje over de prediking dat studenten konden gebruiken als leidraad voor het laatstgenoemde deel van hun studie. De derde keer werd nog een en ander uit dat boekje doorgegeven en reikten we wat eerste gegevens aan over de toelating tot de kansel en de toelating tot het ambt van predikant. Wat daarvan rest is de nodige informatie over examens.

Van één naar twee examens

Al vrij vroeg in de geschiedenis van de kerk van de reformatie in ons land besluit de kerk om twee examens af te nemen van studenten. Eén op het moment dat een student al of niet toestemming krijgt om in de erediensten voor te gaan. En één op het moment dat een student zijn studie heeft afgerond en er een beroep op hem is uitgebracht. Naarmate de zorgen over de bijbels gereformeerde leer in de kerk van de reformatie in Nederland toenamen, werden de examens grondiger. Pijnlijk genoeg viel het hele geschil rondom het Arminianisme al voor in de eerste 50 jaren van ambtelijk functioneren van de genoemde kerk.

Examen in Zeeland

Uit de besluiten van de Classis Walcheren is op te maken, hoe serieus men de toelating tot het ambt nam in 1618. Voor het tweede examen trok men in de zomer een volle dag uit. ‘s Morgens van negen tot twaalf en ‘s middags van twee tot vijf. In de winter spreidde men het examen uit over twee dagen. Dat zal te maken hebben gehad met het feit, dat men leden van de classicale vergadering en studenten niet in het donker naar en van het examen wilde laten reizen. Hoe verliep zo’n examen van een student die beroepen was in een van de gemeenten binnen de classis? Eerst moest er een getuigschrift over de student worden aangereikt aan de classicale vergadering. Ontbrak een bevredigend getuigschrift betreffende leer en leven, dan werd er geen examen afgenomen.

De bijbels gereformeerde leer

Vervolgens kreeg de preses van de classicale vergadering gelegenheid om de student te bevragen op elk onderdeel van de gereformeerde leer van de kerk, aan de hand van de Heidelbergse Catechismus. Een student moest in staat zijn om elk element van de leer helder te verwoorden. Bovendien moest hij gegevens uit de Heilige Schrift weten aan te dragen om een en ander te onderbouwen. Nadat de hele Catechismus op deze manier was doorgenomen, had de preses de bevoegdheid om nog een aantal extra vragen aan de student voor te leggen over de leer van de kerk. Ook andere leden van de classicale vergadering kregen die gelegenheid. Van die gelegenheid werd gebruik gemaakt als een of meerdere leden van de vergadering nog niet ten volle overtuigd waren van de volledige aanvaarding van de bijbels gereformeerde leer door de student. Het viel wel eens voor dat iemand het tweede examen moest overdoen, omdat men ter classicale vergadering van mening was dat de student te weinig kennis van de Heilige Schrift bezat.

Mannen met singuliere gaven

Vooral in de begin tijd van de kerk van de reformatie waren er heel wat mannen die de vereiste vooropleiding niet hadden genoten om in aanmerking te komen voor het ambt van predikant. Voor dergelijke personen was er toch een mogelijkheid om toegelaten te worden tot de kansel en tot het ambt van predikant. Wanneer de kerkenraad van de betreffende persoon overtuigd was van zijn roeping tot het ambt én overtuigd was van zijn goed verstand en onderscheidingsvermogen, dan kon hij verwezen worden naar de classicale vergadering. Na toestemming te hebben gekregen van de provinciale synode kon de classicale vergadering een dergelijke student examineren. Verliep dat eerste examen positief, dan werd de man met singuliere gaven aangeraden om veel te lezen in de Heilige Schrift en zich te verdiepen in de vragen over de geloofsleer die op dat moment in de kerk aan de orde waren.

Mannen uit de roomse kerk en uit allerlei groepen

In de eerste jaren van de kerk van de reformatie in ons land waren er nogal wat monniken en priesters die predikant wilden worden. Daarnaast dienden zich mannen aan die hadden behoord bij groepen ‘wederdopers’. De kerkelijke vergaderingen betrachtten extra voorzichtigheid wanneer dergelijke personen zich aandienden. Na bevredigend onderzoek naar iemands verleden werd een ruime periode van beproeven ingesteld voor en aleer men over ging tot het examineren en toelaten van zo iemand.

De belijdenissen ondertekenen

Steeds heeft men van studenten die hun examen(s) bevredigend aflegden en van predikanten gevraagd om de gereformeerde belijdenissen te ondertekenen. Op deze manier werd door elk die bevoegdheid kreeg om te preken en werd toegelaten tot het ambt volledige instemming betuigd met de inhoud van de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Heidelbergse Catechismus (en na 1619 meer en meer ook met de Dordtse Leerregels). De kerk hechtte eraan dat daarmee de eenheid in de leer zou worden betuigd door elke predikant.

De situatie van vandaag

Het mag algemeen bekend worden verondersteld, dat een groot deel van de verantwoordelijkheid in deze dingen door de Generale Synode van onze kerk is toevertrouwd aan de Commissie Toelating. Tegelijkertijd zal duidelijk zijn dat deze Commissie zijn taak alleen naar behoren kan vervullen in goede samenspraak met de docenten van het Hersteld Hervormd Seminarie aan de Vrije Universiteit.

In onze kerk wordt namelijk het examen betreffende de leer van de kerk gedaan aan het einde van de universitaire studie. De docenten van het Hersteld Hervormd Seminarie nemen dit examen af. Juist in een tijd van verstarring en verwarring betreffende de gereformeerde leer zal het dienstig zijn dat genoemd examen haar grondig karakter behoudt. Het is van het grootst belang dat student en aan het einde van hun studietijd grondige kennis van de Heilige Schrift bezitten en daarbij zich terdege hebben verdiept in elk aspect van de bijbels gereformeerde leer. Voor een gezond kerkelijk functioneren van (toekomstige) dienaren van het Woord is één en ander onontbeerlijk.

Zomba, Malawi, C.J.P. van der Bas, V.D.M.

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

Prediking en kerkelijke besluitvorming

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2018

Kerkblad | 24 Pagina's