Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De camisards (1702-1704)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De camisards (1702-1704)

7 minuten leestijd

Toen in 1685 het Edict van Nantes werd ingetrokken, nadat het al lang op aandrang van clericale zijde niet meer loyaal was nageleefd, werd er ook bepaald , dat alle predikanten Frankrijk moesten verlaten. De bedoeling van dezen maatregel was duidelijk. Als de voorgangers eenmaal weg waren, zou het Protestantsche volksdeel des te gemakkelijker tot de Moederkerk terugkeeren. Ondanks alles bleef een kleine groep trouw aan het beginsel der evangelische vrijheid, en liet zich het juk der dienstbaarheid niet opleggen.
Dat het Protestantisme in Frankrijk behouden bleef, is in de eerste plaats te danken aan tal van leekenpredikers (prédicants), die het werk van de uitgeweken predikanten (pasteurs) zoo goed mogelijk voortzetten. De bekendste onder hen is Brousson, die in 1698 als geloofsmartelaar is opgehangen. Toen de strenge vervolgingen een eind hadden gemaakt aan deze leekenprediking, brak er onder het tot wanhoop gebrachte volk der Cevennen een opstand uit, de z.g. opstand der Camisards, die weldra het karakter kreeg van een zestiende-eeuwschen godsdienstoorlog. Na deze crisis, waarin het Protestantisme zijn bestaansrecht bevocht, werd de vervolging minder systematisch (geheel ophouden deed zij pas veel later, nog in 1762 werd een predikant als geloofsgetuige opgehangen) en kon A. Court in 1715 een kerkelijke herstelbeweging beginnen. Hierdoor overleefde het Fransche Protestantisme de vervolgingen, om tenslotte in 1789 de gewetensvrijheid te herkrijgen.
De strijd der Camisards verplaatst ons naar de Cevennen, een bergachtige streek in de provincie Languedoc. De naam Camisards is afgeleid van het Proven- ^aalsch camise (hemd), en zou in verband staan met de nachtelijke aanvallen (camisades), waarbij de opstandelingen als herkenningsteeken een hemd over hun kleeren droegen. Een andere verklaring is, dat zij op hun plundertochten hemden wegnamen uit de linnenkasten der boeren. Om het uitbreken van den opstand te begrijpen, moet men de bijzondere geestesgesteldheid van vele Protestanten uit dien tijd kennen. Juist als bij de Jansenisten, hadden de vervolgingen een sterke zucht naar het bovennatuurlijke bij de menschen doen ontstaan. Als opvolgers van leekenpredikers als Brousson waren profeten opgestaan, mannen en vrouwen, die in apocalytische taal het einde der Roomsche overheersching voorspelden. Er ontstond zóó'n religieuze spanning in de geesten, dat de profeet Mazel van een wedergeboorte van het land spreekt. Opmerkelijk is het, dat zooveel jongeren de gave van het profeteeren kregen. Zij toch hadden den toestand van voor 1685 niet gekend, en hadden dus hun gehechtheid aan het Protestantisme uit den familiekring meegekregen. Wel een bewijs van de levenskracht van het Fransche Protestantisme!
Te midden van die geprikkelde, overspannen bevolking volbrachten Roomsche priesters, onder militaire bescherming, hun bekeeringswerk, waarbij materiëele dwang een groote rol speelde. De leider der missie, de gehate abbé Du Chayla had in zijn zomerhuis te Pont-de-Montvert (Lozère) verscheidene weerbarstige Protestanten (eigenlijk heetten zij sinds 1685 ,,Nouveaux Catholiques") doen opsluiten. De profeet Esprit Séguier e.a. wekten het volk op om de gevangenen te bevrijden (Juli 1702). Onder het zingen van den 68sten Psalm, die het strijdlied van de Camisards zou worden, trek men het dorp binnen. Abbé Du Chayla, die het gevaar onderschatte, liet op den troep schieten. Dit was het begin der gewelddaden.
Na de bestorming van het huis werden de gevangenen in vrijheid gesteld, terwijl Du Chayla den dood vond onder de handen der opgewonden Protestanten, die elk wel een bloedverwant of vriend te wreken hadden. De profeten besloten het troepje bijeen te houden en niet te zullen rusten voor de gewetensvrijheid herkregen was.
Naast den voornaamsten profeet Séguier trad een zekere Laporte op als militair leider, met den titel van „Colonel des Enfants de Dieu". Na eenigen tijd van schermutselingen met de koninklijke soldaten werden Séguier en Laporte gedood. Deze laatste werd door zijn neef Roland Laporte, een gewezen soldaat en dus aan militaire tucht gewend, opgevolgd. Roland, die zich generaal noemde, deed zich kennen als een bekwaam en onverzettelijk aanvoerder. Een andere troep werd gecommandeerd door den bakkersknecht Cavalier, wiens militaire capaciteiten grooter bleken te zijn dan zijn politiek inzicht. De aanvoerders, die zelf ook profetische gaven bezaten, raadpleegden voortdurend de geïnspireerden onder hun volgelingen.
De opstandelingen, die alle beslissende ontmoetingen vermeden, behaalden verschillende successen. Zij overvielen zelfs het stadje Sauve (Gard) om zich wapens te verschaffen. In December 1702 zag Baville, de intendant der provincie, zich genoodzaakt te Versailles om hulp te vragen. Maarschalk Montrevel kwam met een legermacht om het handjevol Camisards te onderwerpen. Hoewel de cijfers, die de verschillende schrijvers opgeven, nogal uiteenloopen, kan men veilig van een tienvoudige overmacht sprek-efft» • Bovendien liet de bewapening der Camisards veel te wenschen over. Daar zij zich op een langdurigen tegenstand hadden ingesteld, was er een zekere organisatie noodig. Grotten in het gebergte dienden tot magazijnen en schuilplaatsen, waar chirurgijns de gewonden hielpen. De Protestantsche bevolking zorgde voor levensmiddelen. Daar de strijd een uitgesproken godsdienstig karakter droeg, — het ging immers om de gewetensvrijheid en om het bestaansrecht van het Protestantisme — had elke troep zijn geestelijken voorganger. Er heerschte een strenge, puriteinsche tucht onder de Camisards. Aan de door hun voorgangers geleide godsdienstoefeningen nam de Protestantsche bevolking in grooten getale deel.
Wat naast de bezielende leiding der profeten sterke bijdroeg tot de voortzetting van den krijg, was het vooruitzicht op de door Frankrijks vijanden beloofden militairen steun. Ongelukkig bleef deze steun (een landing van de Engelsch- Nederlandsche vloot in Zuid-Frankrijk) te lang uit om de zaak der Camisards nog ten goede te komen. Al was het voordeel niet altijd aan den kant der Camisards, (die overvallen werden in een kasteel genaamd La Tour-de-Billot en zware verliezen leden), al predikte paus Clemens XI de kruistocht tegen deze nieuwe Albigenzen, het gelukte Montrevel niet hen te bedwingen. In 1704 werd hij vervangen door maarschalk de Villars, nadat hij eerst nog bij Nages den Camisards een nederlaag toegebracht had. Het land was er treurig aan toe bij het vertrek van Montrevel, de strijd was over en weer met wreedheid gevoerd, en de koninklijke troepen verwoestten de dorpen om de Camisards door den honger tot onderwerping te dwingen.
Villars besloot met list te bereiken, wat Montrevel met geweld niet had kunnen verkrijgen. Hij wist den ontmoedigden Cavalier tot een afzonderlijken vrede te bewegen, door hem een kolonelsplaats te beloven en godsdienstvrijheid voor de Protestanten. Van deze laatste toezegging kwam natuurlijk niets, omdat Villars haar als privaat-persoon had gedaan en niet met machtiging van het hof. Cavalier verliet daarop het land en trad in Engelschen dienst. (In 1740 stierf hij als generaal). Roland echter liet zich door geen beloften, hoe verleidelijk ook, van het beoogde doel afbrengen en, rekenend op den steun der Gealliëerden, zette hij den ongelijken strijd nog een wijle voort. Met zijn dood (Augustus 1704) is het verzet practisch gebroken. Toch bleef het nog eenige jaren roerig in de Cevennen, en had het profetisme nog een nasleep in Engeland, waarheen verschillende geïnspireerden uitgeweken waren. Had Roland langer geleefd en was de inval det Gealliëerden tijdig gekomen, ongetwijfeld zouden de Protestanten tachtig jaar voor de Revolutie hun godsdienstvrijheid terug gekregen hebben.
Te lang heeft men den opstand in de Cevennen en het profetisme, dat er de ziel van was, streng beoordeeld. Hoewe! wij de bedreven gewelddaden kunnen betreuren, mogen wij niet vergeten, dat de strijd der Camisards het Fransche Protestantisme van den ondergang gered heeft. Zonder de Camisards, die aan de tegenstanders bewezen, dat het Protestantisme onuitroeibaar was, en die aan hun wanhopige geloofsgenooten het onmisbare zelfvertrouwen teruggaven, had A. Court nimmer zijn restauratie van het kerkelijke leven kunnen ondernemen, om de eenvoudige reden, dat er geen Protestanten meer geweest waren. Door hun strijd voor de gewetensvrijheid, de kostelijkste van alle vrijheden hebben de Camisards zich onbetwistbare rechten verworven op den eerbied en de dankbaarheid van het Protestantsche nageslacht.

(De Protestant).

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1934

De Klok | 4 Pagina's

De camisards (1702-1704)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1934

De Klok | 4 Pagina's