Een open oog voor de realiteit - pagina 15

onder biddend opzien tot de Heere tot het dragen van verantwoording, zoals de Heere dat i n Zijn Woord eist, zulks voor eigen leven èn voor het leven van hen, die straks aan hun zorgen zullen worden toebetrouwd. E n dit gepaard aan grondige kennis van wat voor de uitoefening van hun taak nodig is, èn van de wereld, waarin zij straks hun werk zullen hebben te verrichten. Het is goed, deze terreinen, die de kweekschool betreffen, onderwijskundig gezien, nog eens te noemen. 1. Het terrein van de meer wetenschappelijk gerichte vorming : de godsdienstvakken, nederlandse taal en letterkunde, paedagogiek, psychologie, algemene didaktiek en methodiek, kennis van het cultureel- en het maatschappelijk leven. 2. Het terrein van de lagere schoolvakken en hoe deze op de Lagere School moeten worden onderwezen (bijzondere didaktiek en methodiek). 3. Het terrein van de keuzevakken ; specialisatie in een of twee lagere-schoolvakken ; de betekenis daarvan i n het geheel van het leven en de speciale aanpak, die deze tijd nodig maakt, wanneer ze in de lagere school-van-deze-tijd worden onderwezen. 4. De oefening in de praktijk van het lesgeven in de lagere scholen, in alle vakken (punt 2) en in het bijzonder i n één of twee vakken, waarin de leerling meer gespecialiseerd is (punt 3). 5. Het terrein van de opleiding voor de moderne talen, wiskunde en handelskennis, tekenen en handenarbeid, waarvoor akten kunnen worden behaald, die de bevoegdheid geven, les te geven aan een (toekomstige) m.a.v.o.-school (het oude mulo). 6. Ook de specialisatie, genoemd in punt 3, wijst reeds heen naar het behalen van één of meer akten i n rekenen, ned. taal, gesch., aardrijkskunde, fysika, biologie, die in de nabije toekomst ook nodig zijn om les te geven aan de M A V O . Bovendien willen onderwijskundigen in de 5e en 6e klas van de Lagere School ook liever naar een systeem van gespecialiseerde vakmensen. De invoering van de mammoetwet brengt per 1 aug. 1968 voor de kweekscholen nòg een ingrijpende wijziging. De leerlingen, die nu in klas I werden geplaatst, hadden een MULO-diploma of waren overgegaan van de 3e naar de 4e klas van een Middelbare School. Ze ontvingen gedurende twee jaar voortgezet onderwijs in de z.g. eerste leerkring. Daarna begon de beroepsopleiding in de tweede en desgewenst ook in de derde leerkring. Dit al verandert grondig. De keuze tussen twee of drie jaar beroepsschool vervalt; er komt een ongedeelde driejarige beroepsopleiding, hogere opleidingsschool voor onderwijzers en onderwijzeressen genoemd, die drie jaar in beslag neemt. Om hiertoe te worden toegelaten, moet men in het bezit zijn van een geheel nieuw diploma ; het einddiploma van een HAVO.-school. De mammoetwet, die dit nieuwe type school ziet als een speciale

14

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen