Ds. T.J. Kamerbeek

Samen in vijf gemeenten

Kort nadat zij met elkaar op 30 november 1960 in het huwelijk getreden zijn, werd hij op 7 december 1960 door ds. C. van den Bosch bevestigd in de gemeente van Poederoijen-Loevestein tot dienaar van het goddelijke Woord. De tekst waarmee hij predikant werd in de Nederlandse Hervormde Kerk was Ezechiël 33:7, waar de HEERE tot de profeet Ezechiël zegt: ‘Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israëls; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen’. Ds. Kamerbeek wist zich als een wachter door de HEERE in Zijn dienst genomen. Om zo een middel te zijn in Zijn hand om mensen te wijzen op het eeuwig behoud in Christus Jezus. Verschillende gemeenten heeft hij samen met zijn vrouw mogen dienen. Na Poederoijen-Loevestein leidde de weg van de HEERE vervolgens naar Rouveen (1965), Waarder (1970), Hoevelaken (1975) en Vinkeveen (1986). Hun huwelijk werd gezegend, met kinderen, klein- en achterkleinkinderen. In de gemeente van Waarder werd hun zoon Barend geboren. Een kind van veel zorgen en gebed. In een van de ontmoetingen gaven ze samen aan dat toen de gemeente was als een biddende wolk rondom de pastorie. In de volgende gemeente van Hoevelaken was ds. J.L. Schreuders in 1982 zijn vicaris. Daar is een blijvende band ontstaan.

Emeritaat

Na zijn emeritering op 7 juli 1996 is hij in Nijkerk gaan wonen. Al was hij nu geen gemeentepredikant meer, toch heeft hij nog veel mogen betekenen voor de kerk, zo ook in de Hersteld Hervormde Gemeente van Nijkerk, waar hij enige jaren bijstand in het pastoraat heeft verricht. Tijdens de bezoeken werd altijd een warme betrokkenheid op de kerk en de gemeente gevoeld. Het waren altijd ontmoetingen rondom het Woord van de HEERE. De laatste keer dat we hen bezochten hebben we samen gelezen uit Jesaja 35, een heerlijk beloftewoord!

Thuisgehaald

Zondagmorgen werd ik gebeld door mw. M.C. Kamerbeek, dat haar man, net voor de zondag, was thuisgehaald. Op de rouwbrief lezen we: ‘Bedroefd om het heengaan, maar getroost door de wetenschap, dat in volle verzekerdheid van het geloof, door de HEERE is Thuisgehaald, mijn innig geliefde zeer zorgzame man, geliefde vader, groot- en overgrootvader Teunis Jacob Kamerbeek. In de gezegende leeftijd van 87 jaar.’ Daarboven staat geschreven: “k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheen’, dat zijn de eerste woorden van de berijmde Psalm 89 vers 1. Wat de dichter hier onder woorden brengt, mag hij nu doen. Aan zijn leven hier op aarde is een einde gekomen, om nu eeuwig Hem groot te maken. Toen hij al eerder dacht te gaan sterven, liet hij horen dat het goed was. Maar het was de tijd van de Heere nog niet. In het gedicht Stervensgenade wordt dat treffend onder woorden gebracht. Een man die hoopte het Pinksterfeest bij Vader thuis te vieren, beleefde die Pinksterdag nog wel. En wat zei hij toen tot de zuster? ‘Het geeft niet zuster’, zei hij blij. ‘Mijn kleed’ren blijven hangen, want Christus maakte ze voor mij.’ Zijn stem klonk vol verlangen. Voor ds. Kamerbeek was dat moment op zaterdagavond aangebroken. Toen duidelijk werd dat het moment van sterven heel dichtbij was, is er afscheid genomen van alle (klein)kinderen. Een van deze kleinkinderen sprak de bekende Psalmwoorden van Psalm 73 vers 12 aan het sterfbed van haar opa uit: “k Zal dan gedurig bij U zijn, (…) en mij, hiertoe door U bereid, opnemen in Uw heerlijkheid’. Bij de laatste woorden van deze Psalm ging zijn vinger nog omhoog, wijzend naar boven, en terwijl ook zijn vrouw afscheid nam, werd hij thuisgehaald. Een innig geliefde en zorgzame man, vader, groot- en overgrootvader is heengegaan in de rust, die er overblijft voor het volk van God.

Rouwdienst en begrafenis

Op vrijdag 12 oktober vond de rouwdienst en begrafenis van ds. T.J. Kamerbeek plaats door ds. J.L. Schreuders en mij. Geheel naar zijn wens heeft ds. Schreuders de rouwdienst geleid vanuit 1 Timotheüs 1:15: ‘Dit is een getrouw woord, en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.’ Dat dít de tekst voor de rouwdienst zou zijn, is pas in de achterliggende tijd duidelijk geworden. Deze duidelijkheid lag in het spreken van de HEERE Zelf. De tekst, zo bracht ds. Schreuders onder woorden in de rouwdienst, was ds. Kamerbeek door de Heilige Geest ‘op de handen gelegd’. Hij kon het Paulus naspreken met de woorden van vers 12: ‘En ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, namelijk Christus Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, mij in de bediening gesteld hebbende.’ Op de algemene begraafplaats te Nijkerk werd de rouwplechtigheid voortgezet. Nadat het lichaam aan de schoot der aarde werd toevertrouwd met de woorden ‘Stof zijt gij en tot stof zult ge weerkeren’ werd daar het Woord geopend met Psalm 89:1-19. Na het uitspreken van een dankwoord door zijn dochter werd er rondom het geopende graf Psalm 84 vers 6 gezongen. Een man, vader, groot- en overgrootvader is heengegaan. We bidden zijn vrouw, kinderen, klein- en achterkleinkinderen de troost van God toe.

Nijkerk, ds. N.A. Donselaar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen