Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jodocus van Lodensteyn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jodocus van Lodensteyn

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

“HIJ WAS EEN STEUN VOOR DE WEDUWEN, BESCHERMER VAN WEZEN, HELPER VAN REDDELOZEN, TROOSTER VAN GODS KINDEREN, RAADGEVER VAN HOPELOZEN, SCHRIK VAN GODDELOZEN, KLEDING BEZORGER VAN NAAKTEN, PILAAR EN SIERAAD VAN DE KERK, HELPER VAN (PEST)ZIEKEN EN ARMEN. HIJ WAS DEFTIG, GEESTELIJK GEZIND, OPRECHT, LIEFDEVOL EN STICHTELIJK IN ZIJN SPREKEN.” DEZE KARAKTERISTIEK GAF EEN AMBTSBROEDER VAN EEN OVERLEDEN COLLEGA, DIE OP ZIJN STERFBED SPRAK: “IK LIG ALS IN ROZEN, ZO ZOET IS HET OM DE WIL VAN MIJN GOD TE DOEN”. WIE WAS DIE OVERLEDENE? DOMINEE JODOCUS VAN LODENSTEYN.

Biografie

Jodocus werd op 16 februari 1620 geboren te Delft in het aristocratische en harmonische gezin van burgemeester en ouderling Joost van Lodensteyn. Drie dagen later werd hij gedoopt in de Oude Kerk door ds. G. van Sonnevelt. Deze behoorde bij de beweging van de Nadere Reformatie en was eensgeestes met Teellinck en Voetius. We mogen aannemen dat Jodocus bij diens godvrezende opvolger, ds. D. Spranckuysen, catechetisch onderwijs heeft gevolgd. Zijn ouders voedden hem op in de vreze des Heeren. Jodocus had één broer en vier zussen. Hij was een zeer getalenteerde jongen die een gelukkige (school)jeugd heeft gehad. Ook leerde hij paardrijden en spelen op de lier (snaarinstrument). Toen hij 18 jaar was, ging hij naar de universiteit van Utrecht om theologie te studeren. Zijn rijke ouders wilden liever dat hij “een knecht van Jezus was, dan een gebieder van het volk”. Met professor Voetius was hij nauw verbonden. Deze leerde dat de godsvrucht een vereiste is voor de wetenschap. Ondanks zijn spraakstoornis rondde Jodocus zijn studie positief af. De Heere hielp hem. Zijn proefpreek hield hij over 1 Johannes 1:7 (Jezus’ bloed). Nog twee jaar studeerde hij in Franeker bij professor Coccejus, omdat er weinig vacante plaatsen waren om beroepen te worden. De reis naar Engeland om puriteinen te ontmoeten, ging niet door omdat in 1644 de gemeente Zoetermeer hem beriep. Hij nam het beroep aan. Op de classis Delft was zijn preekvoorstel over Lukas 21:9 (oordelen).

Van Lodensteyn kwam in een moeilijke gereformeerde gemeente. De strijd voor eenheid op grond van de waarheid leerde hij hier. In prediking en pastoraat keerde hij zich tegen ontheiliging van de zondag (veemarkt, winkels open, kaatssport) Het hoofdwerk van Teellinck, Noodwendigh vertoogh, over de reformatie der zeden, stond in de kerkenraadskamer. De Heere gaf een geestelijke opwekking in de gemeente. Ten slotte werd hij zeer gewaardeerd, mede omdat zijn leer en leven één waren. En hoewel hij een ernstige en deftige persoonlijkheid was, had hij van nature een opgeruimd karakter.

In 1650 vertrok Van Lodensteyn naar Sluis (Zeeland). In 1653 werd hij predikant te Utrecht, waar hij overleed op 16 augustus 1677. Men begroef hem in de Oude Kerk te Delft. De Utrechtse jaren kunnen worden gekarakteriseerd als jaren van verwachting, strijd en teleurstelling. Hier schreef hij zijn hoofdwerk Beschouwinge van Zion. Dit boek bevat een (aan)klacht over verval en geesteloosheid van de Gereformeerde kerk. “Misschien zou een nationale ramp als een vijandelijke bezetting een keer ten goede geven als ‘een scherp medicijn’ van God.” Steeds riep Van Lodensteyn de kerk op tot bekering en waarschuwde hij voor letterkennis!

Helaas belemmerde de overheid het proces van bevordering der nadere reformatie. Zij vreesde en ontzag Van Lodensteyn. Door zijn pastorale (ook pestlijders bezocht hij), troostende en gulle optreden, kreeg hij de erenaam “Vader Lodensteyn”. In 1672/73 was hij oorlogsgijzelaar. Verschillende malen is hij zwaar ziek (darmklachten) geweest. Van zijn ziekbed getuigde hij: “Op mijn ziekbed heb ik meer van God geleerd, dan op de hogeschool”. Zijn (boete)preken waren eenvoudig, levendig, actueel, meelevend (vervolgde kerk) en afgestemd op de situatie van de luisteraars. Lodensteyns levensdevies was: “Hoger Heyl ik niet en kenne - Dan te dienen desen Heer! Als ick mij aan Hem gewenne - Dats mijn schat, mijn lust, mijn eer.” Deze staan in zijn waardevolle dicht(zang)bundel Uyt-spanningen.

Enkele (preek)gedachten van Lodensteyn:

Evangelie

“Het Evangelie is de grootste zegen. Ze is als een zon die verlicht, als een regen die ons verkwikt. Zonder haar is men geesteloos, onheilig en zonder gegronde hoop voor de toekomst. Zonder Evangelie is er geen vrede, troost of zaligheid. Al wat in de wereld is: rijkdom, wellust en eer baten niets zonder deze kostelijke parel en dit voedsel, dat blijft tot in het eeuwige leven. In het Evangelie wordt ons aangewezen hoe wij met God verzoend en zalig kunnen worden. Honger, pest en oorlog zijn voor een volk een zwaar oordeel. Maar als God wijkt met Zijn Geest en genade is dat het grootste oordeel, want dan neemt Hij alle zegeningen weg!”

Predikant

“Jezus’ ogen letten in het bijzonder op het gedrag van Zijn dienaren. Hoe behoren wij dan hier rekening mee te houden. Immers, predikanten zijn voorbeelden voor de kudde en exempelen tot navolging. Zijn zij werelds, zo ook de gemeente. Kennen zij geen zelfverloochening, dan zal de gemeente er niet aan denken om het vlees te kruisigen. Waken de predikanten niet, hun gemeente ligt open voor de grootste zorgeloosheid en dwalingen. Gelukkig zijn die gemeenten, van wie de predikanten een geschenk zijn van de hemel, omdat ze hun zielen hebben overgegeven aan de Heere!”

Onkuisheid

“Waakt tegen alle prikkels tot onkuisheid, zoals: ijdel en zondig dansen, toneelbezoek, dronkenschap, het aantrekken van mannenkleren door vrouwen en omgekeerd, volgen van onzedelijke modetrends, gebruik van make-up, overdreven aandacht voor het hoofdhaar, zondige schilderijen enz. Als u dit niet doet, gaat het u wel. Als u de onkuisheid bevordert, bent u op de weg van de dood. Zij geeft u verlies, schaamte en schande. Onreinheid hoort niet bij het Koninkrijk van God. Echter, de allervuilste zondaren, denk aan Rachab en Manasse, kunnen gereinigd worden door Jezus’ bloed.”

Kerkgang

“Wij dienen ijverig naar die plaats te gaan waar Gods Woord krachtig wordt gepreekt. Behoren wij niet alles op alles te zetten om de kostelijke parel van het Evangelie te kopen? Gebruiken wij onze tijd goed? Laat er eens een kwakzalver komen die zijn toneel opricht om daar zotheden en prullaria te verkopen. Wat gebeurt er? Daar komt veel volk op af. Men staat en kijkt aandachtig uren achter elkaar zonder zijn ogen te verdraaien. Daar komen meer mensen vandaan dan uit de kerk. Is het niet erg als men in onze stad voor stoelen en banken moet preken? De oorzaken zijn: lusteloosheid en verachting van Gods Woord. Is dit de toestand van ons gereformeerde christendom? Hebben wij de Heere echt lief?”

Verwachting

“Och, dat wij inzagen dat wij dood waren. Kon ik bewerken dat u zag hoe ellendig, blind, jammerlijk, arm en naakt u was. En dat wij dan samen eens zouden roepen: “Jezus, Gij Zone Davids, ontferm U mijner! Kom in deze blinde wereld en geeft ons het gezicht.” Dan zou de Heere zeker komen en ons ziende maken.”

Bekering

“Ziet men de bron van de ware bekering? Velen zien die niet. Men denkt slechts dat de bekering bestaat in het nalaten van de zonden. Een dronkaard meent dat hij bekeerd is als hij zich niet dronken drinkt; een lasteraar als hij niet meer lastert; een ontuchtige als hij niet meer ontuchtig is. Echter, dit is de bekering niet. Die is geheel wat anders. Zonder de verlichtende kennis van de Heilige Geest weten we niets van de droefheid over de zonde en niets van de vreugde door God in Christus! Er dient een haat te zijn tegen de zonden en een leven in goede werken.”

Besluit

In de rouwpreek over 1 Samuël 25:1 sprak ds. Van Rijp: “Wie oogt hem na in zijn heilig leven en zalig sterven? Kom christenen, laat ons afscheid nemen van de zalige Lodensteyn en ons keren tot de Zaligmaker Jezus. Was hij een trouwe, ijverige herder over de kudde? Jezus nog meer. Was hij een krachtig prediker en helper van armen en ellendigen? Jezus nog meer. Volgt Hem.” Is er een betere raad?

Leerbroek, A.B. Goedhart

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

Jodocus van Lodensteyn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 2018

Kerkblad | 24 Pagina's