Gebod en Gebed - pagina 31

12. Waartegen bezondigen overspelers zich ?

12. 1. Tegen God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. 2. Tegen hun levensgezel of gezellin. 3. Tegen de gehele samenleving. 4. Tegen hun kinderen.

13. W e l k middel is er om in geen overspel te vervallen ?

13. De Spreukenschrijver zegt het : verblijdt U in de huisvrouw Uwer jeugd.

14. Wanneer vervallen we tot zonden tegen dit gebod ?

14. Als we ons laten leiden door de begeerlijkheid der ogen, gaan dansen, naar toneel en bioscoop gaan, opzichtig gekleed gaan, ons begeven in kwade samensprekingen.

15. W a t is het beste voor hen, die in deze zonden dreigen te vervallen ?

15. Zij moeten trachten te komen tot een eerlijk huwelijk.

16. W a t moeten we doen om voor onkuisheid bewaard te worden ?

16. 1. Bij onszelf overleggen, hoe schadelijk dit is voor onze ziel. 2. Dikwijls vasten en bidden. 3. Naarstig zijn in ons beroep. 4. Veel denken, dat we verkeren onder des Heeren alziend oog.

Het Achtste Gebod: „Gij zult niet stelen". 1. Wat is stelen ?

1. Ontvreemding van het goed van onze naaste tegen zijn wil en dank.

2. W i e wordt dit verboden ?

2. A a n alle mensen.

3. Op welke wijze geschiedt diefstal?

3. 1. Openlijk, hetzij ten koste van particulieren of van de gemeenschap als bijvoorbeeld de staat, de kerk, al of niet onder schijn van recht. 2. In het geheim.

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen