Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KERKZEGELS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKZEGELS

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds bij de Romeinen bestond 'de gewoonte om belangrijke stukken die geheim moesten blijven of die tegen vervalsing beschermd moesten worden, met was dicht te maken en daarop een stempel te drukken. In de vroege Middeleeuwen verving het zegel de plaats van de handtekening van de vorst of ridder , die vaak beter het zwaard dan de ganzeveer wist te hanteren, dat aan het stuk werd gehangen. Ook besturen van steden, kloosters, bijzondere personen als notarissen, ja zelfs gewone burgers bedienden zich van een zegel; uit die tijd stamt dan ook de zegelring. Al spoedig na de Reformatie openbaarde zich in ons land ook bij de pas ontstane Hervormde gemeenten de behoefte om zich eveneens door een eigen en apart kerkzegel te onderscheiden en door een zeker herkenningsteken de van hen uitgaande stukken zoals attestaties , te waarmerken. Deze zegels bezitten meestal een eigen karakter , waarvan de symbolische (niet de allegorische) voorstelling of betrekking heeft op de oorsprong der gemeente of uitgaat van een bekend Schriftwoord in verband met de gemeente. Verschillende synodale en classicale vergaderingen hebben de kerkeraden aangemaand tot de invoering en het gebruik van kerkelijke zegels. De Nationale Synode gehouden in
's-Gravenhage anno 1586 bepaalde volgens art. LXXV van de toen vastgestelde Kerken-Ordeninghe: Dengenen die uyt der Gemeente vertrekken, sal een Attestatie ofte getuygenis hares wandels, by advys des Kerkenraads, mede gegeven worden onder den Zegel der Kerken, o f t e daar geen Zegel en is , van twee-en onderteekent. De Provinciale Synode van Zeeland besloot in 1591: "De Segelen der Classen, Consistoriën ende Kerken, dye eenighe gemeynschap hebben met Landen ofte Steden-seghelen, ofte bespottend sijn, sullen verandert worden". De Classis Nijmegen verzocht in 1607 "de Dienaren van Nijmegen een Classis- Sigillum te laeten maecken tegen den naeste Classe". Voorkeur schijnt men gehad te. hebben voor Bijbelse zinnebeelden, waarmede de Kruisgemeenten in de Zuidelijke Nederlanden waren voorgegaan. Het bekende Antwerpse symbool "Gelijk een lelie onder de doornen" (Hooglied 2 vs 2) is door verschillende Hervormde gemeenten overgenomen zoals Beverwijk, Coevorden, Deurne, Nijmegen, Schoonhoven, Weesp, Woudrichem, Zwolle. De lelie is het zinnebeeld van de Kerk, omgeven door doornen-scherpe vijandschap. Dit symbool herinnert dus aan de tijd van de inkwisitie en de brandstapels. Andere symbolen zijn:

de Ark van Noach (Groningen, Utrecht, Holten);
het Lam Gods (Harderwijk, Leiden, Velsen, Zevenbergen);
de Ster uit Jacob (Berkel)
het Brandende Braambos ('s-Hertogenbosch);
de Duif (Ginneken);
de Goede Herder (Apeldoorn);
de Leeuw van Juda (Geertruidenberg, Goes, Amsterdam, Leeuwarden);
het Anker (Deventer, Middelburg);
de Palmboom (Dordrecht, Nijehaske-Haskerdijk, Zierikzee).

Wijk bij Duurstede heeft een zegel ontleend aan Johannes 12 vs 24: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. Daarom ziet men op dit zegel een drietal doodsbeenderen en een drietal tarwe-aren.

Maar langzamerhand ziet men dat de Bijbelse motieven worden opgegeven en men het gemeentelijk wapen verheft tot kerkzegel (Breda, Bolsward, Gorinchem, Hasselt, Rhenen, Sluis, IJsselstein). Soms geeft het wapenbeeld aanleiding tot een godsdienstige toespeling. Zo voegde men bijv. bij "den Burg" in de wapens van Aardenburg en Alkmaar de woorden "De Heere is mijn burg"; bij de wapens van Epe en Leidschendam (een hert) plaatste men Psalm 4-2 vs 2.
Altijd waren deze toespelingen niet even gelukkig. Veel ongelukkiger waren over het algemeen de zinspelingen op de naam van de plaats zoals:
- de Boom voor Zaltbommel;
- de Ladder Jacobs voor Leerdam;
- het "Zoekt de dingen die Boven zijn" voor Bovenkarspel;
- het "Op de Berg des Heeren zal het voorzien worden" voor 's-Heerenberg;
Deze kunnen misschien nog als uitzonderingen beschouwd worden, maar onder de synodale waarschuwing van 1591 tegen kerkzegels "die verspottet sijn" of tot bespotting aanleiding  kunnen geven, vallen zeker:

- het zegel van Moordrecht met de vermelding "Tuta inter Latrones" d.i. Veilig onder de Moorde-naars;
- dat van Nootdorp met De Bruydegom in zijnen Nootenhof;
- dat van Overschie met de Overschietende kroon der overwinning;
- dat van Oude Tonge met de Medicine der Tonge;
- en dat van Voorschoten met het Bewaard blijven voor schoot en steek.

Zo i s het eveneens in zekere zin gesteld met de toespelingen op de plaatselijke ligging en de bedrijven die de voornaamste bronnen van bestaan uitmaakten. Bijv. de koeherder van Edam; de melkkoe van Beemster; de grazende koe van Mastenbroek; de zeven korenaren van Zevenaar en het schip met schiplui voor Schipluiden. Ook voor de historie van een bepaalde plaats zijn de kerkzegels van belang. Behalve het jaar van de stichting der gemeente (Gouda, Vaassen, Wassenaar, Zoetermeer) bewaren zij de herinnering aan bepaalde gebeurtenissen die voor de betreffende gemeente van belang zijn, bijv. Tubbergen in Overijssel. In 1859 was de Hervormde gemeente aldaar door vertrek, overlijden enz. ineengeschrompeld tot vijf gezinnen. De toenmalige predikant heeft op dat droevige dieptepunt het kerkzegel laten vervaardigen en de tekst "Heere, behoed ons, wij vergaan" gekozen. De Heiland op het heen en weder geslingerde schip, de woedende golven stilte gebiedend. De gemeente kwam de inzinking inderdaad te boven en telt thans plm. 1000 zielen. Het zegel van Harlingen herinnert ons aan de stichting van de eerste christelijke kerk in Friesland te Almenum, een dorpje vlak tegen Harlingen aan. In 777 stond daar de Sint-Michaelsdomkerk die later binnen de stadsgrenzen werd getrokken. Het kerkzegel stelt dan ook Michael voor die de draak vertreedt. Het zegel van Santpoort stelt een ruine voor. De gedachte aan de aldaar z i c h bevindende ruine van Brederode boeide de ontwerper van het kerkzegel (Ds. W. Bax) zo sterk dat hij als randschrift koos "Zij vergaan - Gij blijft "; dit naar aanleiding van Psalm 102 vs 27a. Boomse voorstellingen geven de kerkzegels van Appingedam, Hattem en Sittard nl. de pelikaan, dat ook het zegel is van kloosters te Assen, Denekamp, Dokkum en 's-Hertogenbosch.

Sinds de tweede helft van de 17e eeuw blijken de meerdere kerkelijke vergaderingen zich met de kerkelijke zegels niet meer te bemoeien. Nadat Koning Willem I in 1816 de Gereformeerde Kerk zijner dagen een nieuwe. kerkelijke organisatie had opgelegd en de naam der Kerk sedertdien NEDERLANDSE HERVORMDE KERK was geworden, schreef de Commissaris-Generaal voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, tevens belast met de zaken der Hervormde Kerk dd. 27 febr. 1817 aan de Koning, dat een aanvrage van de Commissie tot de Zaken der Waalse gemeenten hem ertoe gebracht had de kwestie van de te gebruiken kerkzegels te bestuderen. Daarbij was hem gebleken dat op dit terrein de grootste verwarring heerste. Hij had nl. ontdekt dat sommige kerkelijke besturen zelfs het koninklijke wapen meenden te mogen en te moeten aannemen. Daarom deelde hij mede overleg te hebben gepleegd met de Synode der Hervormde Kerk en daarbij vernomen te hebben dat deze de keuze van een embleem gaarne overliet aan het landsbestuur mits het te kiezen embleem zich zou kenmerken "door eenvoudigheid, terugslag op het Christendom en uitdrukking van Protestantsche geest". Na verschillende ontwerpen te hebben overwogen, vaardigde de Koning reeds op 4 maart 1817 een Kon. Besluit uit, waarbij werd bepaald: "Het zegel of cachet door alle hoogere besturen der Hervormde Kerk voor hunne acten en hunne brieven te gebruiken, zal overeenkomstig de teekening bij dit besluit gevoegd, vertonen den Christelijken Godsdienst, verbeeld door eene vrouw, kennelijk aan het teeken des geloofs, het kruis, en den voor elk geopenden Bijbel, de bron van al hare kennis; in rust gezeten op den vasten hoeksteen tegen welken ook het anker harer hoop rust, de oogen verheffende tot haren Hemelschen Vader, wiens verlichtende invloed zij ontwaart en aan wien zij het hart der liefde offert op den voor haar staanden altaar, welke tot opschrift voert den tekst I Cor. XIV:40 (laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden) . Terwijl in de bovenste rand het Nederlandse wapen de Kerk dezer landen onderscheidend aanwijst". In zijn advies aan de Koning had de Commissaris-Generaal o.m. ook nog geschreven: "Ik maak te minder zwarigheid Uwe Majesteit dit project ter goedkeuring aan te bieden, vermits hetzelve alleen met verandering van randschrift voor de hoogere kerkbesturen van alle de Protestantsche genootschappen volkomen geschikt is, schoon ik, in afwachting van derzelven nadere organisatie, in het neven gevoegd concept-besluit mij alleen tot de Hervormde Kerk heb gemeend te moeten bepalen". Zijn verwachting is ruim in vervulling gegaan. De EVANGELISCH LUTHERSE KERK ging het zegel gebruiken en ook in de REMONSTRANTSE BROEDERSCHAP kreeg het een plaats. Zo was het althans in de Remonstrantse gemeente van Amsterdam, welke in de eerste helft der 19e eeuw zeker tot de "hoogere kerkbesturen" mocht worden gerekend. In de Remonstrantse Broederschap immers speelden de gemeenten te Amsterdam en Rotterdam toentertijd een leidinggevende rol . Er zijn aanwijzingen dat het zegel ook in de Rotterdamse gemeente gebruikt is. In de Ned. Hervormde Kerk schijnt dit zegel niet veel opgang te hebben gemaakt. Een verzamelaar van kerkzegels, de hervormde predikant Dr. J.J. Woldendorp, schreef in 1941 dat hij maar twee gemeenten kende die dit synodale zegel gebruikten -of in gebruik hebben nl. Biggekerke en Tholen. De Evangelisch Lutherse gemeente te Groede in Zeeuws-Vlaanderen (ontstaan uit de Salzburgse emigranten; zie het artikel in Ho. 3 van deze jaargang) heeft een eigen kerkzegel, dat een Salzburgse emigrant vertoont die met ontbloot hoofd geknield ligt voor een brandend en door hemels licht beschenen altaar. Hierop staat te lezen Hebr. Cap. XI. Naast de balling liggen hoed en wandelstaf. Hij houdt de linkerhand op de borst en legt met de rechterhand zijn betuiging af of zijn wensen open en kijkt naar de hemel waar de vier hebreeuwse medeklinkers JHWH (de Godsnaam) boven de wolken staan. Als randschrift is vermeld: Sigill. Eccl. Inv. Aug. Conf. Saltsb. Catsand (d.i. het zegel van de Salzburgse gemeente die de onveranderde üugsburgse geloofsbelijdenis is toegedaan).

De DOOPSGEZINDEN waren tegen het gebruik van kerkzegels, wat wel te verklaren is uit hun streven naar vermijding van alle uiterlijk vertoon.

De synode van de CHR. AFGESCHEIDEN GEREF. KERK te Zwolle dd. 8/22 juni 1854 nam het besluit de synodale kommissie op te dragen op de meest geschikte wijze een kerkelijk zegel tc vervaardigen. Op de synode te Leiden dd. 3/17 juni 1857 rapporteerde deze kommissie "dat zij een kerkelijk zegel heeft laten graveren en ter beschikking gesteld van kerkeraden en verdere kerkbesturen. Een nadere omschrijving werd niet meegedeeld. Mogelijk was dit de voorstelling "kerk op een rots'' met bijschrift "De poorten der hel zullen haar niet overweldigen"; deze komt nl. voorop cle achterzijde van het jaarboekje 1865.

Bij de DOLERENDE KERKEN (na 1892 GEREFORMEERDE KERKEN) bleef een aantal kerken hetzelfde zegel gebruiken als de plaatselijke Hervormde gemeente waaruit zij waren voortgekomen zodat bijv. te Arnhem en Oudewater zowel de Hervormde gemeente als de Geref. Kerk daar hetzelfde zegel voeren. Overigens hebben vele plaatselijke Geref. Kerken een kerkzegel (nu meestal als stempel) in gebruik met diverse voorstellingen. Bij voorbeeld:
* de Kerk op een rots met bijschrift "De poorten der hel zullen haar niet overweldigen'', al dan niet met de toevoeging Matth. 16 vs 18 (Hoofddorp, Boskoop, Rijnsburg);
* een Bijbel met brandende kaars en bijschrift Psalm 119 vs 105 (Hillegom) ;
* een palmtak met bijschrift; Hij is onze vrede" (Urk) ;
* een zaaier met Matth. 13 vs 3b (Nieuw-Vennep);
* zeilschip met kruis op het zeil (Velp);
* afbeelding van het kerkgebouw en vermelding Matth. 5 vs 14 (Bergen op Zoom).
Uiteraard zullen er plaatselijke GEREF. KERKEN (voortgekomen uit de Vrijmaking van 1944 zijn, welke hetzelfde zegel voeren als de plaatselijke Geref. Kerk.

De CHR. GEREF. KERKEN hadden sinds 1893 een algemeen-kerkelijk zegel voorstellende een toren op een rots en de vermelding: Nomen Jehovae Fortis (De naam des Heeren is een 'sterke toren). De synode van september 1947 besloot echter een nieuw kerkelijk zegel in te voeren met de afbeelding overeenkomstig het huidige zegel van de gemeente te Ulrum nl. Mozes staande bij de brandende braambos en het bijschrift: Nectamen consumebatur Exodus 3 vs 2 (En toch verteerde het niet). Mogelijk zullen er nog meerdere plaatselijke kerken zijn met een eigen zegel.

Van de GEREFORMEERDE GEMEENTEN is ons slechts bekend dat de gemeente te Dirksland op Flakkee in 1964 een kerkzegel invoerde. De latijnse randtekst luidt: Vox Clamantis in Deserto d.i. Stem eens roependen in de woestijn. De stem des roependen (uit Jesaja 40 vs 3) is die van de prediker, de wegbereider tot Christus zoals Johannes de Doper was. "In de woestijn" duidt op de zondige wereld waarin hij predikt. Voorts komt het wapen van Dirksland erop voor dat inmiddels door de herindeling der gemeenten op Flakkee wel is veranderd. Het behoudt de herinnering aan de zelfstandige gemeente Dirksland. Verder nog Oudeplaat 7/9/1867 dat herinnert aan de polder waarin de kerk is gevestigd en de datum van de stichting der gemeente.

De PRESBYTERIAAL HERVORMDE KERKGEMEENSCHAP "in de Grote Gemeente" tenslotte heeft een zegelstempel met als randschrift "Magna est Veritas et praevalebit" (De Waarheid is groot en zal overheersen). In het midden staat: Gelijk een mosterdzaad Matth. 13 vs 31 v.



Litteratuur:
 * N.C. Kist e.a.: De zegels en zinnebeelden der Ned. Hervormde Kerken (Kerkhist. Archief I-IV jg. 1857-1866);
* Dr. J.J. Woldendorp: Het Protestantse kerkzegel (Hervormd Nederland dd. 11 sept. en 9 okt. 1941);
* Dr. P.M. Lucas: Een Remonstrants kerkzegel uit de 19e eeuw (Remonstrants Weekblad dd. 20 nov. 1965);
* Dr. R.J. Mooi: Terugblik op het oude zegel (Woord en Dienst, orgaan voor het hervormd kerkewerk, dd. 1 maart 1972) * Sigilla Ecclesiastica - Kontaktblad voor kerkzegelverzamelaars jaarg. 1957-1963.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1972

Kerkhistorische Kroniek | 12 Pagina's

KERKZEGELS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1972

Kerkhistorische Kroniek | 12 Pagina's