Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gedenken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gedenken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik zal de daden des Heeren gedenken, ja ik zal gedenken Uwe wonderen van oudsher en ik zal al Uwe werken betrachten en van Uwe daden spreken. Psalm 77 : 12, 13.

Deze week staat voor mij in het teeken der nationale vreugde. In Oost en West. in Noord en Zuid Juicht heel het volk zijn blijheid uit. Aan alle oorden des lands en zelfs daarbuiten, in het verre Oosten en in het afgelegen Westen heerscht blijdschap en weergalmen de vreugdeliederen. En terecht! Onze geëerbiedigde Koningin mag gedenken, hoe de Almachtige haar veertig jaren in Zijn gunst spaarde en haar de kracht schonk de koninklijke heerschappij te voeren over ons land, dat onder de fiere Dietsche Maccabeeën met de hulp des Almachtigen zich vrij vocht van onder Spaansche tyrannie.
Overal laait de vreugde op en in wapperende vanen en schetterende klaroenen breekt de blijdschap naar buiten. Maar, daar is diepere blijdschap dan die daar luide uitschalt over de straten. Er is inniger vreugde dan die welke zich uitleeft in luidruchtig getier! Het is de blijdschap, die doet ingaan in het heiligdom, die de stilte zoekt, die gedachten opheft tot God. Het is de blijdschap, die ook Asaf kende, de man, die de woorden hierboven afgedrukt, heeft neergeschreven. Ik zal gedenken!
Het veertigjarig regeeringsjubileum van onze Vorstin brengt ons als vanzelf dit woord van Asaf in de gedachten. Wij gedenken en ons gedenken wordt tot een stil danken. Nu reeds veertig jaren zijn wij geregeerd door Haar, die een vereerde en geliefde nazate is uit het aloude, roemruchte stamhuis, dat met de geschiedenis van ons land en volk zoo onlosmakelijk verbonden is. Telkens wanneer wij het woord „Oranje" hooren of uitspreken, wanneer wij die kleur aanschouwen aan vlag of wimpel, gaan onze gedachten terug naar hetgeen is geschied. Oranje, het woord vervult ons met groote, onuitsprekelijke dank.
Bij het volk des Ouden Verbonds was het voor de huisvaders plicht dat zij op de groote feestdagen hun kinderen rondom zich verzamelden en dan in het midden der vergaderde kinderschare hen vertelden van de geschiedenis des volks. Dan moesten zij spreken van de groote daden door God aan Zijn volk gedaan, van de gunsten aan dat volk bewezen en met eerbied en dankbaarheid weerklonken telkens weer de namen van jacob en van Jozef, werd verhaald van Egypte en van de woestijn, werden in de herinnering teruggeroepen Sinaï en Jericho. Het nageslacht moest weten en kennen de daden des Heeren.
Rust zoo ook niet op ons de dure plicht te gedenken wat God aan ons volk heeft gedaan, het in te scherpen aan ons nageslacht. En zulks te meer nu wij van verschillende zijden pogingen zien aangewend om het verleden te vergeten en een nieuw heden op te bouwen, los van alle banden met het verleden. ,,Ik zal gedenken " Laat ons gedenken hoe voorheen de Heere heeft gunst bewezen, ook in dezeafgeloopen veertig jaren. Wat hebben wij een grooten God, die wonderen doet! Wat is God groot — het regeeringsjubileum onzer koningin vertelt het aan ons volk. In eindelooze verscheidenheid spreekt onze geschiedenis, spreekt het feest, dat wij vieren van de wonderen van onzen God.
Gewaagt onze vaderlandsche geschiedenis niet van groote wonderen en daden des Heeren? Dat Spanje's weermacht dit hoopje Geuzen niet heeft kunnen ten onder brengen, maar moest wijken voor een volk, aangevoerd door Oranje, die een vast verbond had gemaakt met den Potentaat aller potentaten, een wonder des Heeren is het. Dat in 1672, toen het land reddeloos, de regeering redeloos en het volk radeloos was, half Europa dit kleine landje niet kon overweldigen, maar door Oranje werd teruggeslagen, een wonder des Heeren is het.
Dat in 1918, ondanks alle pochende woorden, het revolutiegevaar werd bezworen en ons land zijn biddende Vorstin mocht behouden, een wonder des Heeren is het. Nederland, gij hebt een geschiedenis van wonderen, omdat gij hebt een God der wonderen. En God de Heere verandert niet. Laat ons dan Hem naderen met ootmoedig gebed, pleitende op Zijn beloften van oudsher. En geschaard rondom den Oranjetroon gaan onze gebeden op tot den God der vaderen voor land en volk, voor staat en kerk, voor Vorstin en vaderland.
God de Heere geve onze koningin nog vele jaren om te regeeren in Protestantschen zin. Hij verlevendige ook bij Haar steeds den fieren, koninklijken, Protestantschen moed, die Zij bij zoo vele gebeurtenissen heeft ten toon gespreid. En Hij wekke in ons allen de geest der gebeden, die ons als trouwe wachters doet scharen om haar troon en make ons door genade sterk in het geloof der vaderen. Met het Woord als pleitgrond. Met het Woord als wapen. Met het Woord als band van samenbinding. Ik zal gedenken, ik zal betrachten, ik zal spreken. Anderen mogen spreken van paarden, van wapenen, wij zullen vermelden de daden des Heeren.
'k Zal gedenken hoe voor dezen
Ons de Heer heeft gunst bewezen.
'k Zal de wond'ren gadeslaan,
Die Gij hebt van ouds gedaan.

Straks is dit vorstelijk jubileum weer voorbij. Het is maar als een oogenblik. Jubileeren en feestvieren duren slechts een korten tijd. En wat dan? Wat zal dan de toekomst weer zijn? Voor Vorstenhuis en Vaderland? Voor Oranje en Nederland? Er is hope! God verandert niet. De God onzer vaderen leeft. De Almachtige, zoo getrouw als sterk. Die eertijds wonderen werkte en Die nog bestiert ons lot! En met de bede, dat Hij onze koningin nog lang spare voor ons volk, dat Hij koningin Wilhelmina nog vele jaren een Leidsvrouw, Moeder doe zijn van Nederland, bidden wij, met ons Oranjehuis, het oude Oranjegebed des geloofs: Mijn schilt ende betrouwen Zijt Gij, o Godt, mijn Heer! Op U soo wil ick bouwen, Verlaet mij nimmermeer!

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1938

De Klok | 4 Pagina's

Gedenken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1938

De Klok | 4 Pagina's