Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

UIT HET KERKELIJK LEVEN VAN ENKHUIZEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT HET KERKELIJK LEVEN VAN ENKHUIZEN

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Enkhuizen heeft de Reformatie reeds in de 16e eeuw ingang gevonden. Als eerste stad van het noorden schudde zij het Spaanse juk af en de voornaamste reden hiervoor komt zeer wel uit in de woorden, die gekerfd staan in een der balken van de Westerkerk:

In 't jaar vijftien zeventig twee
Werd 't Pausdom verdreven uit deze stee
En door des Heeren almachtige hand
De ware religie daarin geplant.

Ten tijde van de twisten tussen "Gomaristen" en "Arminianen" koos de stad met beslistheid de zijde van de Contra-Remonstranten. Ook in de 17e en 18e eeuw manifesteerde Enkhuizen zich als een calvinistische stad, vooral in tegenstelling tot het remonstrantse Hoorn. Bekende predikanten hebben Enkhuizens Kerk gediend o.a Ds. Joh. Bogerman (later praeses van de Dordtse Synode; Ds. G.A. Saldenus (de schr ijver van het bekende "Een ChrisJ ten vallend en weer opstaand") en Ds. F. Burinannus. En nu nog is Enkhuizen bekend als een eiland van gereformeerd protestantisme in het veelszins vrijzinnige en roomse West friesland Maar tussen toen en nu ligt nog de 19e eeuw.
In die eeuw was Enkhuizen niet meer de bloeiende havenstad van weleer, handel drijvend en verbindingen onderhoudend met vele landen. Omstreeks 1830 was Enkhuizen een in zichzelf gekeerd en vergeten stadje geworden nadat de jarenlange strijd tegen de achteruitgang tenslotte, mede door de Franse bezetting, geëindigd was in een nederlaag. Handel en scheepvaart waren verdwenen en de visserij kwijnde . Op kerkelijk gebied kreeg het opkomende "modernisme" hier echter geringe invloed, in tegenstelling tot het West friese platteland en andere Noordholland: steden. Maar de Afscheidingsbeweging van 1834 kwam er evenmin tot gelding. Toch waren er in die tijd Enkhuizers, die het in de Hervormde Kerk niet meer vinden konden. Zelfs reeds voor 1834 hadden zij zich van haar verwijderd gehouden. Het is de vraag of de leervrijheid, in 1816 ingevoerd, hun grootste struikelblok was; er waren toen immers nog geen vrijzinnige predikanten in Enkhuizen. Vermoedelijk heeft de weerzin tegen de verplichte gezangenbundel een rol gespeeld, evenals de begeerte naar. een meer "bevindelijke" prediking. In die tijd zijn er ook nog al wat Enkhuizers terechtgekomen bij de secte der "Mazereeuwers", ontstaan door het optreden van JAN MAZEREEUW (geb. 1779; over-leden 1855) te Opperdoes. Mazereeuw stond onder invloed van de geschriften van Jane Leade, een Engelse, vrouw die in de 17e eeuw verschillende verhandelingen over het duizendjarig rijk had uitgegeven. Verder verwierp hij de Sacramenten en iedere kerkelijke organisatie. Maar overigens hield hij zich aan de gereformeerde leer. De geschriften van Hellenbroek, Brakel en Van der Groe stonden bij hem in hoog aanzien. In 1845 scheidde hij zich van de Hervormde Kerk af. Zijn aanhangers werden verder gevonden in do omliggende plaatsen zoals Enkhuizen, Andijk, Grootebroek en hedemblik. Na zijn dood werden zijn geschriften in onderlinge samenkomsten voorgelezen. Deze zijn later in druk verschenen, nog tot in 1942 toe. De voornaamste zijn wel: "De gezichten Daniels en der Profeten"; "De ware onderlinge bijeenkomsten "De particuliere Waarheid". Zijn aanhang is in de loop der jaren opgelost in de kerken der gereformeerd gezindte. Slechts enkele "thuiszittende" Mazereeuwers moeten er nu nog zijn In de uitkomsten van de Volkstelling 1930 kwamen wat de kerkelijke gezindte betreft, nog voor: Volgelingen van Mazereeuw =3.

Maar de meesten van hen, die in de Hervormde Kerk van Enkhuizen niet vonden wat zij voor hun geestelijk leven nodig hadden, verenigden zich in gezelschappen. Zij kwamen in onderlinge samenkomsten bijeen en lazen dan preken van oud-vaders en hielden godsdienstige gesprekken. Uit één van deze gezelschappen ontwikkelde zich de Chr. Afgescheiden gemeente, uit andere een tweetal Kruisgemeenten.

De Chr. Afgescheiden gemeente werd op 26 sept . 1841 geinstitueerd door Ds. Pier Schaap van Urk. De eerste leden waren voor het merendeel schippers en vissers. Eenvoudig en arm was deze gemeente in de aanvang. Men had de groot, ste moeite de armen te onderhouden. Het is zelfs voorgekomen dat gemeld moest worden dat armen niet ter kerke konden komen omdat hun kleren in de lommerd waren. Vanaf 1841 werd samengekomen in het huis van Coert van der Boom, die toen' ook lerend-ouderling was. In 1855 werd zijn huis tot kerkje verbouwd. Het zielental was toen 58. Eerst in 1860 kreeg de gemeente een eigen predikant in Ds. W. GROENEVELD, gekomen van Broek op Langedijk. Voordien echter was Ds. J.R. ANANIAS van Andijk als leraar aan de gemeente verbonden geweest, n.l. van 1844 - 1845. In dat laatste jaar werd zijn dienst ontbonden. Te Andijk was hij echter niet bevestigd "omdat hij zijn eigen huisgezin niet kon regeren". Meer dan met zielzorg moet hij zich met de hengelsport hebben ingelaten en na zijn vertrek zou hij visser zijn geworden. Van 1848-1852 is de gemeente nog bearbeid door Ds. J.T. BIJZITTER van An dijk, die tevens 1 x per maand preekte. In 1863 werd uiteindelijk een kerkg bouw aan de Peperstraat in gebruik genomen dat 40 jaar dienst zou doen. In 1869, bij de vereniging met de Kruisgemeenten, werd de naam der gemeente: Chr. Geref. Kerk. Nadat Ds. Groeneveld in 1872 naar Woerden was vertrokken, is de gemeente nog bediend door: Ds. W. SIEDERS van 1873-1880; Ds.G.H. de JONGE van 1880-1886; Ds. A. VAN DER SLUIJS van 1887-1897. De Doleantie van 1886 heeft in Enkhuizen geen rechtstreekse invloed uitgeoefend, maar wel een sterkere overgang vanuit de Hervormde Kerk naar de Chr. Geref. Kerk tengevolge gehad, temeer omdat ook daar het "modernisme" doorgedrongen was. In 1892 werd de Chr. Geref. Kerk door de vereniging met de Kerken der Doa. leantie Gereformeerde Kerk. Deze Geref. Kerk is, behalve door Ds. Van der Sluijs, nog bediend door: Ds. W.H. OOSTEN van. 1897 - 1905; Ds. L. KUIPER van 1906 - 1909; Ds. D. HOEK van 1910 - 1940 en Ds. A.J. BOSS van 1941 - 1946. Momenteel zijn er twee predikanten n.l. Ds. K. DEKKER en Ds. H.J. SWIERTS, beiden sinds 11 sept. 1946. Het zielental bedraagt thans 1950.

De "Vrijmaking" van 1944 heeft nog geleid tot de instituering van een Geref Kerk Vrijgemaakt op 15 nov. '1946. Tot heden is zij vacant gebleven. Haar zielental bedraagt thans 40. Sinds enige jaren is er ook een station van de Chr. Geref. Kerk te Opperdoes, welke des zondags diensten belegt.

Zoals wij reeds hiervoor vermeld hebben, was er nog een gezelschap dat echter niet met de Afgescheidenen meeging. lioe het met dit gezelschap is vergaan, is helaas niet meer uit schriftelijke gegevens na te gaan. Het oud-archief van de huidige Geref. Gemeente te Enkhuizen is door brand verloren gegaan en ook de "Enkhuizer Courant" uit die dagen geeft geen uitkomst. Vermoedelijk dan heeft dit gezelschap met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid contact gezocht met de Kruisgemeenten en wel met de in 1863 ontstane tweedegroep Kruisgemeenten, de z.g. gemeenten van Ds. C. van den Oever te Rotterdam. Volgens de overlevering moet Ds. van den Gever meermalen te Enkhuizen hebben gepreekt in de "Oranjezaal" en ook wel zijn zoon Ds. Hermanus van den Oever, die destijds de door zijn vader gestichtte gemeente te Amsterdam in de 5e Weteringdwarsstraat diende. (In jan. 1864 was hij van Poortvliet vertrokken naar Amsterdam). In 1866 volgde zijn broer Ds. Aarianus van den Oever hem op. Hermanus stichtte toen een nieuwe vrije Kruisgemeente te Amsterdam op de Baangracht. Het is-zeer wel zeker dat Ds. H. VAN DEN OEVER (geb. 1826; overleden 1900) zo omstreeks 1865 te Enkhuizen een gemeente heeft gesticht, welke hij van 1870 - 1873 als predikant heeft gediend. Op 20 dec. 1870 werd hij in het bevolkingsregister van Enkhuizen ingeschreven komende uit Nieuwer - Amstel; hij werd afgeschreven op 3 mei 1873 wegens vertrek naar Nieuwpoort. Naar deze plaats had hij een beroep aangenomen; de gemeente aldaar was toen nog maar net dooi' zijn vader geïnstitueerd.

Meer houvast is er dan weer aan de Notulen van de Synodale Vergadering van de Geref. Kerk in Nederland, gehouden op 9-10 juni 1868 te Haarlem. Daarin wordt vermeld dat de classis Noord-Zuid-holland bericht geeft van de instituering van verschillende gemeenten o.a. te Enkhuizen. Hieruit blijkt dus dat er ook Kruisgezinden waren, die zich liever niet bij de gemeenten van Ds. van den Oever aansloten, maar bij de Geref. Kerk (onder het Kruis). Deze gemeente richtte in een verbouwd vispakhuis in de Breedstraat een kerkje in; spottenderwijs sprak men toen over het "ansjoviskerkje". Deze gemeente nu kreeg in jan. 1869 een predikant in Ds. JOHAN WILLEM VAN DEN! BROEK, gekomen van Goes. Hij was geboren op 9 nov. 1820 te Schiedam als zoon van Leendert van den Broek en Elisabeth Henriette Vijgeboom, een dochter van de bekende voorloper der Afscheiding Johan Willem Vijgeboom. Van beroep v/as hij later reizend manufac turier; destijds zei men pakloper. Op de algemene vergadering van de Geref. Kerk (o/h Kruis) d.d. 4 - 6 juni 1867: te Zwartsluis, werd hij toegelaten als predikant.  Hij nam toen een beroep aan naar Goes, welke gemeente hij diende tot zijn vertre naar Enkhuizen in 1869- Bij de vereniging van de Geref. Kerk (o/h Kruis) en de Chr. Afgescheiden gemeenten tot Chr. Geref. Kerk in 1869 waren Ds. van den Broek en zijn gemeè-nte van oordeel hiermede niet te moeten instemmen. In juli 1869 werd Ds. van den Broek door zijn chr. afgescheiden college Ds. W. Groeneveld, uitgenodigd een classicale vergadering bij te wonen in de kerk in de Peperstraat.

Het antwoord van Ds. van den Broek hierop was als volgt:

Waarde College, Hetgeen ik vermoed heb, wordt door Uw schrijven bevestigd: dat de Afgescheidenen de vereeniging van welke gij spreekt, beschouwen als een inlijving onzer gemeente in de Afgescheiden Kerk, want gij meldt van Uw kerk, Uw classis enz . Ware het anders, dan zoudt gij begrijpen dat uit de vereeniging van twee schillende lichamen een derde geboren wordt. Juist toevallig ben ik voor ze classe ook correspondent; alzoo in het vereenigde lichaam twee correspondenten te Enkhuizen. Uw Weleerwaarde had dan moeten beginnen met mij, dien gij Uw broeder noemt, een bezoek te komen brengen om over onze vereenigde belangen te spreken, Gij hadt dit zonder krenking Uwer waardigheid kunnen doen, omdat ik onlangs een gelegenheid te baat genomen heb om U een visite te maken. Maar Afgescheiden zoo gij zijt en blijft, stuurt gij mij, Uw broeder in Christus volgens Uw uitdrukking, die tegenover Uw deur woont, een briefje waaruit afgescheiden stikstofgeur bij de opening mijn reukorgaan onaangenaam aandeed.
De deftige afgescheidene vorm, waarin gij Uw plechtige uitnodiging gekleed hebt, was zeer geschikt om de tegenzin te versterken, die ik tegen die vereeniging hebt opgevat. Ik zal dus zoo vrij zijn om mijn gedachte en die der gemeente  later meer' uitgebreid mede te declen. Intusschen bedank ik voor Uw uitnoodiging, waaraan ik geen gevolg kan geven. Na groete, Uw heilwenschende mededienstknecht in Gods werk in Nederland,

(w . g .) J.W. v.d. Broek

De classis hoorde dit antwoord "met verontwaardiging en grote afkeuring" aan. Besloten werd nogmaals een uitnodiging tot Ds. van den Broek te richten eventueel wilde men een commissie naar zijn huis sturen. Maar zijn antwoord was en bleef: "De gemeente Enkhuizen treedt niet tot de getroffen overeenkomst toe. Later zullen wij de reden waarom, U bekend maken.

In een later uitgegeven Protest bracht Ds. van den Broek o.a. naar voren geen vereniging met de Afgescheidenen te kunnen aangaan vanwege de vele Pelagiaansgezinde leraren. (Voor de volledige tekst hiervan verwijzen wij naar de KHK no. 1/1965: Een en ander over de bezwaren tegen de vereniging van 1869).

Enkhuizen was dus vanaf juni 1869 een zelfstandige gemeente. Wel verzorgd Ds. van den Broek enige jaren de eveneens niet met de vereniging meegegaande Kruisgemeenten te Lisse en Tricht. In hoeverre de gemeente van
Ds. H. van den Oever na diens vertrek in 187? zich bij de gemeente van Ds. van den Broek heeft aangesloten, is onbekend. Vermoedelijk van wel, want nadien is nergens meer sprake van deze gemeente.

In 1870 informeerde men van de zijde der "Ledeboeriaanse" gemeenten toen ? of vereniging met hem niet mogelijk zou zijn. Na enige voorlopige onderhandelingen met Ds. van den Broek, werd hij tenslotte uitgenodigd om op de algmene vergadering van die gemeenten te Middelburg op 11 mei 1870 te verschijnen, evenals Ds. P. Los te Leiden. (Zie verder het artikel over hem op pagina 33). Van beiden werd geëist dat zij zouden erkennen dat de inzetting in hun ambt tegen het Woord Gods was geweest en zij zich derhalve aan een nieuwe bevestiging door Ds. P. van Dijke moesten onderwerpen. Voorts moesten zij de psalmenberijming van Petrus Datheen invoeren.

In tegenstelling tot Ds. Los, die deze eisen inwilligde, meende Ds. van den Broek deze niet te moeten aanvaarden. De onderhandelingen werden vervolgens als afgebroken beschouwd. Tot nader contact met de Chr. Geref. Kerk is het verder bij zijn leven ook nie meer gekomen. Ds. van den Broek overleed op 27 maart 1880, oud 59 jaar.

In december 1880 kwam als zijn opvolger Ds. ABRAHAM SCHAAFSMA. Ds. Schaafsma, geboren op 17 april 1830 te Harlingen, was zendeling - leraar op Celebes geweest en had zijn ambtelijke zending ontvangen van het Ned. Zendelinggenootschap. Bij zijn repatriëring in 1873 was hij overgegaan naar de Chr. Geref. Kerk en wa al eens voorgegaan te Zeist, waar hij nogal in de smaak viel. De classis Amersfoort verklaarde hem echter onbevoegd en verbood hem van de kansel te prediken. Een aantal aanhangers van hem onttrokken zich toen aan de Chr. Geref. Kerk en stichtten de Vrije Geref. Gemeente te Zeist, waarvan Ds. Schaafsma toen voorganger werd tot zijn vertrek naar Enkhuizen. In 1883 werd hij aangezocht om Ds. David Janse te Middelburg tot predikant de: "Ledeboeriaanse" gemeenten te bevestigen, hetwelk hij toen verricht heeft, niettegenstaande er vele bezwaren in die gemeenten hiertegen waren gerezen. (Zie ook KHK No. 2/1965: Ds. David Janse). In 1879 had hij de evangelist Ph. van der Veen tot predikant bevestigd van 'de Vrije Geref. Gemeente te De Lemmer. In 1886 zochten de Kerken der Doleantie, behalve met de "Ledeboeriaanse" gemeenten, ook contact met de diverse vrije gemeenten en hun voorgangers om hen tot aansluiting bij die kerken te bewegen. Ds. Schaafsma was er een voorstander van, doch de gemeente niet. Hij werd daa: op toegelaten tot de volle bediening in de Nederduits Gerefl Kerken (dol.); nam een beroep aan naar Kralingen, waar hij 13 mei 1888 werd bevestigd. Verder diende hij nog de kerk te Delfshaven van 189O- 1893, in welk jaar hem emeritaat werd verleend. Inmiddels was hij toen dus predikant van de Geref. Kerken geworden. Hij overleed in 1896.

Nadat Ds. Schaafsma Enkhuizen had verlaten, beriep de gemeente ANDRIES MAKKE] ZE (geb. 22 juli 1854 te Dirksland), sinds 1885 oefenaar van een vrije groep Alkmaar . Op 9 jan. 1889 werd hij door Ds. Abr. Verheij, predikant van een zelfstandige Oud-Geref. Gemeente te Delft, in het ambt bevestigd. Tijdens zijn ambtsperiode werd de gemeente bij de Regering bekend als de Geref. Gemeente o/h Kruis te Enkhuizen en Andijk. (Kon. Besl. d.d. 5 aug. 1889).

Verder had in 1892 de vereniging van de Chr. Geref. Kerk met de Nederduits Geref. Kerken tot Geref. Kerken plaats. Naar aanleiding hiervan besloot de classis Enkhuizen der Geref. Kerken weer eens contact te zoeken met de Kruis gemeente te Enkhuizen. Op 18 april 1893 schreef zij een brief, waarin zij begonnen met te wijzen op de aangenomen houding der gemeente in 1869. Het schrijven vervolgt dan:

Ds. Makkenze en zijn kerkeraad antwoordden hierop toen o.m. het volgende:

"Metterdaad hebben wij de vereeniging van 1O69 miskend als "een rijke zegen''. Wij zijn gebleven wat wij waren.
De reden is opgelost door wijlen Ds. van den Broek, destijds leeraar onzer gemeente, in naam van al de leden. Door ZEerw. is duidelijk opgelost, dat onze gemeente is misleid, hetwelk, door niemand is gelogenstraft. Wij wenschen dan ook in ons oud genomen besluit voort te gaan om geen verbinding, waarin God gelaakt wordt en waar Arminius en Pelagius de broedet hand gereikt wordt, aan te gaan".

De classis besloot op dit antwoord niet verder in te gaan "uit oorzaak van miskenning onzer Kerk".

In februari 1893 nam Ds. Makkenze een beroep aan van de Geref. Gemeente o/h Kruis te Dirksland, sinds het vertrek van Ds. M. van der Spek naar Amerika in 1892, vacant. Het was nog een van de weinige gemeenten welke overgebleven waren van de groep gemeenten rond Ds. C. van den Oever. In 1909 nam hij een beroep aan van de Geref. Gemeente te Meliskerke, daarna de overgaand naar het in 1907 gevormde verband Geref. Gemeenten.
De gemeente te Dirksland besloot daarop zijn voorbeeld te volgen. Verder diende Ds. Makkenze nog de Geref. Gemeenten te Tholen van 1911 -/  Bruinisse van 1913-1914; Ridderkerk van 1914-1917 en Nieuw-Beijerland van1917- 1920, in welk jaar hem emeritaat werd verleend. Hij overleed op 16 jan. 1921. Van zijn hand zijn een aantal predikaties in verschenen.

Na een vacante periode van 3 jaar ontving Enkhuizen in 1896 weer een herder en leraar in Ds. PIETER VAN DER HEIJDEN (geb. 2 april 1865 te Waddinxveen. Ds. van der Heijden, die aanvankelijk metselaar was, werd op 23 juli 1893 oefenaar bij de Vrije Geref. Gemeente te De Lemmer in Friesland. In aug. 1894 was hij aldaar door Ds. Makkenze tot predikant bevestigd. De gemeente van Enkhuizen diende hij tot 1901 toen hij een beroep aannam van de Zelfstandige Chr. Geref. Gemeente o/h Kruis te Rijssen. In 1904 vertrok hij vandaar naar de Gud-Geref. Gemeente te Kampen en tenslotte in 1910 naar de Vrije Geref. Gemeente te Vlaardingen. Toen de meerderheid van deze gemeente in 1920 besloot zich aan te sluiter bij de Geref. Gemeenten, volgde Ds. van der Heijden haar in deze niet, maar bleef met wat getrouwen op zijn oude vrije standpunt staan; hij vormde toen een Hersteld Vrije Geref. Gemeente. Al spoedig overleed hij op 9 dec . 1920, slechts 55 jaar oud. Tijdens het verblijf van Ds. van der Heijden te Enkhuizen, had de gemeente t contact met andere vrije gemeenten. Zo werd bijv. op een in 1899 gehouden vergadering van vrije gemeenten te Enkhuizen, De Lemmer, Vlaardingen en Zeist, oefenaar G. van Reenen te Zeist door Ds. van der Heijden geëxamineerd en tot de volle bediening toegelaten.

In aug. 1903 werd de vacante predikantsplaats weer bezet door de komst van Ds. PIETER MARIUS VAN LOON (geb. 17 sept. 1835 te Rotterdam), sinds 1894 predikant van de zelfstandige Geref. Gemeente te Leiden. In mei 1905 reeds nam hij een beroep aan van de Vrije Geref. Gemeente te De Lemmer, alwaar hij in juli 1909 zijn ambt neerlegde. Hij vertrok daarop naar Amsterdam, waar hij is overleden.

Ds. Wolbers ontving reeds zeer jong roeping om het Evangelie te gaan prediken al op 18-jarige leeftijd preekte hij te Rijssen. Na enige opleiding gevolgd te hebben van Ds. L. Spoel te Rijssen, was hij van 1886-1890 lerend - ouderling van de Oud-Geref. Kerk van Doetinchem. In 1890 werd hij oefenaar van de Vrije Geref. Gemeente te Sliedrecht en in 1893 van een dergelijke gemeente te Ooitgensplaat. In dat jaar werd hij tot predikant bevestigd. (Het is nog niet te achterhalen geweest door welke predikant dit geschiedde). In 1896 nam hij een beroep aan van de Nederlands Geref. Gemeente te Grand- Rapids-Div. Av . in de U.S.A. Van 1904-1909 diende hij een dergelijke gemeen te Kalamazoo
(Mich.) Gedurende zijn verblijf te Enkhuizen diende hij ook andere vrije gemeenten met Woord en Sacramenten, o.a. te Rotterdam (Slachthuiskade), Scheveningen, Doetinchem en Rijssen - Wal; ook vervulde hij wel preekbeurten in de Oud-Geref. Gemeenten van Ds. Boone. In 1921 bevestigde hij A.W.de Rover als lerend-ouderling van de Hersteld Vrije Geref. Gemeente te Vlaardingen. Nog niet zo oud overleed Ds. Wolbers, evenals Ds. van der Heijden, op 55-jarige leeftijd op 11 jan. 1922.

In de toen volgende vacante periode traden uiteraard zo nu en dan vrije voor gangers op. Haar in 1931 besloot de gemeente om niet langer als zelfstandige gemeente voort te blijven leven, doch aansluiting bij een kerkverband te zoeken. Op een ledenvergadering viel de keuze op de Geref. Gemeenten, maar een klei minderheid wilde aansluiting bij de Federatie van Oud-Geref. Gemeenten (de groep rond Ds. de Jonge te Kampen). alhoewel Ds. Kersten zowel als Ds. de Jonge de gemeente hadden laten weten, dat zij het een of het ander moesten kiezen opdat er geen scheuring zou .ontstaan, besloot deze minderheid toch als Geref. Gemeente o/h Kruis voort te blijven bestaan. De Geref. Gemeente werd officieel in jan. 1932 tot het verband toegelaten. Zij is sindsdien steeds vacant gebleven. Haar zielental bedraagt thans 195.Voor de te Andijk woonachtige leden werd op 19 okt. 1933 een Geref. Gemeent geïnstitueerd. Deze gemeente telt thans 75 zielen. In 1963 werd het oude "ansjoviskerkje" in de Breedstraat verlaten en een nieuwe kerk aan de Van Bleiswijkstraat in gebruik genomen.

De Geref. Gemeente o/h Kruis sloot zich aan bij de Federatie van Oud-Geref. Gemeenten. In september 1933 nam zij een kerkje in gebruik aan 't Klooster, waarbij oefenaar Hennephof uit Kampen voorging. Van 1937 - 1939 had deze gemeente een predikant in Ds. C. KRAMP (geb. 1888), gekomen als candidaat en bevestigd door Ds. C. de Jonge te Kampen. Hij vertrok naar de Oud-Geref. Gemeente te Grafhorst, alwaar hij op 17 okt. 194 overleed. Sinds 1948 is de gemeente aangesloten bij do Oud-Geref. Gemeenten in Nederland. Zij telt thans ongeveer 15 zielen.


LITERATUURBRONNEN:

-Gereformeerde Kerk van Enkhuizen: 26 sept. 1841 - 1941. Uitgegeven bij de herdenking van het eeuwgetij door den Kerkeraad. (Niet in de handel).
-De profeet van Opperdoes (Jan Mazereeuw) door Ds. J. Kok. (Kampen - 1919).
-Kruisdominees: Figuren uit de Geref. Kerk onder 't Kruis door Dr. F.L. Bos. (Kampen - 1953).
-Ds. J.W. van den Broek en zijn gemeente te Enkhuizen door Jac. Boeder). (Enkhuizen - 1958).
-Een strijder in volle wapenrusting. Eenige bijzonderheden over het leven en sterven van Ds. P. van der Heijden, laatstelijk predikant bij de Hersteld Vrije Geref. Gemeente te Vlaardingen en aldaar overleden 9 December 1920. vermeerderd met de lijkredenen bij zijne begrafenis. (Leiden - 1921).
-Levensbijzonderheden en drietal preken van Ds. G.J. Wolbers, in leven predikant bij de Geref. Gemeente onder 't Kruis te Enkhuizen, door Ds. D. Driessen, Chr. Geref. predikant te 's - Gravenzande. (Monster - z. j . ) .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1966

Kerkhistorische Kroniek | 14 Pagina's

UIT HET KERKELIJK LEVEN VAN ENKHUIZEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 1966

Kerkhistorische Kroniek | 14 Pagina's