De Lutherse Reformatie - pagina 9

O v e r zijn geestelijke toestand correspondeerde Luther vaak met V o n Staupitz. Deze schreef hem: , , D u willst ohne Sünde sein und hast doch kleine Sünde, Z . B . Eltern morden, öffentlich lästern, Gott verachten, die Ehe brechen, das sind rechte Sünden." ) Je moet v a n iedere kleinigheid geen zonde maken. Las Luther dan evenwel de T i e n Geboden opnieuw, ,,dann packte mich immer wieder der Schrecken vor dem heiligen, richtenden Gott." ) De Heere verscheen hem als een vertoornd G o d ; er was geen ontkomen aan zijn geredhtigheid; aan alle kanten stonden de aanklagers. „Ich bin von deinen Augen verstoszen," ) zuchtte hij dan met Ps. 31 : 23. D a n durfde Luther niet te bidden, zelfs niet: „Herr, strafe mich nicht in deinem Z o r n . " (Ps. 6 : 2 ) . ) De reis naar Rome deed Luther tegen alle verwachtingen ook geen goed. Hij hoorde de Italiaanse priesters de missen afraffelen in een tijd, die Luther nodig had om een tiende deel daarvan te lezen. Het hoogtepunt: de beklimming van de Pilatustrap, „Die Heilige T r e p p e " , bracht ook geen heil. O p de knieën bad hij, op elke trap een „Vater unser". Droppen v a n Christus' bloed, volgens overlevering op deze trap nog te zien, kuste hij. Leefden zijn ouders nog maar, misschien kon hij op deze wijze v a n loutering aflaat krijgen voor hun vagevuurlijden. Luther bad voor de zielerust van grootvader Heine. Boven aan de trap gekomen, viel hem in: „ W e r weisz, ob es wohl wahr ist?" ) T o c h blééf de gedachte: de kerk heeft, ook al zijn vele priesters slecht, toch „viele überschüszigen guten W e r k e n " . ) Onmiddellijk daarop k w a m de twijfel: zijn die overtollige werken er wel? In die dagen van groeiende nood zei V o n Staupitz: „Lieber, schaue an die W u n d e n Christi und das Blut, das er für dich vergossen hat: daraus leuchtet die Vorbestimmung Gottes! Gott hat vorbestimmt, dasz sein Sohn soll für die Sünden leiden. W e r das glaubt, der soll erwählt w e r d e n . " ) Hij gaf de raad: lees en herlees vanuit deze gedachte Gods W o o r d . E n Luther leest en herleest de Romeinenbrief. H i j ontmoet ook daarin alleen de rechtvaardige G o d , D i e met al zijn genoegdoeningen geen genoegen neemt en moet straffen H i j krijgt daarbij nog oog voor zijn erfzonde. Z o stapelde ook het Evangelie voor hem de ene smart op de andere; het dreigde met gerechtigheid en toorn. Z o bleef zijn v e r w a r d en tobbend geweten hem aanklagen. M e t steeds meer verlangen w i l hij de zin en mening weten v a n Paulus' woord: „Die Gerechtigkeit Gottes w i r d offenbart in ihm ( = het Evangelie), wie geschrieben steht: D e r Gerechte lebt aus G l a u ben.") D a n opent de Heere de ogen v a n de ten einde raad gebrachte 18

19

20

2 1

22

23

24

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen