Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aanteekeningen op den gouden keten der waarheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aanteekeningen op den gouden keten der waarheid

I

4 minuten leestijd

In het jaar 1930 verscheen van de hand van den heer F. Hendrichs S.J. een katholieke geloofsleer in vragen en antwoorden voor volwassen Katholieken en niet-Katholieken met als titel: De gouden keten der waarheid. Verkrijgbaar is thans een 7e druk 40—50e duizend. Hierin is vervat wat door dezen priester der Roomsche kerk sinds jaren in zijn conferenties en op vervolgcursussen is uiteengezet. Het le deel zet de grondslagen van het Roomsche geloof uiteen, het 2e deel verklaart den bovenbouw, die op deze grondslagen rust. Wij hebben op deze geloofsleer eenige aanteekeningen gemaakt, destijds bij het volgen der conferenties, de vervolgcursus, naar aanleiding van correspondentie en tenslotte persoonlijk contact met den schrijver.
De bewering van den heer Hendrichs in 1924, dat er geen speld tusschen te krijgen is, was toch wat overmoedig. Een tijd ligt achter ons, dat wij een en ander niet helder zagen. De Roomsche kerk kan imponeeren en geweldige aantrekkingskracht uitoefenen; zij is echter de valsche kerk. Wie doordringt tot haar wezen en beginselen, in contact komt met haar verborgen krachten en middelen, komt in contact met het rijk der duisternis. Een eerste noodzakelijke opmerking over deze geloofsleer is, dat dit boekje niet is de Roomsche katechismus. De Roomsche katechismus of christelijke leer ten gebruike der Nederlandsche bisdommen is voor het bisdom van Haarlem b.v. alleen de catechismus voorzien van de handteekening van Joannes Dominicus Joseph Aengenent. Het boekje van F. Hendrichs is dus, al noemt het zich een geloofsleer in vragen en antwoorden, geen Roomsche catechismus. De bisschop schreef bij verschijnen een lofwaardig briefje aan den schrijver. Meer niet. Toch zullen wij op enkele tegenstellingen wijzen bij de voorstelling der Roomsche catechismus en de geloofsleer van den leer F. Hendrichs S. J. De grootste tegenstelling is wel deze geloofsleer en de Roomsche praktijk. Hier is het begin van het satanisch bedrog van de Roomsche kerk. Een geloofsleer, liturgie of lied kan soms niet anders zijn dan een masker. Het gaat er dan om dit masker af te rukken en tot het ware wezen door te dringen. Het wezen van de Roomsche kerk is heidendom. De een of andere Roomsche apologeet kan wel een gedeeltelijke Heidelbergsche catechismus in zijn geloofsleer opnemen, evengoed als theosophen de liturgie der oud-katholieke kerk en allerlei christelijke termen en uitdrukkingen. Dit kan slechts de buitenstaander misleiden. De Roomsche kerk is praktisch Paulheïsme.

De 3e en 4e les der geloofsleer handelt over Jezus Christus, den Godsgezant, en Christus' voortzetting in zijn kerk. Hier is de neiging om te schrijven over onzen Heere Jezus Christus naar het Evangelie. In de praktijk der Roomsche kerk is echter Jezus Christus de door den priester geconsacreerde hostie! „Ons Heer" zooals men het noemt. Deze wordt aangebeden, bewierookt en staat in het middelpunt. Voor een toespraak bij een processie riep een redenaar uit Maran Atha, Jezus komt. Dit sloeg op het rond te dragen „allerheiligste".
Over wat in deze 2 lessen voorkomt té dus te zeggen, dat wij met veel hartelijk instemmen. Hier is het goud in den gulden keten, doch wanneer de heer Hendrichs S. J. des avonds in een apologètische conferentie Jezus Christus voorstelt als deri Godsgezant naar de Evangeliën, doch de andere dag des morgens aan een altaar der H. Theresia ter eere van deze heilige der Roomsche kerk met bijzondere intentie een Mis leest, dan vragen wij, waar is in de Evangeliën en in het onderwijs vail Christus en de apostelen iets te ontdekken, dat herinnert aan deze praktijken? 't Gaat in deze 2 lessen slechts om de aanvaarding van één punt, namelijk dit: Christus sticht een kerk en deze kerk is de Roomsche.
Om dit te bewijzen wil de schrijver ons terugvoeren naar de 3e en 4e eeuw en de catacomben. Voor de bewering, dat enkel de Roomsche kerk reikt tot den aposteltijd vind ik echter geen bewijs. Met het stellen, dat de Roomsche kerk de door Christus gestichtte kerk is, komt de vraag 84: Voerde de kerk niet allerlei misbruik in. Dit wordt in het antwoord ontkend. Ook geen nieuwheden! Dus: wij vonden in den aposteltijd de aanbidding van het H. Avondmaal? De Maria- en heiligenvereering en aanbidding? Rozenkrans en relikwieën, de oorbiecht, het misoffer en het bidden voor de dooden, het Pausdom en de leer der onbevlekte ontvangenis en Pauselijke onfeilbaarheid, de leer der af- | laten en het vagevuur, de H. Hart en andere devoties en het bijzonder priesterschap?
Waar is van dit clles iets te vinden in het Evangelie of de apostolische geloofsbelijdenis? De bewering dat de kerk geen misbruiken of nieuwigheden invoerde en als goud der Waarheid voorgesteld is, is koper.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1934

De Klok | 4 Pagina's

Aanteekeningen op den gouden keten der waarheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 april 1934

De Klok | 4 Pagina's