Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat verandert en wat blijft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat verandert en wat blijft

Van 'new age' en 'God heb ik lief'

6 minuten leestijd

In 1985 ben ik in Gouda neergestreken. Verandering van werkkringwas de oorzaak. Acht jaar had ik in de vorige woonplaats gewoond. Een dorp aan de rivier. Met kerken en kerkjes. De grote kerk, die in richtingen verdeeld was en een aantal kerkgebouwen telde.
De kleine kerkjes, hoewel sommige wat grootte betrof niet onderdeden voor de 'grote' kerk. In mijn tijd telde ik er zeven, die allemaal hun wortels hadden in afscheiding en andere kruis-en dwarsverbanden.
Er was verscheidenheid, en er was eenheid. Dwars door die kerken heen waren er lezers van hetzelfde dagblad, stemmers op dezelfde politiek, ondersteuners van dezelfde goede doelen en beminnaars van dezelfde Psalmberijming en Bijbelvertaling. Zondags stemmig gekleed - door de week trouwens ook — en in de tasjes van de vrouwen en de jaszakken van de mannen zaten ongetwijfeld hetzelfde merk rollen 'bijvoeding' voor onder de dienst. Merkwaardige gewoonte eigenlijk. Ik ken mensen die nooit een pepermunt nemen dan alleen na het grote gebed en voor de toepassing. Naar kantoor of magazijn met een rol mentos komt bij velen niet in de gedachten op. Achter de toonbank misstaat gekauw. Maar in Gods huis schijnt het onlosmakelijk aan de verkondiging van geestelijk voedsel verbonden te moeten zijn.
Dit over de eenheid. De verscheidenheid kwam tot uitdrukking in het kiezen van verschillende straten om naar verschillende kerken te gaan. Het ene gezin ging aan het eind van de singel rechtdoor, het andere links- of rechtsaf.

Psalm 68
Ik vreesde, het vertrouwde zondagsbeeld en de daarbij behorende rust te moeten missen in de nieuwe woonplaats. Maar dat viel nog niet tegen. Nee, geen straten vol kerkgangers zoals we dat in onze jeugd in Rotterdam gewend waren. Maar toen we de eerste Goudse zondag 's morgens uit de kerk thuis kwamen en in de tuin koffie dronken, hoorden we door haar openstaande keukenraam de bejaarde achterbuurvrouw Psalm 68 zingen. Ver­rast keren we op. 's Middags was het de buurman pal naast ons, die in een huis met negen kamers woonde en die vanwege zijn leeftijd - over de negentig - niet meer naar de kerk kon, maar de diensten via de cassettebandjes volgde. Opnieuw hoorden we de oude Psalmen!

Niets bestendigs
We zijn nu ruim zestien jaar verder. 'Niets bestendigs hier beneên', dichtte Rhijnvis Feith in zijn bekende oudejaarsgezang. De achterbuurvrouw is naar een verzorgingshuis vertrokken, de naaste buurman is de weg gegaan van alle vlees, hij rust aan de IJsseldijk. Het stadsbeeld is eveneens veranderd. Drastisch. De drie patriciërshuizen aan de overkant van de singel, juweeltjes van bouwkunst, vielen onder de slopershamer. Een uitermate lelijk bankgebouw heeft de plaats ingenomen. De warme bakker van de hoek heeft het veld geruimd voor een fietsenshowroom, de slager daar tegenover is nu een pizzeria die zeven dagen per week met snorrende brommertjes de binnenstad onveilig maakt en Gods dag ontheiligt. Iets verderop is sinds kort een uitvaartwinkel gekomen met urnen in de etalage en weer wat verder is een drukbeklante zaak waar jongens-en meisjeshuiden worden 'versierd' met tatoeages. Het boekbinderijtje naast onze achtertuin is een Indisch eethuisje geworden, ook alleen maar 's nachts en 's morgens gesloten. Verder is een aantal leeggekomen winkels gevuld met mobieltjes in alle soorten, maten, kleuren en uitvoeringen, die als warme broodjes over de toonbank gaan. En met sportartikelen. En niet te vergeten het New agewinkeltje, waar je boeddhabeeldjes kunt kopen en waar wierookstokjes naast mystieke boekjes uitgestald liggen. Veranderingen bij de vleet, in pakweg drie lustra.

In Gouda, achter de kerk
Wat niet veranderde? J.W. Schulte Nordholt maakte het bekende gedicht: 'In Gouda, achter de kerk’.

In Gouda achter de kerk
in een donker winkeltje waar
een ernstige, stille man
de 'oude schrievers' verkocht,
heb ik een uur lang vertoefd
en gepraat over godsdienst en kerk.
Veel Bond, zei hij, hier in de buurt
en veel gereformeerde gemeenten
en oud-gereformeerdegemeenten -
á Brakel en Srnytegelt
en de lied'ren van Groenewegen
gaan hier nog van hand tot hand.

’s Avonds laat in de trein
rijdend door 't donkere land
las ik in 't stichtelijke boek
dat hij me had aangepraat;
las ik de donkere woorden
van oude hollandse vroomheid.
Las ik: Wat helpt het o mensje
om te praten over de hemel
als je geen hemel hebt
diep in je eigen hart.

Dat winkeltje is inmiddels winkel geworden, maar bestaat nog steeds. Dat is boekhandel R. Smit b.v. aan de Korte Tiendeweg in Gouda, in de schaduw van de Sint Jan. De Markt is er nog, en de brede winkelstraat waarin veruit de meeste winkels een aantal zondagen per jaar meezingen met het lied van de economie. Het Stadhuis staat er nog, de Sint Jan is er nog. De kerk is eigendom van de hervormde gemeente, de toren valt deels onder de stadsbezittingen. En de beiaard? Sinds enkele maanden hoor ik op het hele uur de melodie van Psalm Il6. De stadsbestuurders en de VW en allerlei andere ondernemende en progressieve instellingen die allerlei normen en waarden graag opzij zetten om de stad te promoten, zouden het eens moeten weten, dat de klokkentoren niet zwijgen kan van wat de oude dichter bezette toen hij zong:
“God heb ik lief, want die getrouwe Heer,
hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt zijn oor, 'k roep tot Hem al rnijn dagen.
Hij schenkt mij hulp, hij redt mij keer op keer”.

Hij neigt zijn oor
Wat verandert, dit niet. De Bijbeltekst op de muur van de aula van de algemene begraafplaats is bij de laatste opknapbeurt weggewit om niet meer terug te keren, de sluiswachter bemant sinds kort ook op zondagen zijn huisje aan het water, de zondagmiddagconcerten in het plantsoen blijven mensen trekken en de folderbezorger gaat - tegen de afspraken met sommige adverteerders in — op Gods dag de brievenbussen langs, maar de klanken van deze bekende Psalm vullen uur na uur het luchtruim van de oude stad, dwarrelen neer op de mensen in de straten als een woord uit een evangelisatiefolder. De eerste keer dat ik de melodie herkende, drong het pas later tot me door wat een bijzonderheid het is om deze gewijde tonen op de straat te horen. Exact een uur later stond ik in de tuin. De klokken gaven de toon aan en ik zong tussen de bloemen en de struiken mee uit volle borst: 'Hij neigt Zijn oor'. De buurman keek verwonderd op... ik mag het hem later uitleggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2001

Oude Paden | 84 Pagina's

Wat verandert en wat blijft

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 december 2001

Oude Paden | 84 Pagina's