Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het nieuwe jaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nieuwe jaar

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij schrijven het jaar onzes Heeren 1938. Al weer enkele dagen zijn voorbijgegaan van dit nieuwe jaar, wanneer ons blad onzen lezers in handen komt. Wat zal de geschiedenis van dit pasbegonnen jaar zijn? Licht, donker? Voorspoed, tegenspoed? Vrede, oorlog? Leven, dood? Wat zal het zijn in ons Vaderland? Zal de economische depressie, die nu al jaren duurt en steeds zwaarder drukt, voorbijgaan? Hoe zal ons staatkundig, ons maatschappelijk leven aan het eind van dit jaar er uit zien?
En ons kerkelijk leven? En wat zal 1938 brengen voor ons Volk, ons Vorstenhuis? En ons Vereenigingsleven? Zal 't voorof achteruitgaan? Zal het iets baten? Onze minister-president, geïnterviewd, heeft zich over de vooruitzichten voor 1938 op economisch en politiek gebied juist niet optimistisch uitgesproken. Zoo heette het van de internationale, economische verhoudingen — waa.' ons kleine land natuurlijk niet buiten s f a t —: „Alle oude obstakels zij* gebleven en enkele nieuwe zijn er bij jekomen. Het streven naar nationale zelfvoorziening neemt hier en daar op beslissende wijze toe en dit kan geen ander gevolg hebben dan dat het wereldgoede/enverkeer nog meer zal worden afgesnotrd en de verarming der volkeren toen«emt." En het oordeel omtrent de politieke toestanden luidde.
„Indien er al menschen gebleven zijn, die onder deze verhoud/ngen, nog geloof hechten aan collectieve veiligheid, dan zal het aantal verdwijnend klein zijn. Ik behoor er in elk geval.
Zeker, God de Heere werkt ook in onze dagen. En wanneer Hij werkt, wie z; 1 het keeren? Openbaren zich niet op mier dan ééne wijze geestelijke opwekkingen; niet slechts in één land, maar in vele landen? Staan wij niet verbaasd hoe tegenwoordig in de theologische wereld weer, naast de H. Schrift, gegrepen wordt nüar de belijdenisschriften der vaderen? Hoe er de nadruk weer op gelegd wordt, dat het geloof niet is uit den mensch, maar een gave van Gods genade?
Dat troost en sterkt een Christen, die ' o\non zieleheil, maar iets verstaat van de belijaëïïïsT „ik geloof de gemeenschap der heiligen." Toch, wie durft te roemen? Past het niet, ook op het terrein der Christelijke Kerk, wanneer wij zien hare oneenigheid, ja versplintering, op het zoogenaamde odium theologicum (de haat der godgeleerden), op de verflauwing der grenzen, de geesteloosheid en ontrouw aan God en Zijn Woord, op den druk waaronder de Christenheid in Rusland, in Duitschland en ook in andere landen verkeert, het in allen ootmoed uit te spreken: „Bij U, o Heere, is de gerechtigheid; maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten, omdat wij gezondigd hebben"? Neen! Op welk gebied des levens gij uw oog laat gaan, nergens kunt gij spreken van de gouden eeuw. Het ijzeren jaar is aangebroken. Het is de vraag wanneer het eindigt.
Zoo staan we dan tegenover het nieuwe jaar. Verslagen? Vertwijfelend? Ook besmet door het algemeen heerschende cultuurpessimisme? God beware ons voor défaitisme, zoolang wij nog mogen zien op onzen „Oversten Leidsman en Voleinder des gelools Jezus, die weliswaar het kruis heeft verdragen en de schande veracht; maar nu is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods."
Zie dan op Hem, gij die Hem kennen moogt uit Zijn Woord, door Zijn Geest. Mijn gedachten gaan hier vooral uit naar ons Volk, onze Overheid, ons Vorstenhuis. „Hoog, omhoog, het hart naar boven, hierbeneden is het niet!" God beware in Zijn aanbiddelijke trouw ons Volk in den storm der tijden, die ieder oogenblik ook over onze hoofden opsteken kan. Hij beware het bij het oude beginsel van Gods Woord, dat helaas! door duizenden is vérlaten en vergeten, zoodat eenerzijds het ongeloof in den vorm van een vervloekt neutraliteitsbeginsel als. een verdervende macht de zielen wegmaait en anderzijds het bijgeloof het hoofd opsteeKt en de Kerk van Rome op allerlei terrein des levens, vooral op staatkundig gebied haar net al dichter over ons nationale leven uitspant en dit onderwerpt aan haren wil. God geve onze Overheid wijsheid om hare besluiten te toetsen aan den wil van die ook haar Overste Leidsman v .zen wil.
In het bijzonder is ons hart vol beden voor ons Oranjehuis. Nog bereikte mij bij het schrijven van deze regelen — het is in den avond van 10 Januari — de blijmare niet: het Koningskind is geboren! God de Heere, Bron van alle leven, sterke en zegene onze Prinses en haren gelukkig weer herstellenden Gemaal. En dan onze geliefde Koningin! Hoe zou haar moederhart niet uitgaan naar hare kinderen! Heeft ze het niet op bijzondere wijze in de laatste weken getoond? Straks zullen we haar veertigjarig regeeringsjubileum vieren. God geve dat het moge zijn met een onbewolkten hemel boven onze hoofden. Hij gaf ons Volk in Koningin Wilhelmina een rijk geschenk; een vorstin die al haar gaven en talenten — en deze zijn waarlijk niet middelmatig —, maar ook al haar liefde en zorg gaf voor de welvaart van het Nederlandsche Volk, stoffelijk en geestelijk. De Koning der koningen kroone haar met Zijne goedertierenheid.
Zij dan het „ziende op den Oversten Leidsman en Voleinder des geloofs Jezus" de leuze voor dit jaar in ons persoonlijk, kerkelijk en burgerlijk leven. En moge zich dat ook in ons Vereenigingsleven weerspiegelen. Evenals iedere vereeniging hebben ook wij in den laatsten tijd te kampen met de ongunst der tijden. Toch mogen wij niet vertragen. Wij strijden voor ideale goederen, waarvoor onze Vaderen in den tachtigjarigen oorlog goed en bloed geofferd hebben. Zij hebben onder de gunst des Heeren gewonnen, ofschoon hun zaak bijtijden een verloren zaak scheen. Die God, die den Prins van Oranje en zijn medestanders bezielde en aanvuurde door Zijn Woord en Geest, geve ook ons kleine hoopje moed en kracht om te volharden en op te komen voor een Protestantsch Nederland

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1938

De Klok | 4 Pagina's

Het nieuwe jaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 januari 1938

De Klok | 4 Pagina's