Kaspar Schwenckfeld - pagina 13

tel spreekt in Rom. 8 : 1 : „Die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest" ? Juist het feit, dat Schwenckfeld hiernaar uitziet, doet hem zo heel sterk de nadruk leggen op de „zielszorg". H i j moet een rustige man geweest zijn, met een opgewekt karakter, iemand, in wiens leven de zalving des Geestes tot uitdrukking kwam, die niet de godsdienst alleen in zijn hart had, maar in wiens leven steeds daarvan iets tot uitdrukking k w a m . Het is werkelijk ontroerend, als we in de vele brieven, die hij nagelaten heeft, hem horen spreken met zijn vrienden. W e l k een tact spreekt d a a r u i t ! Luistert U maar eens: „ W e moeten niet iedereen alles zeggen; we moeten ons richten naar de Heilige Geest. W a a r G o d het hart niet opent, is alle leren en redeneren immers vergeefs." Schwenckfeld moet een enorme briefwisseling hebben onderhouden. In zijn brieven gaat het altijd weer om de kern van de zaak. Blijkbaar zijn zij velen, ook in Z u i d - en Oost-Duitsland, ten zegen geweest. W a a r de getrouwe prediker bemerkt, dat enkele kinderen des Heeren bij elkaar wonen, uit dezelfde omgeving, brengt hij ze samen. H i j zegt: „Ik probeer steeds weer de verstrooide kinderen Gods te verzamelen." W i j zouden zeggen: hij bracht ze bij elkaar in gezelschappen. H i j deed, wanneer de tijd nog niet rijp was om gemeenten te stichten, waarin men zou ler.en en handelen naar de leer der apostelen. Schwenckfeld meende, dat dit een bijzonder werk was v a n de Heilige Geest en niet het werk v a n mensen. Het belangrijkste was immers, dat er mensen tot G o d werden bekeerd, tot vernieuwing des levens kwamen door de Heilige Geest en dat er tussen hen een broederlijke gemeenschap groeide. „De Christenen moeten elkaar veel bezoeken, troosten en sterken", zeide Schwenckfeld. Broeders, die wat meer ervaring hadden, reisden v a n plaats tot plaats om Gods volk op te zoeken. E n spoedig komt Schwenckfeld tot het beleggen van samenkomsten, waar wordt gebeden, gezongen, waar de Schrift wordt gelezen en wordt verklaard. Schwenckfeld dringt altijd aan op het nauwgezet lezen en onderzoeken v a n de Heiligt Schrift en op een ernstig gebedsleven. Het zal ons duidelijk zijn, dat Schwenckfeld met zijn volgelingen op deze wijze buiten het kerkelijk leven staat, zoals dat i n zijn dagen reeds geordend werd; in Duitsland, waar Luthers v o l gelingen gemeenten stichtten en waar ook de volgelingen v a n Calvijn kwamen tot een geordend kerkelijk leven. In Duitsland had men ook nog de gemeenten, die door Z w i n g l i werden gesticht. Deze gemeenten zijn Schwenckfeld te partijzuchtig. Z w i n g l i ' s avondmaalsleer vindt hij (terecht)!) w e l zeer armelijk, schraal en oppervlakkig. H i j stemde in dit opzicht geheel in met de leer omtrent het A v o n d m a a l bij Calvijn. V e r d e r w a r e n er in Duitsland heel wat Doopsgezinden, volge12

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen