Bevestiging en intrede

Bevestiging van kand. L.D.A. Hartevelt tot predikant

Op woensdagmiddag 5 september vond de bevestiging plaats van kand. L.D.A. Hartevelt tot predikant van de gemeenten van Breukelen en Houten. Deze dienst vond plaats in de Eskolkerk van de Gereformeerde Gemeente van Houten. Deze dienst werd geleid door de consulent van beide gemeenten, ds. R.W. Mulder uit Montfoort.

Aan het begin van de dienst werd gezongen Psalm 147 vers 1: “Laat ‘s HEEREN lof ten hemel rijzen; hoe goed is ‘t onzen God te prijzen!...”. Belijdenis des geloofs werd afgelegd met het lezen van de Dordtse Leerregels, Hoofdstuk 1, artikelen 1-4: “En opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goedertierenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil; door wier dienst de mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Christus, den Gekruisigde….”. De Schriftlezing was 2 Timotheüs 3:10 - 4:5, met als uitgangstekst voor de prediking 2 Timotheüs 4 vers 2: “Predik het woord; houd aan tijdiglijk, ontijdiglijk; wederleg, bestraf, vermaan in alle lankmoedigheid en leer”. Tijdens het collecteren werd gezongen Psalm 78 vers 2, 3 en 4: “Verborgenheên, met diep ontzag te melden, die ons voorheen de vaderen vertelden, die wij hun kroost ook niet verbergen mogen… Want God heeft Zijn getuigenis gegeven aan Jakobs huis; een wet, om naar te leven, Die Israël zijn nageslacht moet leren… Opdat z’ op God hun hope stellen zouden; in ‘t oog Zijn daân, in ‘t hart Zijn wetten houden, en nimmermeer weerspannig God verachten…”. Het thema van de prediking was: “Tot de dienst van het Woord geroepen”, met als aandachtspunten: 1. De omstandigheden waaronder; 2. De inhoud daarvan; 3. De manier waarop.

Na de prediking werd gezongen Psalm 119 vers 2 en 9: “… Gij eist dat w’ op Uw woord gestadig letten, en dat w’ ons hart, aan Uwen wil verkleefd, geduriglijk op Uwe wegen zetten… Doe bij Uw knecht weldadigheid, o Heer’, opdat ik leev’, Uw woorden moog’ bewaren, en dat Uw Geest mij ware wijsheid leer’, mijn oog verlicht’, de nevels op doe klaren…”. Vervolgens werd het bevestigingsformulier gelezen en werd door kandidaat Hartevelt ingestemd met de aan hem gestelde vragen.

Na de bevestiging namen de volgende predikanten aan de handoplegging deel, waarbij elk een Bijbeltekst uitsprak: J. den Boer, R.P. van Rooijen, A. Vlietstra, J. Joppe, M. van Sligtenhorst, P.D. van den Bogaard. Na het amen van de laatste predikant werd ds. Hartevelt staande toegezongen Psalm 134 vers 3: “Dat ‘s HEEREN zegen op u daal’; Zijn gunst uit Sion u bestraal…”. Daarna sprak de bevestiger een woord van pastorale zorg en bemoediging uit.

Aan het einde van de dienst werd gezongen Psalm 119 vers 20 en 67: “…Zie al mijn lust tot Uw bevel zich strekken. Och, dat er kracht en leven in mij rees! Wil die door Uw gerechtigheid verwekken… Maak in Uw woord mijn gang en treden vast, opdat ik mij niet van Uw paân moog’ keren; … Verlos mij, HEER’, van ‘s mensen overlast, dan zal ik U, naar Uw bevelen, eren.” Tijdens het consistoriegebed zingt de gemeente Psalm 75 vers 1 en 2: “U alleen, U loven wij;…. Dies vertelt men in ons land, al de wond’ren Uwer hand… Als ik ‘t ambt ontvangen zal, wil ik, volgens eed en plicht, altoos recht doen in ‘t gericht.”

Intrededienst van ds. L.D.A. Hartevelt

In de avonddienst van woensdag 5 september hield ds. L.D.A. Hartevelt de intrededienst voor beide gemeenten, eveneens in de Eskolkerk van de Gereformeerde Gemeente van Houten.

De aanvangspsalm was Psalm 138:2, 4: “…Gij hebt mijn ziel op haar gebed, verhoord, gered, haar kracht gegeven… Als ik, omringd door tegenspoed, bezwijken moet, schenkt Gij mij leven… De Heer’ is zo getrouw als sterk, Hij zal Zijn werk voor mij volen – den…”. Daarna werd de Apostolische Geloofsbelijdenis gelezen en zong de gemeente Psalm 99 vers 2: “God, die helpt in nood, is in Sion groot… Buigt u dan in ‘t stof, en verheft met lof ‘t Heilig Opperwezen; Wilt het eeuwig vrezen”.

De Schriftlezing was Psalm 118 met als uitgangstekst voor de prediking vers 17: “Ik zal niet sterven maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen”. Tijdens het collecteren werd gezongen Psalm 118:1, 3 en 8: “Laat ieder ‘s HEEREN goedheid loven; want goed is d’ Oppermajesteit; Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid… Ik werd benauwd van alle zijden, en riep den HEER’ ootmoedig aan. De HEER’ verhoorde mij in ‘t lijden, en deed mij in de ruimte gaan… Daar God mijn schild en hulp wil wezen, wat zal een nietig mens mij doen?... Des HEEREN sterke rechterhand… Houdt door haar kracht Gods volk in stand. Ik zal door ‘s vijands zwaard niet sterven, maar leven, en des HEEREN daân,… waardoor wij zoveel heil verwerven, elk tot Zijn eer doen gadeslaan”.

Het thema van de prediking was: “Leven om de werken van God te verkondigen”, met als onderverdeling: 1. Nu niet sterven (het werk van de Vader); 2. Leven uit de dood (het werk van de Zoon); 3. De wonderwerken des Heeren verkondigen (het werk van de Heilige Geest).

Na de prediking werd gezongen Psalm 77 vers 8: “Heilig zijn, o God, Uw wegen; niemand spreek’ Uw hoogheid tegen…; Ja, Gij zijt die God, die d’ oren, wond’ren doet op wond’ren horen…”.

Daarna waren er drie toespraken. De eerste was door wethouder H. Geerdes, namens de gemeente Houten; de tweede door oud. Th.F. Roest van Haarlem, namens de HHK-classis-midden en ten slotte oud. H.J. van Nieuw Amerongen namens de beide hersteld hervormde gemeenten Breukelen en Houten. Hij liet ds. Hartevelt toezingen Psalm 90 vers 9: “Laat Uw genâ ons met haar troost verrijken, en laat Uw werk aan Uwe knechten blijken, Uw heerlijkheid niet van hun kind’ren wijken, Uw liefd’, Uw macht behoed’ ons voor bezwijken. Sterk onze hand en zegen onze vlijt, bekroon ons werk en nu en t’ allen tijd”! Daarna sprak ds. Hartevelt nog een persoonlijk dankwoord uit.

Aan het einde van de dienst werd gezongen Psalm 89 vers 1: “‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen… Ik weet, hoe ‘t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen. Naar Uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen…”. Tijdens het consistoriegebed zong de gemeente Psalm 42: 3 en 5. “O mijn ziel, wat buigt g’ u neder? Waartoe zijt g’ in mij ontrust?... Hoop op God, sla ‘t oog naar boven; want ik zal Zijn Naam nog loven… Maar de Heer’ zal uitkomst geven,… ‘k Zal in dit vertrouwen leven, en mijn hart, wat mij moog’ treffen, tot den God mijns levens heffen”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen