Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GOES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GOES

VRIJE GEMEENTEN-PLAATSELIJKE OVERZICHTEN VII

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de stad Goes, het centrum van Zuid-Beveland, is de Reformatie betrekkelijk laat doorgebroken. Eerst in 1578 werd een gereformeerde kerkdienst gehouden in een woonhuis. In de loop van dat jaar had een korte beeldenstorm plaats in de Grote of Maria Magdalenakerk, waarna deze voor immer voor de roomse eredienst werd gesloten. Van de vroegere predikanten die in Goes gestaan hebben, noemen wij Ds. B. Smytegelt, Ds. H. Witsius en Ds. J. Barenzonius. In het begin van de 19e eeuw was er in hoofdzaak van de aloude leer, die voor 1795 geleerd werd, veel verwaterd. Onder het volk leefde die leer echter zo hier en daar nog voort, zodat er conventikelen of gezelschappen ontstonden waar de "oude schrijvers" nog in ere waren. De actie van.de "Voorloper der Afscheiding", Johan Willem Vijgeboom, in 1822 te Axel vond ook bijval te Goes. Vijgeboom trad daar toen eens op, hetgeen hem uiteindelijk een flinke boete kostte. Toen de Afscheiding van 1834 eenmaal op gang was gekomen, sloten zich weldra meerdere predikanten hierbij aan o.a. Ds. HUIBERT JACOBUS BUDDING, die van 1834-1836 Hervormd predikant te Biggekerke was. Al spoedig ging hij in verschillende samenkomsten voor op Walcheren, Tholen en Zuid-Beveland en stichtte hij Afgescheiden gemeenten. Zo ook te Goes, waar op 16 sept. 1836 een kerkeraad werd gekozen, die op 18 sept. d.a.v. in een samenkomst te Oudelande door hem werd bevestigd. In 1837 werd Ds. Budding leraar voor alle Zeeuwse Afgescheiden gemeenten, waarna hij zich metterwoon te Goes vestigde. Inmiddels was echter het Kon. Besluit betr. aanvrage van "vrijheid van godsdienstuitoefening" afgekondigd, waar Ds. Budding fel tegen gekant was, maar een deel van de Goese kerkeraad voor. Het gevolg was dat de gemeente verdeeld werd in een Afgescheiden gemeente en een "gemeente van Ds. Budding". Ds. Budding heeft wegens niet-betaling van boeten, hem opgelegd wegens het houden van- zg. ongeoorloofde godsdienstoefeningen, verscheidene malen gevangen gezeten. Toen dat weer eens het geval was, vroeg zijn kerkeraad aan Pieter van Dijke te St.-Philipsland (die omstreeks die tijd was gaan oefenen) of deze niet genegen was voor een keer een dienst te leiden, aan welk verzoek deze gehoor gaf. En zo trad Van Dijke op 13 maart 1842 voor het eerst te Goes op in de schuur van ouderling De Jonge in de Wijngaard - straat, waar de gemeente van Ds. Budding bijeen placht te komen. Voor deze ongeoorloofde preekbeurt kreeg Van Dijke natuurlijk ook ëen proces-verbaal, gevolgd door een boete van ƒ 300,-. Naar aanleiding hiervan verzócht hij de koning om kwijtschelding, hem tevens wijzendé op de taak van de overheid om de uitoefening van de gereformeerde godsdienst te beschermen. In het advies dat de Procureur-Generaal bij het Prov. Geregtshof te Middelburg aan de Minister van Justitie over dat verzoekschrift gaf, komt over de hiervoren genoemde samenkomst o.a. het volgende voor: "Moetende ik nopens het laatstgenoemde punt (nl. de gevangenneming van Ds. Budding St.) in het bijzonder alleen nog aanmerken dat het juist bij die gelegenheid is geweest, dat hij P. van Dijke op 13 maart jl., drie dagen nadat H.J. Budding c.s. in gijzeling was gesteld, de bestuurder der bijeenkomst was; hij en zijne volgelingen door hunnen handelwijze eene zoodanige volksoploop hebben veroorzaakt, dat de doortogt langs de straat, waarin de schuur hunner vergaderingen staat, schier meermalen gedurende dien dag belemmerd werd en daarbij allerlei ergerlijke tooneelen hebben plaats gehad, waartoe de overdreven godsdienstijver van de eene zijde en ongepaste spotlust van den anderen kant aanleiding gaven". Verder heeft gedurende de tijd van Ds. Buddings gijzeling ook Ds. L.G.C. Ledeboer, die als hervormd predikant te Benthuizen was afgezet, enige malen in Buddings gemeente gepreekt, wat hem eveneens zware boeten kostte. In 1844 verzoende Ds. Budding zich weer met de Afgescheidenen en werd daarop predikant te Groningen; van 1848-1851 vertoefde hij in Noord-Amerika. Na zijn terugkomst was hij enige tijd rondreizend, doch keerde in 1852 naar zijn oude Goes terug. Aanvankelijk preekte hij een zestal weken op de hofstede van Daan Bakker te 's-Gravenpolder, maar daarna ging hij weer in zijn eigen gemeente voor, welke nog steeds was blijven bestaan. Na 1860 week hij langzamerhand op verschillende punten van de gereformeerde leer af. Zo verwierp hij de Drie-eenheidsleer en de Heidelbergse Catechismus; hij bleef echter voorstander van de psalmberijming van Datheen en een fel tegenstander van assureren, vaccineren en remplaceren (zich uitkopen voor de militaire dienst), Na zijn dood op 10 nov. 1870, is zijn gemeente te Goes blijven voortbestaan als een vrije gemeente. In 1875 werd de naam CHR. EVANGELISCHE GEMEENTE aangenomen, die sinds 1881 is aangesloten bij de toen opgerichte Bond van Vrije Christelijke gemeenten, sinds 1923.de Bond van Vrije Evangelische gemeenten geheten.

De predikanten die haar nog dienden waren: Ds. K. LOGGERS van 1871-1888; Ds. C.J. SIEBENHAR van 1891-1896; Ds. G.W. VAN LEUSSEN van 1897-1922; Ds. M. VAN DE VIS van 1923-1945; Ds. J. KARELSE van 1946-1969; Ds. H. RAVEN sinds 22 febr. 1970. De Goese gemeente is de moedergemeente van de Vrije Evangelische gemeenten te Wemeldinge, Yerseke en Bath; ook van de reeds lang opgeheven gemeenten te Kapelle en Rilland.

In 1860 waren er echter ook verschillende leden van Buddings gemeente die hun voorganger niet op de door hem ingeslagen weg wilden volgen, noch zich weer bij de Afgescheiden gemeenten wilden voegen. Wat deze schapen zonder herder besloten wordt vermeld in een handschrift, aanwezig in het archief van de Geref. Kerk te Goes. Dit begint met de mededeling dat "tot nadere bijeenverzameling , verbinding en regeling onder de verstrooide leden der Geref. Kerk te Kattendijke en omstreken en in de stad Goes, alvorens er door eenige van die leden begeerd was den dood des Heeren onder hun midden te verkondigen en den doop aan hunne kinders te laten toedienen", op zondag 13 nov. 1864 door de meerderheid der leden Ds. BASTIAAN STERKENBURG te Papendrecht werd gekozen om hem te verzoeken in deze raad en bestuur te willen geven. Deze Ds. Sterkenburg (geb. 1809; overl. 1900) was predikant der Kruisgemeenten te Giessendarn, Oosterland en Haarlem geweest. In 1851 was hij afgezet en noemde zich toen "predikant volgens Markus 16 vs 15-16". Hij bediende daarna vrije gemeenten te Giessendarn, Amerongen en Alblasserdam. In 1896 bevestigde hij Ds. Hendrik Stam te Capelle aan de IJssel in het leraarsambt en is met deze de geestelijke vader van de huidige zg. "Stammiaanse" gemeenten (predikanten: Hofman', Vlot, Bijkerk, Van de Breevaart en De Waard). Door de voorganger CORNELIS DOMINICUS' te Kattendijke, werd Ds. Sterkenburg aangeschreven, waarna deze op 7 dec. 1864 preekte in een schuur van Dominicus, die men de "Tente der Samenkomst" noemde. Op 8 dec. werd met ruim 20 mensen vergaderd o.l.v. Ds. Sterkenburg, die na
voorlezing ven de artt. 27 - 32 der Ned. Geloofsbelijdenis de aanwezigen vroeg of zij begeerden zich in die weg en op die grondslag aan elkaar te verbinden. Allen antwoordden toestemmend. Vervolgens werd Dominicus benoemd als oefenaar en catechiseermeester en werden twee ouderlingen en twee diakenen gekozen, die op 29 jan. 1865 door Ds. Sterkenburg in hun ambt bevestigd werden. Bij deze bevestiging legde hij er de nadruk op, dat het niet de bedoeling was een bijzonder kerkgenootschap op te richten. Ook bevestigde hij hen niet alleen in deze "Tente der Samenkomst", maar voor allen in deze omgeving die geen kerkelijk genootschap wisten te kiezen, maar toch wensten te volharden bij de leer der gereformeerde vaderen, vervat in onze belijdenis . Nadien preekte er Dr. M. Keulemans, predikant van de Kruisgemeente te Middelburg en destijds aangesloten bij de groep gemeenten rond Ds. C. v.d. Oever. In het najaar van 1865 sloten Ds. Keulemans en zijn gemeente zich weer aan bij de Geref. Kerk o/h Kruis en wilde toen niet meer in de "Tente" voorgaan. Hij gaf de broeders in overweging "om met het volk des Heeren dat op dezelfde grondslag stond, te verenigen en niet apart te blijven staan". De meerderheid besloot hieraan te voldoen, onttrok zich dus aan de "Tente" en vormde in 1866 de GEREF. GEMEENTE o/h KRUIS te Goes, welke aldaar in de Magdalenastraat een kerkje in gebruik nam (thans chinees-indisch restaurant "Asia"). Van 1867-1869 werd deze Kruisgemeente bediend door Ds. J.W. VAN DEN BROEK (geb. 1820; overl. 1880), gekomen als candidaat en in 1869 vertrokken naar Enkhuizen. Bij de hereniging van 1869 van de Chr. Afgescheiden gemeenten met de Geref. Kerk o/h Kruis tot Chr. Geref. Kerk, was hij de enige predikant die daar niet mede accoord ging, maar als vrije voorganger bleef voortleven. Ook de Geref. Gemeente o/h Kruis te Goes besloot zich met de plaatselijke Chr. Afgescheiden' gemeente te verenigen. Maar verscheidene leden schijnen zich op den duur niet in de Chr. Geref. Kerk te hebben thuisgevoeld. Zij begonnen in 1871 samenkomsten te houden in de schuur van een zekere N. Remijn, waarschijnlijk verstrekt door mensen uit het overgebleven deel van de "Tente" en andere verstrooiden. In een schrijven aan B. & W. van Goes deelde Remijn mede "met deze oefeningen der Gereformeerde godsdienst, evangelisatie te bevorderen". Men schijnt echter toen al gauw de naam GEREFORMEERDE GEMEENTE te hebben aangenomen, want op k aug. 1871 kon men in de Nieuwe Goesche Courant lezen: "De heer Van Smalen van Valkenburg, die Zondag alhier is opgetreden in de Gereformeerde Gemeente, is bij die gemeente beroepen, welk beroep hij aangenomen heeft". Deze oefenaar, DANIËL BOESER VAN SMALEN (geb. 1830; overl. 1922), was voordien oefenaar bij de Kruisgemeenten te Overschie en Valkenburg ZH. (groep rond Ds. C. van den Oever) geweest. Na zijn komst werd al spoedig een kerkje in de Mattheus Smallegangebuurt in gebruik genomen (in 1892 tot woonhuizen verbouwd en thans afgebroken wegens sanering van die buurt). Op 30 aug. 1874 werd Van Smalen door Ds. Nic. Wedemeijer, predikant van een vrije Oud-Geref. gemeente te Den Haag, in het leraarsambt bevestigd. In maart 1875 vertrok hij naar de Vrije Geref. gemeente te Amersfoort en werd opgevolgd door DIEDERICUS WIJTING (geb. 18V+; overl. 1892) , die in juni 1876 tot de gemeente overkwam. Hij was oefenaar bij de Kruisgemeente te Lisse geweest, welke gemeente ook niet was meegegaan met de vereniging van 1869. Onder oefenaar Wijting ontstond weldra toenadering tot en aansluiting bij de "Ledeboeriaanse" gemeenten.

Op 14 S ept. 1877 berichtte de Nieuwe Goesche Courant: "Ds. P. van Dijke heeft in de vorige week het kerkbestuur van de Gereformeerde Gemeente (Matth. Smallegangebuurt) in zijn ambt bevestigd met een predikatie n.a.v. Matth. 5 vs 13'- Gij zijt het zout der aarde". Nadat Ds. Van Dijke sinds aug. 1882 niet meer in staat was om te preken, was de gemeente dus zonder bediening der Sacramenten. Daar het zich liet aanzien dat deze wel niet meer van zijn ziekbed zou opstaan, besloot de gemeente haar voorganger Wijting als predikant te beroepen, hetwelk hij aannam. Op 6 maart 1883 werd hij als predikant bevestigd door Ds. P. Los, predikant van de vrije Geref. Gemeente te Leiden. De algemene vergadering der "Ledeboeriaanse" gemeenten, welke na de dood van Ds. Van Dijke (3 maart 1883) bijeenkwam, beriep echter de oefenaar David Janse te Middelburg tot predikant van alle gemeenten, hetwelk deze aannam. Een en ander werd oorzaak dat de Geref. Gemeente te Goes buiten het verband der "Ledeboeriaanse" gemeenten kwam te staan en weer zelfstandig werd. In april 1888 vertrok Ds. Wijting naar de Dordts-Geref. Gemeente te Kampen en werd hetzelfde jaar nog opgevolgd door Ds. CORNELIS GROENEWEG (geb.1838; overl.192l), voordien een aantal jaren predikant van een Kruisgemeente te Zwartsluis en daarna rondreizend predikant. Op 16 sept. 1888 werd hij bevestigd door Ds. P. H. Maakenschi jn, predikant van.de vrije Geref. Gemeente te Brielle. Onder Ds. Groeneweg werd het kerkje in de Matth. Smallegangebuurt verlaten en een nieuwe kerk aan de J.A. van der Goeskade (Tussen de Twee Poorten) op 21 april 1889 plechtig in gebruik genomen. In jan. 1892 zag de kerkeraad zich echter helaas genoodzaakt deze voorganger uit zijn ambt te ontzetten. Na het vertrek van Ds. Groeneweg is de gemeente nog in contact geweest met de Kerken der Doleantie en zijn enige predikanten van die kerkformatie voor haar opgetreden. Tot aansluiting is het echter niet gekomen, voornamelijk door tegenwerking van de plaatselijke Chr. Geref. Kerk. Al spoedig werd de predikantsvacature weer vervuld door de komst van Ds. PIETER HENDRIK MAKENSCHIJN (geb. 1839), predikant van de vrije Geref. Gemeente te Brielle tot 1892 en daarna nog enige tijd oefenaar in de Geref. Kerken. Op 23 okt. 1892 deed hij zijn intrede na bevestiging door de evangelist Van Hoonte. In maart 1'901 verkreeg hij op zijn verzoek eervol ontslag wegens voortdurende ziekte. Na verscheidene tevergeefs uitgebrachte beroepen op vrije voorgangers, besloot de gemeente weer aansluiting te zoeken bij de "Ledeboeriaanse" gemeenten. Op een verzoek tot wederopneming in dat kerkverband werd door de classis te Middelburg dd. 18 april 1905 goedgunstig beschikt. Een daarna uitgebracht beroep op Ds. HENDRIKUS ROELOFSEN (geb. 1854; overl. 1930), predikant van de Kruisgemeente te Opheusden, werd door deze aangenomen, waarmede hij overging tot de "Ledeboeriaanse" gemeenten. Op 25 juni 1905 deed hij intrede na bevestiging door Ds. J.R. van Oordt te Terneuzen. Gedurende zijn ambtsperiode kwam de kerkformatie Geref. Gemeenten in 1907 tot openbaring door samensmelting van de- "Ledeboeriaanse" gemeenten (tak- Ds. Van Dijke) met de Geref. Gemeenten o/h Kruis en waarvan de Goese gemeente sindsdien deel van uitmaakt. Na het vertrek van Ds. Roelofsen naar Bruinisse in sept. 1909 is de gemeente nog bediend door
Ds. J. FRAANJE van 1916-I918; van 1908-1912 was hij trouwens reeds als oefenaar aan de gemeente verbonden geweest. Verder nog door Ds. A.F. HONKOOP van 1953-1967 en sinds 25 okt. 1967 door Ds. N.W. SCHREÜDER. In 1953 werd de kerk aan de J.A. van der Goeskade verlaten en een nieuwe in de Beatrixlaan in gebruik genomen. Door de groei der gemeente was het in 1968 noodzakelijk deze kerk met een aangebouwde vleugel te vergroten. De Geref. Gemeente telt thans 1300 zielen. Zij is de moedergemeente van de Geref. Gemeenten te Wolfaartsdijk (1912) en Biezelinge (1927). Volledigheidshalve zij nog vermeld, dat de Chr. Afgescheiden gemeente van 1836, sinds 1869 Chr. Geref. Kerk en sinds l892.de Geref. Kerk is. Uit haar kwam in 1945 weer de Geref. Kerk Vrijgemaakt voort. In 1958 werd er in Goes ook een Chr. Geref. Kerk geinstitueerd. Verder worden er sinds jaren op onregelmatige tijden godsdienstoefeningen belegd door wat vrije gereformeerden onder de naam van NEDERDUITS GEREF. SAMENKOMST, waar verschillende vrije predikanten en oefenaars dan voorgaan. Zo af en toe ook in de omgeving van Goes, zoals te Kloetinge en Lewedorp.

Omstreeks 1868 had de toenmalige Geref. Gemeente o/h Kruis te Goes een afdeling gesticht te HOEDEKENSKERKE, bekend als aanlegplaats van de veerboten naar Terneuzen. Aldaar werd toen een houten hulpkerkje gebouwd. Bij de hereniging van Afgescheidenen en Kruiskerk in 1869, streefde ook de Chr. Afgescheiden gemeente te Baarland naar vereniging met de Kruisgezinden te Hoedekenskerke. Er werden onderhandelingen gevoerd, maar het resultaat was dat zij van vereniging afzagen. Men zocht daarop contact met de "Ledeboeriaanse" gemeenten onder Ds. P. van Dijke te St.-Philipsland; wellicht mede het gevolg van het feit dat diens zoon Jacob als landbouwer was gevestigd te Hoedekenskerke. De toen gevormde "Ledeboeriaanse" gemeente maakt sinds 1907 deel uit van het kerkverband Geref. Gemeenten.

Litt.:
* God Ons Een Schild. Uit het kerkelijk leven der Gereformeerde Kerken op Zuid - Beveland 1836-1936, door A. M. Wessels. (Goes - 1936)
* De Gereformeerde Gemeente te .Goes. Korte historische schets van haar ontwikkelingsgang, met een tweetal predikaties van Ds. D. Wijting. ('s-Gravenhage - 1951).

De foto van het kerkje in de Mattheus Smallegangebuurt werd ons welwillend ter beschikking gesteld door de heer Kr. Goudzwaard te Goes.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1970

Kerkhistorische Kroniek | 14 Pagina's

GOES

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 december 1970

Kerkhistorische Kroniek | 14 Pagina's