Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bedenkelijke kerkpolitiek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bedenkelijke kerkpolitiek

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lytton Strachey was een Engelsch geschiedschrijver, die niet alleen tegen uitgebreide studie van documenten en archiefstukken niet opzag; maar die bovendien het zeldzame talent bezat in een levendigen, aanschouwelijken stijl het resultaat van zijn historisch onderzoek weer te geven.

Hij schreef een prachig boek. Het ging over tijdgenooten van Koningin Victoria; één dier tijdgenooten is kardinaal Manninig, vanaf zijn studietijd bevriend met den grooten Gladstone. 'ri Man, die op het godsdienstig leven van Engeland, met name in de Roomsch-katholieke Kerk, een sterken invloed heeft uitgeoefend. Deze kardinaal Manning kwam, evenals zoo menig invloedrijk Roomsche (denk bijv. ten onzent aan Mgr. Nolens), voort uit een Protestantsch, positief, orthodox gezin. Eenige jaren was hij predikant in de Engelsche Staatskerk; bracht h^t met zijn schitterende gaven en hartstochtelijke heerschzucht, in enkele jaren tot aartsdeken; zou er ongetwijfeld een bisschopszetel hebben bezet. Maar hij komt in aanraking met de zoogenaamde Oxfordbeweging, een partij in de Engelsche Staatskerk met haar vele nog Roomsche gebruiken, die al meer naar de Roomsche geloofsopvatting neigde. Lang talmde hij; op den Ben April 1851 deed hij den beslissenden stap. Na een lange worsteling was zijn geest eindelijk tot rust gekomen; en aan zijn anderen studievriend, Wilberforce, schrijft hij nu o.a.: „De theologie van het Concilie van Nicea af tot aan den H. Thomas van Aquino en de ondeelbare, de geheele wereld omvattende eenheid der Kerk, waarvan) de Stoel van den Heiligen Petrus het middelpunt is — al 1800 jaren oud, is zij in elk opzicht machtiger dan ooit in haar verstand, in haar wetenschap, in haar afzonderlijke positie tegenover het wereld li.ike; en ook zuiverder, gelouterd als zij is door een strijd van 300 j a a r met de moderne, ongeloovige beschaving - dat alles is een feit, dat vaster staat dan de aarde".

Al vóór zijn overgang had Manning bijzondere audiëntie en intieme gesprekken met den Paus gehad. Ofschoon Manning gewioon was in zijn dagboek eigen beweegredenen, gevoelens en overleggingen, van zijn woorden en daden nauwkeurig aan te teekenen en zelfs uiteen te zetten, wordt er omtrent het verhandelde tusschen hem en Pius IX zoo goed als niets vermeld. Doch zooveel is wel zeker, dat deze eerzuchtige en heerachzuchtige geestelijke, die voor den invloed van den Stoel van Rome in Engeland goud waard was, al spoedig na zijn Overgang langs de sporten van de hiërarchische ladder naar boven wist te klimmen; en dat hij daarbij de onwaardeerbare hulp genoot van 's Pausen particulieren secretaris, Mgr. Talbot. Nog geen 14 j a a r na zijne bekeering was hij Aartsbisschop van Westminster en de opperste leider van de Roomsch-katholieke gemeenschap in Engeland.

Interessant, maar ook leerzaam en waarschuwend is het, het relaas van intrigues, die aan deze aartsbisschops. ibenoeming voorafgingen, bij Strachey te lezen (blz. 124—128).'Zie hier: „Zoo wees zijn (n.1. van Manning) slimheid hem nu. op dit uitgestrekte operatieterrein, vlug en zonder falen den weg naar de wenteltrap van het Vaticaan en het lage deurtje, dat toegang gaf tot het kabinet van Monseigneur, Tallbot, den particulieren secretaris van den Paus. „Monseigneur Talbot was een priester, die op zeer bijzondere wijze, vooral niet de eerbiedwaardigste, toch de oudste tradities van de Roomsche Curie in zich belichaamt. Hij was een meester in vele kunsten, die een praktijk van eeuwen tot volmaking heeft gebracht onder de weldadige schaduw van de driedubbele kroon. Het kostte hem niet de minste moeite, geslepenheid en heiligheid dooreen te vlechten; insinueeren ging hem even gemakkelijk af als aan een gewoon mensch een feitelijk relaas; vleitaal kon hij rondstrooien met zoo'n milde hand, dat zelfs Kerkvorsten het ruim voldoende vonden; en als het noodig was, kon hij de menschelijke ziel ook op verfijnde wijze folteren. Van een man met zulke talenten kon men moeiljijk verwachten, dat hij zich onderscheiden zou door een teer geweten of een overmaat van fijngevoeligheid; maar naar die deugden was Manning ook niet op zoek, toen hij de wenteltrap opging. Hij zocht naar een man, die het oor had van Pius IX en hij vond dien man achter het lage deurtje. Toen zette hij alle zeilen bij, hij had een volkomen succes en een bondgenootschap werd gesloten, dat van den grootsten invloed op Man.. ning's loopbaan zou zijn. . . .

„Wiseman (de kardinaal-aartsbisschop van Westminster) stierf en dientengevolge ontstond er te Rome een geweldige crisis. „Sinds de instelling dier bisschoppelijke hiërarchie", schreef Mgr. Talbot, „is dit het grootste ooigeniblik voor de kerk, dat ik nog beleefd heb". Het was de taak van het Kapittel van Westminster om drie candidaten aan te wijzen voor den vacanten : Aartbisschopzeteil; zij deden nog een laatste poging en waren zoo brutaal om, naast de namen van twee' Katholieke bisschoppen, die van Dr. Errington (tegen-candidaat van Manning) op de lijst te plaatsen. Dat wias een domme en noodlottige zet. Pius IX werd woedend (immers: in Rome wenschte men Manning); het Kapittel had een „insulta al Papa" (d.i. een beleediging tegen den Paus) begaan, riep hij uit, terwijl hij zich driemaal van woede op de borst sloeg. „Het is gekomen door het Kapittel", zei Manning later; maar zelfs na die onbescheiden daad van het Kapittel hing de beslissing nog weken in de lucht. Mgr. Talbot schreef aan Manning: „mijn grootste angst is, dat er een Congregatie (vergadering van Kardinalen) zal gehouden worden in plaats dat de Heilige Vader zelf de pontificale benoeming zal doen. Hijzelf is nog in tweestrijd. Daarom lees ik iederen morgen de mis en bid, dat hij den moed mag hebben zelf te kiezen in plaats van de beslissing aan een Congregatie over te laten. Ofschoon de Kardinalen wel besloten zijn niet op Errington te stemmen, ben ik toch bang, dat ze één van de beide anderen kiezen. Ge weet heel goed, dat Congregaties zich laten leiden door de documenten, die voor hen neergelegd worden; daarom zou ik liever willen dat de Paus uit eigen autoriteit handelde".

„Maar de Heilige Vader bleef aarzelen. In zijn besluitenloosheid gaf hij bevel tot een maand van missen en gebed. De spanning nam steeds toe. Alles scheen tegen Manning te zijn. Het heele Engelsche episcopaat was tegen hem; hij had ruzie met het Kapittel; het was slechts een paar jaar geleden, dat hij bekeerd was; zelfs de Kardinalen in Congregatie waagden het niet de benoeming van zoo iemand te opperen. Maar plotseling namen de twijfelingen van den Heiligen Vader een einde. Hij hoorde een stem — een geheimzinnige innerlijke stem — die hem iets in 't oor fluisterde. „Mettetelo li! (benoem hem!)" herhaalde die stem, steeds en steeds weer. „Mettetelo li!" Het was een inspiratie, en Pius IX zette de aanbevelingen van het Kapittel op zij en maakte Manning, bij een pontificaal besluit, tot Aartsbisschop van Westminster. Aan Mgr. Talbofs geluk ontbrak niets meer; toen hij aan zijn vriend zijn gelukwenschen aanbood, nam hij de gelegenheid waar, daaraan eenige beschouwingen toe te voegen, die licht werpen op de groote gebeurtenis: „Mijn politiek was altijd", schreef hij, ,om u nooit rechtstreeks bij den Paus aan te bevelen, maar dat door anderen te laten doen, zoodat wij allebei steeds kunnen zeggen, dat ik niet degene was, die den Heiligen Vader er toe bracht u te benoemen, hetgeen het gewicht van die daad zou verminderen. Dit schrijf ik u, omdat velen zeggen dat uw benoeming heelemaal mijn werk was. Ik zeg niet, dat de Paus niet wist, dat ik u den aangewezen man vond; want ik zorgde er wel voor, hem steeds voor oogen te houden wat er tegen de andere candidaten kon worden aangevoerd en zóó werd hij er als 't ware toe gedreven u te benoemen. Nadat hij dit gedaan had, zei de Heilige Vader tot mij: „Wat zijt gij een diplomaat! gij kunt laten gebeuren wat gij wenscht". •„Desalniettemin", besloot Mgr. Talbot, „geloof ik toch, dat uw benoeming door den Heiligen Geest werd ingegeven".

Manning was klaarblijkelijk dezelfde meening toegedaan.... „Indien het werkelijk", schreef hij aan Mevrouw Herbert, „de wil van onzen Goddelijken Heer is geweest, mij dezen zwaren last op te leggen, dart kon Hij dat nooit op een voor mij sterkender en troostender wijze gedaan hebben. Dien last te ontvangen uit de handen van Zijn Stedehouder en nog wed van Pius IX, na een langdurig aanroepen van den Heiligen Geest, en niet alleen zonder menschelijke invloeden, maar zelfs velerlei machtige menschelijke tegenwerking ten spijt, geeft mij tenslotte de macht voor zulk een kruis".

Hier eindigt Stracheys beschrijving. Welk „kruis" meende Manning? Het gouden Aartsbisschopskruis; of, suggereerde hij zichzelven zoo sterk, dat hij waarlijk bij „dezen zwaren last" dacht aan het kruis der smart? Heel dit relaas geeft ons een eigenaardigen kijk op de inspiratie en de onfeilbaarheid des Pausen; maar ook op al het menschelijke, zondige en lage van een net van intrigues, waarvan ook het hof van den „Heiligen Vader" niet vrij is.

De mensch heeft vele vonden gezocht. Een van die vonden is, gelijk wij bij Mgr. Talbot en eveneens bij zijn vriend en bondgenoot, bespeuren, dat men heiligheid en geslepenheid samenvlecht; en 't zelfs waagt „den wil van den Heiligen Geest" vast te koppelen aan de diplomatie van den particulieren secretaris des Pausen. Dit gaf dan 'n blik in de binnenkamers van het Vaticaan. Kennen wij de binnenkamers van ons eigen bestaan? Zijn wij e r zeker van, dat we, al is het dan ook niet zóó kunstig als Mgr. Talbot het verstond, heiligheid en geslepenheid, onzen zin en 's Heeren Woord nooit met elkander in overeenstemming pogen te brengen?

't Eind van Stracheys' levensbeschrijving van dezen groote der aarde, die 't zelfs tot kardinaal bracht, is veelzeggend. „Wie afdaalt in de krypt van dien kathedraal, dien Manning's oogen niet meer mochten aanschouwen wen, zal? als. hij staat in die stille nis met het grafmonument, bemerken dat stof, vingers dik ligt op dat vreemde, niet bij de omgeving passende, bijna onmogelijke ding, dat, met zijn versierselen van tressen en kwasten, als een verlaten en vergeten trophee aan het duistere gewelf hangt — den kardinaalshoed !! Inderdaad,

Pracht en schoonheid moog' wat schijnen, 't Is aan d' ijdelheid gelijk. En ook, wat Luther zong, is waarheid voor den Christen: Geen aardsohe macht begeeren wij. Die gaat alras verloren. Ons staat de sterke Held ter zij. Dien God ons heeft verkoren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Protestants Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1941

De Klok | 4 Pagina's

Bedenkelijke kerkpolitiek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juni 1941

De Klok | 4 Pagina's