Een standbeeld voor Marnix van St. Aldegonde

Het Leidsch Dagblad (12 Nov. j.1.) had het volgende bericht: „Zooals wellicht bekend, zal op verzoek der Nederlandsche Regeering 1940 beschouwd worden als het jaar waarin de vierhonderdste geboortedag van Marnix van St. Aldegonde zal worden herdacht.
„Naar wij uit goede bron vernemen, worden er momenteel besprekingen gevoerd om in Leiden, de stad waar Marnix van St. Aldegonde in 1598 is overlfdpri, , pen standbeeld voor hem op te richten. „Alhoewel deze plannen zich nog in een stadium van voorbereiding bevinden — een Comité van Aanbeveling en werkcomité moeten nog worden gevormd —, ligt het in het voornemen om dit standbeeld te plaatsen aan het einde van het Plantsoen bij de Plantage." Tot dusver het bericht. De steen is dus aan het rollen. Intusschen vernam ik van den heer August Heyting, voorz. van de afd. Den Haag der E. M., dat ook hij voor het plan voelt. Reeds in 1937 sprak hij het denkbeeld uit om Marnix' gedachtenis met een standbeeld in Leiden te eeren. Hij meent zelfs het plan een heelen stap nader te kunnen brengen omdat een fraai metalen beeld van Marnix, het „Wilhelmus" voorlezend, een halve meter hoog, van de hand van een onbekenden meester, in zijn bezit kwam en uitnemend als voorbeeld, ter vergrooting, voor een standbeeld kon dienen. Doch hoor hem daar zelf over in Het Klokhetouw. Nadat hij eerst in het licht heeft gesteld, hoe ons volk de kunst om standbeelden op te richten maar matig verstaat, — hij wijst op munumenten als dat van Johan de Wit in Den Haag en dat van van Heutz in Amsterdam — en daarna zegt een uitnemende plaats, in overleg met verschillende Leidenaars, in Leiden te weten, schrijft hij:
„Welnu, de tweede moeilijkheid met alle rompslomp van jury's en prijsvragen, kruiwagens, jalouzieën enz. kan gegemakkelijk opgelost door het zoo fraaie beeld met de mooie voorstelling: „Marnix het Wilhelmus voorlezende" eenvoudig vijfmaal te vergroten. Naar de kosten informeerde ik bij een bekwaam en billijk vakman, zij zouden nog geen vier cijfers bedragen. Dit moet toch in het bereik der mogelijkheden liggen. Langs andere weg zou men waarschijnlijk tot veel hoogere kosten komen. Volgens een persbericht heeft de door de Middelburgsche en Vlissingsche Courant op 28 Sept. ingestelde actie voor een Zeeuwsch huldeblijk aan Neville Chamberlain een som van ƒ 1104.973^2 opgebracht, verminderd met de onvermijdelijke kosten, netto: f 1074.97j/2. Mij dunkt, dat zulk een som over een grooter gebied dan Vlissingen en Middelburg voor 'n voornaam figuur uit onze vrijheidsstrijd, den dichter van het Wilhelmus, toch ook wel moet zijn op te brengen." Afgaande op deze voorstelling, zouden dus de moeilijkheden grootendeels uit den weg zijn geruimd. Dan zou het er alleen nog maar op aankomen een vijftienhonderd gulden — de oprichting zelf kost natuurlijk ook — bijeen te brengen en... het allereerste: een comité dat klinkt als een klok en den steun van Stads- en Rijksregeering geniet.
Zou dat mogelijk zijn? Dezer dagen meldden de bladen ons wel: „De Maatschappij der Ned. Letterkunde te Leiden heeft het initiatief genomen tot de vorming van een algemeen comité, dat een passende Marnix-herdenking in 1940 zal voorbereiden. Zij heeft daartoe een voorloopig comité benoemd, waarvan Prof. Dr. A. A. van Schelven als voorzitter en Prof. Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink als secr. verzekerd zijn. Nadere mededeelingen betreffende de plannen voor deze herdenking zullen binnenkort volgen."
In elk geval, er is werking. Het is te hopen, dat het nationaal-Protestantsche gevoel door het herdenken èn... vóór het herdenken van den boezemvriend en raadgever van (den Prins van Oranje wakker wordt en Marnix, die zijn plaats op de Kleine Zavel in Brussel verwierf, eindelijk niet langer ondankbaar en traag verwaarloosd wordt door onze Nederlandsche natie. Wij blijven diligent. En trouwe vrienden onzer beweging met ons. Nu kreeg ik weer, behalve waardevolle mededeelingen en wenken, van den heer R. V. uit Leiden toezegging, dat wanneer er iets van het standbeeld komt, hij er ook gaarne ƒ10.— voor beschikbaar stelt. Het wachten is nog maar op een Comité. Zelf zouden wij het graag aangrijpen. Doch hier zullen andere mannen, met invloed in den lande, moeten voorgaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen