Hoe Calvijn de kinderdoop zag - pagina 17

en eeuwig blijvende W o o r d van G o d " , 1 Petr. 1 : 23, dan moet worden opgemerkt, dat Petrus daar spreekt v a n hen,, die door de verkondiging van het Evangelie geleerd waren. M a a r betekent dat, dat jonge kinderen door Gods kracht niet zouden wedergeboren kunnen worden ? Z o u de Heere Z i c h aan jonge kinderen niet bekend kunnen maken ? Zeker, de gewone wijze v a n doen is, dat de Heere de zondaar krachtdadig en inwendig roept door het gehoor van het gepredikte W o o r d Gods. E r zijn echter ook voorbeelden, dat de Heere door de inwendige verlichting des Geestes werkt. N a a r Gods souverein welbehagen kan de Heere hier in dit leven een kind verlichten, pm het straks (als het jong sterft) te plaatsen i n het eeuwige licht v a n Z i j n Goddelijk aangezicht. Niet dat ze zulk een geloof deelachtig zijn en zulk een kennis, als waarmede de Heere Z i j n volk later begiftigt. M a a r H i j zal voor zulke kinderen geen vreemde zijn. O o k hun ogen zullen Hem zien, en niet een vreemde. 7. D e kinderen onder het O . T . werden besneden, opdat zij i n het later leven, bij het opgroeien, zouden staan naar de doding van hun. bedorven en besmette natuur. Z o ook worden onze kinderen gedoopt „tot toekomende bekering en geloof". E n zo min de besnijdenis alléén werd toegediend aan wedergeborenen, zo min wordt ook de Doop toegediend aan wedergeborenen alléén. Hoewel de Doop op de wedergeboorte ziet. D a n zouden we de uitverkorenen moeten kennen. E n dat komt G o d alleen toe. W e l zal de Heere die kinderen, die H i j Z i c h verwaardigde te verkiezen, wanneer zij vroeg sterven, vernieuwen door de onbegrijpelijke kracht Zijns Geestes. 8. W a n n e e r we nu gaan beweren, dat de Doop het teken is, dat onze zonden zijn vergeven, (,,onze" i n de zeer algemene zin des W o o r d s : ieder, die onder de prediking des W o o r d s leeft), dan staan we heel dicht bij de Wederdopers. D e Gemeente Gods mag in de Doop zien, door het geloof, dat in Christus hun zonden zijn afgewassen. E n diezelfde Gemeente belijdt, dat de Heere machtig is ook kleine kinderen die afwassing der zonden deelachtig te maken. Daarom mogen we onze kinderen dat teken niet weigeren. Volwassenen echter (bijv. een T u r k ) moeten we de D o o p onthouden, zolang hij niet tot G o d bekeerd is en belijdenis des geloofs heeft gedaan. H i e r geldt nóg de wijze, waarop Johannes de Doper doopte. 9. Paulus zegt: „ W i e niet werkt, zal niet eten", 2 Thess. 3 : 1 0 . M e n zou nu kunnen zeggen: „ W e moeten de kinderen geen eten geven, want ze werken niet". M a a r we geven ze w e l degelijk al 17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen