Wet en Evangelie in de opvoeding - pagina 15

Maar... „alle mensen zijn leugenaars" (Ps. 116: 11). Dat brengt de Wet tot klaarheid in ieders zieleleven ; het mag geen abstracte waarheid ) blijven. Hoe dan tot eerlijkheid, tot waarheid spreken op te voeden ? Zó : niet meer liegen ; dan word je een waardevolle persoonlijkheid ? Of zó : wees eerlijk, dan bewaar je je eigon-zèir, de leugen omeeri je, haalt je naar beneden ? Neen ! (Denk aan de drieërlei functie van de Wet). Je hebt gelogen ; daarmee heb je de band aan de gemeenschap geweld aangedaan; want willen we goed en eerlijk samen leven, dan moeten we ons door de waarheid laten leiden. V e r d e r : ik heb gelogen ; ik moet we bekeren en me door de waarheid laten leiden. Dat bekeren-tot-de-waarheid moet gaan betekenen : mij laten leiden door de Waarheid, Gods Woord, door dè Waarheid, Christus. Dat zal met droefheid moeten gebeuren. Ben ik een kind des Heeren, dan moet het tot Ps. 51 (èn Ps. 32) komen. 31

27. Zo ook pedagogisch verantwoord. Wanneer zó i n het gezin en in de christelijke school geleefd wordt, valt er wel heel veel ellende, die men zichzelf en anderen berokkent, w e g ; een ellende, die het vertrouwen tussen opvoeders en leerlingen verstoort. Wat een zee van bedrog, van zelfhandhaving ten koste van anderen, van jacht naar populariteit verziekt niet ons schoolleven. Lees nog eens antw. 112 Heid. Cat. Daarmede stellen we Gods gebod niet buiten w e r k i n g ; dat kunnen onze schuld en onze zonden niet. Integendeel! Ons ongeloof, waaruit dit alles voortkomt, zal God oordelen ; want de eis van Zijn Wet blijft, zolang geen sprake is van doorleefde vergeving. Voor de opvoeder betekent dit, dat hij voor zijn opvoedelingen naast gezagsdrager ook een vertrouwde vriend moet zijn, tegenover wie de kinderen hun hart kunnen uitspreken, die ze niet behoeven te vrezen, omdat ze weten, dat hij zich niet aan hen zal ergeren. Dit heeft ook consequenties voor het straffen. De leerling moet gaan inzien, dat we ons tegen de waarheid uiteindelijk niet kunnen verzetten, dat het liegen ons innerlijk en uiterlijk verderft. Dwang kan hier eerder schaden dan genezen. Het gaat er om, dat er innerlijk vanuit het geweten behoefte ontwaakt om onwaarachtigheid te belijden. Een belijden, dat ons aanleiding geeft tot het wijzen op de vergevingsmogelijkheid, waarvan het Evangelie gewaagt. (Mooi boekje hierover: „Zinzendorf en de jeugd", door Otto Uttendörfer, Furche-Verlag-Berlin; zie b.v. p. 43).

31

)

14

Abstract: losgemaakt van de praktijk van het leven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen