Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit (slot)

VERVOLG VAN KERKBLAD 19

6 minuten leestijd

Er kan over homoseksualiteit, ook van de biologie, de sociologie, de geschiedenis enzovoorts. worden nagedacht. DeYoung ontkent niet dat er winst uit te behalen is, maar voor een christen is de eerste en laatste vraag: wat leert de Schrift? Wat zegt God? Hooguit zijdelings gaat hij ook in op de vele praktische vragen op dit gebied, zoals: Hoe vertel ik het mijn ouders? Hoe kan ik mijn kind bijstaan in zijn of haar worsteling? Mag ik naar een huwelijksfeest van mensen van hetzelfde geslacht? Hoe kan ik strijden tegen homoseksuele lustgevoelens? DeYoung ontkent bepaalt niet het belang van deze vragen. Niet altijd is een simpel antwoord mogelijk en ten allen tijde moet worden meegeleefd. De grote vraag blijft echter: vanuit welk kader doen wij dat?

De auteur komt er meteen ronduit voor uit dat hij uitgaat van de klassieke visie op het huwelijk. Dat betekent dat seksuele intimiteit tussen mensen van hetzelfde geslacht zonde is. Terecht zegt hij dat de Bijbelse visie ook op een Bijbelse wijze moet worden onderbouwd en gebracht. Daarin wil zijn boekje een handreiking zijn. Het is niet mogelijk uitvoerig bij alle Bijbelse gegevens stil te staan. Uiteraard begint DeYoung met de eerste hoofdstukken van de Bijbel. Hij laat zien dat homoseksualiteit op geen enkele wijze past binnen Gods scheppingsorde. In Leviticus 18 en 20 worden seksuele gemeenschap tijdens menstruatie, seksuele gemeenschap met de vrouw van een andere man, seksuele gemeenschap met iemand van hetzelfde geslacht en seksuele gemeenschap met een dier afgewezen. Daarbij is er sprake van een zich steeds verder weg bewegen van Gods plan. Voor gemeenschap met iemand van hetzelfde geslacht wordt het woord “gruwel” gebruikt. Dat woord wijst in het Oude Testament altijd op een zeer ernstige zonde.

Het Nieuwe Testament doet geen expliciete uitspraak over seks tijdens de menstruatie, maar verder wordt de seksuele ethiek van het Oude Testament heel uitdrukkelijk bevestigd. In het Nieuwe Testament vinden we expliciet teksten over homoseksualiteit in de brieven van Paulus. Evenals overspelers kunnen degenen die bij mannen liggen het koninkrijk Gods niet beërven.

In het tweede deel gaat DeYoung in op tegenwerpingen. Een van die tegenwerpingen is dat de Bijbel relatief heel weinig over dit onderwerp zegt. Echter, het Bijbelse getuigenis over homoseksualiteit is helemaal ingebed in het Bijbelse getuigenis over het huwelijk. Daarom kunnen we niet zeggen dat de Bijbel geen uitgesproken en ondubbelzinnig geluid geeft over homoseksualiteit. Trouwens als Jezus de zonde van ‘porneia’ (een woord dat veelal met ‘hoererij’ wordt vertaald) veroordeelt, gaat het om alle seksualiteit die strijdig is met wat God in de wet heeft geopenbaard.

Heel kundig weerlegt De Young het argument dat de Bijbel slechts bepaalde vormen van homoseksueel gedrag veroordeelt. Er zijn ook in de oudheid voorbeelden van homoseksuele relaties die stand hielden totdat een van de partners overleed. Nergens suggereert het Nieuwe Testament ook maar dat dergelijke relaties geen verhindering zouden zijn het koninkrijk van God in te gaan. Wie hier trouwens breder geïnformeerd wil worden, verwijs ik naar de indrukwekkende studie van dr. Ad Prosman, Homoseksualiteit tussen Bijbel en actualiteit. Een poging tot verheldering. Ik schreef daarover een paar jaar geleden een recensie in dit blad.

DeYoung ontkent niet dat in de kerk soms veel te weinig gewaarschuwd en handelend opgetreden wordt tegen andere zonden dan homoseksueel gedrag. De oplossing is niet dat homoseksueel gedrag wordt goedgekeurd, maar dat de kerk veel meer dan nu het geval is op een Bijbelse en pastorale wijze over de gehele linie zonde bestraft en tucht uitoefent. Heel belangrijk is de wijze waarop hij ingaat op de tegenwerping dat de kerk een veilige schuilplaats moet zijn voor gebroken mensen. Hij ontkent dat geenszins, maar wijst erop dat dit nooit kan en mag worden losgemaakt van de Bijbelse boodschap van bekering. Als wij denken dat mensen een Zaligmaker kunnen vinden zonder met hun zonden te breken en tegen hun zondige aard te strijden is dat een andere Zaligmaker dan Jezus Christus, zoals de Bijbel Hem ons tekent.

Als het gaat om vergeving wijst DeYoung op 1 Korinthe 6:11. Nadat Paulus onder andere duidelijk heeft gemaakt dat zij die zich aan homoseksueel gedrag overgeven het koninkrijk niet kunnen binnengaan schrijft hij: “En dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd, in den Naam van den Heere Jezus, en door den Geest onzes Gods”. In een bijlage gaat de auteur in op homoseksuele gevoelens. Hij stelt bepaald niet dat die gevoelens als zodanig de toegang tot de zaligheid versperren en evenmin dat zij verdwijnen als wij door genade in Christus worden ingeplant. Eigenlijk zegt hij hier in andere woorden wat in een breder kader te lezen valt in antwoord 54 van de Heidelbergse Catechismus. Gods vergeving betreft niet alleen concrete zonden maar ook onze zondige aard waartegen we ons leven lang hebben te strijden. Vergeving van zonden is er nooit zonder strijd tegen de zonden. In die strijd mogen wij ons de hemelse Hogepriester nabij weten die in alles verzocht is zoals wij, maar zonder zonde.

Ik wens het boek van DeYoung in veler handen. Ik hoop dat mensen het onderwijs daarin gegeven ter harte nemen. Laten wij persoonlijk en als kerken meeleven met hen die homoseksueel gericht zijn. Laat dat meeleven echter wel in het Bijbelse kader staan. Dan noemen we zonde wat God zonde noemt. Dan weten we ook dat we nooit mogen suggereren dat er geen bekering of vergeving mogelijk is. Laten we nooit, hoe groot de nood van mensen ook is, die nood als uitgangspunt nemen om dan te gaan kijken hoe wij op de een of andere manier God nog ter sprake kunnen brengen.

Wie begint bij de mens en zijn nood, begint fout. We moeten de nood van de mens zien in het licht van de eer van God. Dan mogen we ook weten: “Groter dan de Helper is de nood toch niet”. Ik hoop dat iedereen, maar zeker hen die leiding geven aan anderen, deze zaken ter harte nemen: ambtsdragers – predikanten in het bijzonder –, leraren, jeugdleiders, politici, journalisten enzovoorts. Laten we nooit ook maar suggereren dat de smalle weg er anders uitziet dan de Bijbel ons doet vermoeden of dat de enge poort minder eng is dan de Bijbel ons suggereert.

Boven Hardinxveld, ds. P. de Vries


Naar aanleiding van: Kevin DeYoung, Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit, vertaling Peter Meeuse (Apeldoorn: De Banier, 2016), paperback 191 pp., €16,85 (ISBN 9789462786356).

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 april 2018

Kerkblad | 24 Pagina's