Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther op den rijksdag te worms

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther op den rijksdag te worms

6 minuten leestijd

De 31e October voert een goed Protestant altijd weer in zyn herinnering terug naar dien gedenkwaardigen datum van het jaar 1517, toen de monnik van Wittenberg zijn protest tegen de aflaat en den aflaatzwendel zijner kerk in 95 stellingen aansloeg aan de Slotkapel van de plaats zijner inwoning.

Het zij ons vergund op den 31sten October van dit zwarte jaar 1940 de oogen eens te richten op Luther, wanneer hij naar den Rijksdag te Worms wordt opgeroepen om zich voor Keizer en Kerkvorsten te verantwoorden.

18 April 1521, dus vier jaar na Luther's protest te Wittenberg, verschijnt de Hervormer op den Rijksdag, waar de beslissing vallen zou over Luther en dc geestelijke beweging, die wij Reformatie noemen en van Roomsche zyde voorspel der revolutie wordt geheeten, door Luther ontketend.

16 April reed Luther Worms binnen. Een gebeurtenis! Verscheiden edellieden wachtten hem op en geleidde hem naar zijn verbluf, waar hg al spoedig door tal van lieden werd bezocht. Den volgenden dag haalde de heraut des Keizers hem van zyn logement; de tocht ging door een dichte menigte heen. 't Beste bewijs hoe het woord van dezen knecht God's reeds in alle standen en rangen van Duitschland was doorgedrongen. Zoo kwam Luther dan te staan in een vergadering, waar de machtigsten van zyn tijd, met den jongen Keizer in het midden, als 't ware tegenover hem stonden. Of l»U gebeefd heeft? Luther was ook een mensch. Maar het Woord des Heeren was zyn sterkte.

Het onderzoek begint. Johannes van Eek, ambtenaar van den bisschop van Trier, vraagt allereerst of Luther de voor hem liggende schrifturen als de zijne erkent; en dan of hij den inhoud daarvan herroepen wil. De eerste vrang bevestigt Luther; voor de tweede begeert hij tijd om te overwegen. Dit wordt hem toegestaan. Hij krijgt één dag bedenktijd. Zoo keert Luther den 17en in zijn logement terug. Hij zet zich terstond tot een schriftelijk antwoord op de tweede vraag. En den volgenden middag staat hij wederom in de vorstelijke zittingszaal.

Luther vraagt de welwillendheid zijner machtige toehoorders, omdat fiij niet gewend is in zulk hoog gezelschap te verkeeren en te spreken. Daarop komt hij tot de zaak zelve. Drieërlei onderscheidt hij in zijn schrifturen: l e zijn er boeken bij, waarvan ook zijn tegenstanders erkennen dat ze „nuttig en lezenswaard voor een Christen" zijn, omdat ze slechts het geloof naar het Evangelie behandelen; 2e dan zijn er drie „tegen het pausdom en de Roomschen die het geweten der geloovigen in deze Duitsche landen schade deden"; hij zal ze niet herroepen; de tirannie over de geesten zou ei- maar door groeien; 3e ook waren er, waarin hij afzonderlijke personen aanviel omdat zij zijn geloofsovertuiging aanvielen en wilder dwingen onder het juk der pausen. Hij geeft hierbij toe, dat zijn toon soms scherp is, maar hij kan ze niet herroepen. Dan besluit hij: „Doch daar ik slechts een mensch ben die dwalen kan, verzoek ik onderdanig dat mij mijne dwalingen mogen aangewezen worden op grond van de evangelische en protestansche geschriften, dan zal ik zelf mijn boeken aan het vuur overleveren. En hiermee beveel ik mij aan Uwe Majesteit en aan U, Heeren, aan met de ootmoedige bede niet toe te laten dat ik zonder grond door de bemoeiing mijner tegenstanders in ongenade valle."

Treffend was de indruk dien deze meesterlijke verdediging maakte. Die eenvoudige monnik had gesproken als een held. De woordvoerder des Keizers nam nu het woord. Hij zei dat Luther het recht niet had weerlegging te vragen, waar de besluiten der Concilies reeds duidelijk antwoord gaven en zijn bezwaren voldoende hadden weerlegd. Derhalve moest hij kort en onomwonden zeggen of hij wilde herroepen of niet.

Luther stond op. Dit was het historische oogenblik, dat nog in gedachtenis is bij allen die de Reformatie der Kerk zegenen als een daad Gods in tijden van groote verbastering en geestelijke duisternis. Onder doodsche stilte sprak hij op vasten toon de onvergetelijke woorden: „Wanneer dan Uwe Majesteit en de Vorsten een eenvoudig anwoord begeeren, zal ik het zonder voorbehoud geven: Indien ik niet door het getuigenis der H. Schrift en door duidelijke gronden weerlegd word — want noch de paus noch de Conciliën geloof ik wijl zij al te vaak gedwaald en zichzelf tegengesproken hebben — zoo kan en wil ik niet herroepen, daar ik dat tegenover mijn geweten niet verantwoorden kan. Hier sta ik. Ik kan niet anders. God helpe mij! Amen.

Dit woord was een daad. Het was een openlijke oorlogsverklaring aan alwat in zijn dagen macht had en schitterde. Keizer en paus zou hij nu tegenover zich zien: en alwie menschelijke grootheid en eer stelde boven de genade des Heeren. Maar Luther was er van overtuigd dat Eén, machtiger dan de machtigen tegenover hem, hem niet zou beschamen. „Een vaste burcht is onze God, een toevlucht voor de Zijnen". Hij streed niet voor zijn eigen zaak. 't Was Gods zaak waarvoor hij stond.

Groote opwinding ontstond in de hooge vergadering na Luther's weigering. De Keizer verhief zich temidden van het tumult van zijn zetel en zonder dat de bijeenkomst op plechtige wijze was gesloten, verliet hij de zaal en ging de Rijksdag uiteen. Nog volgden de dagen daarop besprekingen, maar Luther bleef staan op den vasten bodem der H. Schrift, Straks zou hij, door de zorg van Keurvorst Frederik den Wijze, op de Wartburg veilig zijn. Daar zou hij verder bouwen op den grondslag gelegd den 31en October 1517 vóór de slotkapel te Wittenberg en bevestigd op den Rijksdag 18 April 1521. Immers, hier vertaalde Luther, temidden van de rust der bosschen en bergen, den Bijbel in de volkstaal. Reeds in 1523 was zijn Duitsche Bijbel overgezet in onze taal. Ruim 400 uitgaven van zijn geheelen Bijbel of gedeelten daarvan werden nog tijdens Luthers leven gedrukt en vertaald.

Zoo waakte God voor Zijn Woord. En Maarten Luther rustte Hij toe met talent, met geloof en moed om dat Woord weer te geven aan het volk in zijn geheel. Na 31 Oct. 1517 blijft 18 April 1521 voor ons, die Gods Woord liefhebben als dc Bron van ons leven en de Lamp voor onzen voet, onvergetelijk. Wie deze data kan vergeten, raakt niet alleen een stuk van. zijn geestelijk heil kwijt, maar vergeet de groote daden Gods in en voor Zijne Kerk op aarde.

HET LUTHERLIED.

Geen aardsche macht begeeren wij; Die gaat welras verloren! Ons staat de sterke Held ter zij, Dien God ons heeft verkoren. Vraagt gij Zijn naam? Zoo weet Dat Hij de Christus heet. Gods eengeboren Zoon, Verwinnaar van den troon! De zeeg' is Hem beschoren!

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1940

De Klok | 4 Pagina's

Luther op den rijksdag te worms

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1940

De Klok | 4 Pagina's