Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alphonse Pierre Antoine du Cloux

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alphonse Pierre Antoine du Cloux

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

AANLEIDING: OP ZONDAG 15 MAART 1835 VERVULDE EEN PREDIKANT EEN VACATUREBEURT IN ULRUM. TOEN DE PREEK NOG MAAR NET WAS BEGONNEN, LIEP EEN JONGE ARBEIDER PLOTSELING NAAR DE KANSEL EN SCHREEUWDE DE PREDIKANT HERHAALDELIJK TOE: ‘WOLF, KOM AF!’ DEZE VROEG HEM WAT HIJ WILDE, WAAROP MET LUIDE STEM WERD GEANTWOORD: ‘IK ZEG U, WOLF, KOM AF!’ HIERNA WERD DE VERSTOORDER DOOR ENKELE AANWEZIGE SOLDATEN GEARRESTEERD EN WEGGELEID.

‘Gevoelig als wij zijn en allen blij te moe, Brengen w’ onze warme dank u in oprechtheid toe. Gij hebt ons opgeleid, ja ijverig onderwezen, In ‘t dierbare Bijbelwoord ons ernstig aangeprezen. Als richtsnoer op de reis naar ’t vaderland daar boven, waar engelen, zaligen, volmaakt de Heere loven.’ Wie werd er uitgescholden door een kerkganger en geprezen door belijdeniscatechisanten? Ds. A.P.A. du Cloux. Wie was deze door velen begeerde dominee?

Biografie

Alphonse werd in 1808 geboren in ’s-Gravenhage, maar verhuisde al jong naar Appingedam. Daar was zijn vader jurist. Zijn voorouders waren hugenoten. Hebben enkele sterfgevallen in huis (zijn vader stierf toen hij student was) meegewerkt om theologie te gaan studeren? De intelligente, begaafde student volgde deze studie aan de universiteit van Groningen. Na zijn eindexamen heeft hij nog als vrijwilliger deelgenomen aan de militaire veldtocht tegen de Belgen (1830).

Al op 24-jarige leeftijd werd hij predikant in Vierhuizen-Zoutkamp. Zijn intredetekst was Gal. 6:14a: ‘Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus’. Ds. H. de Cock nam deel aan de handoplegging. Dominee Du Cloux was ijverig en vriendelijk, doch hij kende Jezus niet door een waar geloof. Integendeel, hij klaagde collega De Cock aan, omdat die on-kerkordelijk handelde door kinderen te dopen, ook uit zijn gemeente. Later getuigde hij over deze periode in zijn leven: ‘Ik preekte niet onrechtzinnig, maar was een blinde leidsman van blinden’. In zijn eerste gemeente trouwde hij met de domineesdochter Jacoba W. Westendorp uit Losdorp. In 1837 vertrok hij naar deze gemeente. Hier beleefde hij het wonder van de bekering tot God en het geloof in de Heere Jezus. Zijn schoonvader (middels zijn onderwijs uit de catechismus) en een ouderling waren hierbij middelen in Gods hand. Bijzonder van betekenis was ook Psalm 51. Eens getuigde hij daarvan: ‘Ik mocht mijzelf aan het dierbare zoenbloed van Jezus verliezen, en overgeven. Mijn ziel mocht in die ogenblikken een vrede smaken die ik niet kan beschrijven!’ Van alle kanten kwamen de mensen naar Losdorp, want daar was in de pastorie een wonder Gods geschied en dat was op de kansel te horen. Vervolgens stond de beminnelijke Du Cloux te Oldebroek (1851-1856), Oud-Alblas (1856-1857), ’s-Grevelduin-Capelle (1857-1864) en Spijk (Gr.; 1864-1873). Hier ging hij om gezondheidsredenen met emeritaat en verhuisde naar Bedum. Helaas bleef zijn huwelijk kinderloos.

Tijdens een vacaturebeurt in 1860 te Raamsdonk hield de dominee een preek over 2 Kron. 33:13b (de bekering van Manasse). Het gevolg was dat iemand hem aanklaagde, omdat hij koning Willem III beledigd zou hebben (zie hierna bij ‘Oranje’). In datzelfde jaar was er een ramp met de Capelse boot op het Hollands Diep. Van de 52 passagiers verdronken er 42, ook gemeenteleden van Du Cloux. Ter gelegenheid hiervan hield hij een aangrijpende en indrukwekkende tijdrede. Men zegt dat in ’s-Grevelduin-Capelle in veel huizen een foto van de dominee te zien was. Helaas ontstond tijdens zijn Brabantse periode een heftige discussie tussen hem en de orthodoxe ds. J.G. Verhoef, over de betekenis van het woordeken ‘Geleden’ uit Zondag 15 van de Catechismus. Du Cloux legde de nadruk op ‘voor wie’ en ds. Verhoef op ‘overvloedig genoegzaam tot verzoening’. Vanuit Spijk vervulde Du Cloux een vacaturebeurt in Makkum, waarbij hij het Heilig Avondmaal bediende. Tijdens deze dienst werd een man krachtdadig tot God bekeerd. Ook preekte hij te Sneek in het huis van de gezusters Fockens (zij stichtten de eerste christelijke lagere school in Friesland), die verbonden waren met het Friese Reveil.

Op woensdag 30 juli 1890 ontsliep Du Cloux, drie jaar na zijn vrouw, in zijn Heere en Heiland. Zijn graf is te vinden op het kerkhof te Bedum, waar zijn lichaam rust tot de dag der opstanding. Beroepen ontving hij uit: Arnemuiden, Bergambacht, Doornspijk, Ede, Huizen, Maartensdijk, Nieuwe Tonge, Veen, Waarder, Scherpenisse, Schoonrewoerd en Staphorst.

Kinderen

‘Kinderen, gewennen ook jullie je aan God en de Heere Jezus, Die een kindervriend is. Buig toch dagelijks voor Hem je knieën en bidt God om de Heilige Geest en om bekering. Ook voor kinderen is er de vrede die op Golgotha werd verdiend. God schenke ook jullie om vroeg aan je Schepper te gedenken. Ja, Hij doe jullie vluchten tot de Heere Jezus om Zijn rechtvaardige toorn over de zonde te ontvlieden.’

Farizeeërs

‘Zij waren uitwendig godsdienstig en vertrouwden bij zichzelf, dat zij rechtvaardig waren. Zij meenden, omdat zij van Abraham afstamden dat zij erfgenamen waren van alle beloften Gods. Zaad van Abraham, ja, dat waren zij, maar daarom nog niet zijn kinderen. Eén ding ontbrak hen, zij hadden niet de rechte kennis van hun eigen diep verdorven hart, noch de diepte van ellende door de zonden. Daardoor waren zij onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Zolang een zondaar die kennis mist en de Heilige Geest hem geen verlichte ogen des verstands geeft om zijn ellende voor God te zien, zal hij buiten Gods koninkrijk blijven. Zonder wedergeboorte, zonder nieuw hart van God komt niemand daarin.’

Oranje

‘Waarachtige bekering is alleen Gods werk. Vorsten en volken die Zijn Woord verlaten, gaan meer zondigen en worden gestraft. Dat gold niet alleen Israël, maar geldt ook ons volk. Eenmaal hadden wij uit het huis van Oranje, een stamvorst die openlijk voor God en mensen beleed: ‘Ik heb in mijn hart een verbond gemaakt met de Potentaat der potentaten’. Hij wilde leven naar Gods geboden en de zuivere leer handhaven. Jarenlang heeft ons volk in die zegen gedeeld, want in het onderhouden van Gods geboden is grote loon. Helaas is het nu anders. Alleen in een terugkeer van de vorst en zijn huis en van het volk tot de Heere, is nieuwe zegen te verwachten.’ (NB. Vanwege deze laatste zin werd Du Cloux aangeklaagd wegens majesteitschennis. Echter, Justitie is nooit tot vervolging overgegaan.)

Zelfverloochening

‘Zelfverloochening is het beste kenmerk van een oprecht christen. Wij allen kunnen het in het belijden van de Heere Jezus Christus, van Zijn naam en waarheid zeer ver brengen. Echter, zichzelf om Christus te verloochenen en te verzaken, is geen mensenwerk. Nee, dit is alleen het werk van God in het hart door Zijn onwederstandelijke, hartveranderende en hartvernieuwende genade.’

Jezus

‘Nevens U, Heere Jezus, lust mij niets in de hemel of op aarde.’ Zo moet het blijven, want die iets of iemand boven de Heere Jezus liefheeft, is Zijns niet waardig. Maar hoe kort zijn die ogenblikken om met Hem op de Thabor te verkeren, als wij Zijn schoonheid zien en Zijn dierbaarheid genieten. Hij schenkt dan een vrede die alle verstand te boven gaat. Wie dit beleeft, beklaagt zich over de dagelijkse afdwalingen van Jezus. Bij Mozes wordt geen heil gevonden. Daarom is Gods volk een klagend en een vragend volk. ‘Och Heere Jezus openbaart U zich aan ons en woon in ons hart.”

Tot slot

Naast de dienst in de gemeenten ijverde Du Cloux op allerlei manieren voor kerkherstel en christelijk onderwijs. Hij sprak: ‘Waakt, want de christelijke identiteit is in gevaar!’ Ook werkte hij mee aan het kerkelijke periodiek De Wachter op Sions muur, dagboeken en diverse prekenbundels. Vrienden werden met raad en daad gesteund en ook waarschuwde hij ambtsbroeders met de woorden: ‘Preek geen ‘arme Jezus’ en een ‘rijke zondaar”. Ondanks Afscheiding en Doleantie bleef hij in de Nederlands Hervormde Kerk, omdat haar belijdenis volledig gereformeerd was. Zijn voluit Schriftuurlijk-bevindelijke preken hebben ook voor vandaag nog een heldere boodschap voor jong en oud.

Leerbroek, A.B. Goedhart

Dit artikel werd u aangeboden door: Hersteld Hervormde Kerk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 2018

Kerkblad | 24 Pagina's

Alphonse Pierre Antoine du Cloux

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 2018

Kerkblad | 24 Pagina's