Het leven van Simson (10)

Simson wordt verliefd

We lezen keer op keer in Gods Woord dat de Heere lankmoedig is. Dat betekent dat Hij veel kan en wil verdragen. Maar Zijn lankmoedigheid is niet onbegrensd. Dat blijkt ook uit het leven van Simson.

Simson wordt opnieuw verliefd. Richteren 16 brengt ons bij de beek Sorek. Het is een beek die de natuurlijke grens tussen Israël en het grondgebied van de Filistijnen vormt. Juist in deze grensstreek ontmoet Simson opnieuw een vrouw. Delila. Ze is nauw verbonden aan de Filistijnen en Simson wordt verliefd op haar. Liefde maakt blind. Straks letterlijk, nu nog fguurlijk. Simson heeft er geen oog voor dat hij hier een totaal verkeerd pad aan het bewandelen is. Het Schriftgedeelte laat zien dat Simson en Delila een relatie krijgen. In termen van vandaag gaan zij samenwonen. Ze delen de woning, ze delen het bed met elkaar, zonder dat ze door de band van het huwelijk met elkaar zijn verbonden. Het is aangrijpend. In plaats dat Simson als richter het volk voorgaat in het dienen van de Heere, maakt hij steeds meer dezelfde keuzes als het volk Israël van zijn tijd. In plaats dat hij zich door Gods Geest laat leiden, zoals dat in zijn kindertijd was geweest, laat hij zich nu leiden door de tijdgeest. Maar: ‘Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen’. En dat blijkt. Simson wordt namelijk niet alleen verliefd, hij wordt ook verleid.

Simson wordt verleid

Als de vorsten van de Filistijnen er lucht van krijgen dat Sims-on kennis heeft aan Delila, proberen ze haar voor hun dienst in te winnen. Ze willen weten wat Simson nu zo sterk maakt en beloven haar 12 kilo zilver als ze hen duidelijk maakt hoe Simson overwonnen kan worden. Het toont de ernst van de Filistijnen. Als Simson is uitgeschakeld, dan staat niets de Filistijnen meer in de weg. Achter dat handelen van Delila zien we niets anders dan de hand van satan. Hij is bezig om zich tegen de Heere te verzetten. Het slangenzaad, Delila, verzet zich tegen Gods zaad, Simson. Satan doet wat hij kan doen om Gods werk te verbreken. Om de God van Israël Zijn eer te ontroven.

Delila probeert Simson tot drie maal toe te verleiden. Ze vraagt het hem: ‘Verklaar mij toch, waarin uw grote kracht zij, en waarmede gij zoudt kunnen gebonden worden, dat men u plage. Op een speelse, soepele manier probeert Delila zo achter het geheim van Simson te komen. Tot drie maal toe vertelt Simson haar zijn ‘geheim’. Eerst vertelt hij haar over zeven verse pezen; die kan hij niet verbreken. Dan spreekt hij haar over sterke touwen. De laatste keer spreekt hij over zijn haren die aan een weefgetouw worden gebonden. Maar geen van die manieren blijkt te slagen. Delila is geraakt. Ze toont haar teleurstelling. En dag aan dag blijft ze hem aansporen om zijn geheim te vertellen. We lezen in vers 16 dat zijn ziel ’verdrietig werd tot stervens toe’. Nu knakt de sterke Simson. En die knak betekent zijn val.

Simson wordt verslagen

We lezen in vers 17 dat Simson zijn hart voor Delila uitstort. Hij vertelt haar alles. Hoe hij vanaf zijn geboorte als Nazireeër voor de dienst van de Heere was afgezonderd. Hoe de Heere hem krachten had gegeven. En dan merkt hij het op: ‘Indien ik geschoren wierd, zo zou mijn kracht van mij wijken, en ik zou zwak worden, en wezen als alle de mensen’. Als een Nazireeër klaar was met zijn taak moest zijn haar ook weer geschoren worden. Simson vertelt het Delila. Zij aarzelt geen moment en waarschuwt opnieuw de Filistijnen en draagt zorg voor een hinderlaag. Weer roept ze het uit: ‘De Filistijnen over u, Simson!’ Hij neemt zich voor: ‘Ik zal ditmaal uitgaan, als op andere malen, en mij uitschudden’. Maar het lukt niet. De soldaten stormen naar binnen grijpen hem vast en steken hem de ogen uit. Ze nemen hem mee naar Gaza, om hem daar in de gevangenis te werpen. Simson wordt verslagen.

Liefde maakt blind. Dat geldt voor Simson letterlijk. Dit is waar zijn afdwaling hem brengt. Zijn kracht wordt hem ontnomen. Nee, het is erger, zo lezen we in vers 20. ‘De Heere is van hem geweken.’ Dat is de consequentie wanneer een kind van God vasthoudt aan de zonde. De Geest wordt bedroefd en Hij trekt zich zodanig in ons hart terug, dat het lijkt alsof de Heere Zijn werk nooit is begonnen. Dan dooft het geloofsvuur tot een waakvlam. Heel deze geschiedenis is één aansporing om niet in de zonde te volharden. De lankmoedigheid van de Heere kent een einde. Simson wordt verslagen. Hoe anders is het met die grote Verlosser, Christus Jezus. Tijdens Zijn aardse leven werd Hij aanhoudend verleid. De vorst van de duisternis deed wat hij doen kon om het verlossingswerk van Christus tegen te staan. De kindermoord in Bethlehem. De verzoeking in de woestijn. De verleidingen aan het kruis. Anders dan bij Simson bleef Hij, Gods Zoon, staande en trouw aan de roeping van Zijn hemelse Vader om Zijn werk te volbrengen en de volkomen verlossing mogelijk te maken. Dat geeft hoop en verwachting in alle strijd en verleiding. En Zijn lijden, sterven en opstanding maken dat ook Simson in zijn sterven een overwinnaar blijkt te zijn. Maar daarover in de laatste Bijbelstudie meer.

Hardinxveld-Giessendam, ds. B.D. Bouman

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen