Hier woonde... dominee Koster van Montfoort
Dr. H. Florijn
Deel 5 van een serie over pastors en hun pastorieën
Op zaterdag 19 februari 1949 om 11.30 uur werd in Montfoort de begrafenisdienst gehouden van ds. J.H. Koster, de overleden predikant van de hervormde gemeente te Maartensdijk. Voorganger in de dienst was ds. E. du Marchie van Voorthuijsen, die preekte over Openbaring 7: l7l> -Opvallend was, dat deze predikant vooral de tijd, die ds. Koster in Montfoort had doorgebracht, 'een bijzondere tijd' noemde, waarin sprake was geweest van 'een bijzondere bediening'. Zij, die ds. Du Marchie van Voorthuijsen gekend hebben, weten ook dat hij de overledene altijd 'dominee Koster van Montfoort' noemde.
Het komt wel meer voor dat mensen in hun herinneringen een predikant koppelen aan één bepaalde gemeente, ook al heeft hij in meer plaatsen gestaan. Dat kan zijn omdat hij daar het langst stond, of omdat zijn ambtsbediening in die gemeente als een hoogtepunt beschouwd wordt. Iedere lezer kan zelf voorbeelden geven, in dit artikel beperken we ons tot ds. Koster van Montfoort. Wie was hij?
Alles nieuw geworden,
Johannes Hermanus Koster werd op 13 oktober 1881 in Wissekerke geboren. Zijn vader was daar predikant van de Nederlandse Hervormde Kerk. Ouder geworden, trad Johannes in zijn voetsporen, want op 30 september 1901 werd hij ingeschreven als student theologie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Na de studie te hebben afgerond, nam hij een beroep aan naar de gemeente Wyckel. Daar deed hij op 13 juni 1908 intrede. In Wyckel werd ds. Koster steeds meer ontdekt aan zijn zonden en schuld. Zo hoog werd de nood dat hij op zaterdagavond 31 december 1910 het bos in vluchtte. In een brief van lO april 1929 beschreef hij wat hij kort daarna, in begin 1911, ondervond met de woorden: 'Wel hoe goed herinner ik me het ontwaken 2 januari 1911. I januari in het geloven, gebogen, aanvaard, beaamd, lOOOx beaamd het Evangelie voor dien aangewezen ellendige, die riep, en 's nachts voor het eerst in m'n leven zalig geslapen; geslapen bij God: ik lag en sliep gerust... en 2 januari gingen de sluizen des hemels open in uitlatingen van vrede en liefde, alles vrede in Christus Jezus: de wet vrede: God de Vader vrede, consciëntie vrede, alles in 't Woord vrede, al 't schepsel vrede. Heel de schepping zo blij: nooit de zon zo geschenen, 't brood zo gesmaakt, alles zon wonder, zo groot, te groot; een aanbidden, neerzinken, danken, verwonderen...Wat kon ik David goed begrijpen, huppelende in de linnen lijfrok bij de tweede reize in het binnenhalen der Arke; elke zes passen weer zeven varren en zeven rammen en knielen en zingen en huppelen, en niet vooruit kunnen, en het maar niet op kunnen, en het kleinste te groot voor die onwaardige; en in alles eeuwige liefde te bewonderen. Ja, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel, het oude is voorbijgegaan, ziet het is alles nieuw geworden.'
Montfoort
Na de gemeente van Wyckel diende ds. Koster die van 's-Grevelduin-Capelle, daarna stond hij in Wouterswoude voordat hij het beroep aannam naar Montfoort. Van augustus 1923 tot en met oktober 1943 ^°u hij deze gemeente dienen.
Lang heeft ds. Koster dus in de pastorie van Montfoort gewoond. In deze pastorie ontving hij be-
zoek en bereidde hij zijn preken voor. In een brief, gedateerd 15 september ig^I-beeft ds. Koster stilgestaan bij zijn prediking in Montfoort. Hij schreef: '33 jaar heb ik gepredikt, niets willen weten als grondslag dan Jezus Christus en Dien gekruisigd en ik ben het niet moede geworden om al maar goed van Hem te vertellen. Hier is een Bron, die wordt nooit verdroogd, al verdroogt ook vaakhet hart, zodat ik meer op de kansel sta, denkende: 'Was ik er maar nooit opgeklommen, dan dat ik wilde, dat ik hier met de bazuin aan de mond mocht sterven.' Maar hier is toch die rijkdom, zo, dat in Hem de Kerk nooit uitgaat en de prediker nooit een einde vindt dan in Hem. Want het is hier maar een klein beginsel dezer kennis, deze gehoorzaamheid, G een ten dele, en een schat in aarden vaten, en wat zal het volkomen zijn in het aanschouwen? Maar zelfs de aanschouwende zaligheid en verheerlijking van God is maar een klein beginsel, een afgeleide beek, voortkomende uit die rivier vol waters uit en van de heerlijkheid van Christus. Want de Zone verheerlijkt de Vader op ene oneindige wijze; oneindigheid en eeuwigheid voor Oneindigheid en Eeuwigheid, en de Kerk blijft maar een kleine mooie schelp ook in de staat der heerlijkheid, waarin nochtans iets van de oceaan ruist.'
Ook in andere plaatsen werd ds. Koster verzocht om voor te gaan. Hij preekte daarbij niet alleen in gemeentes, maar ook in allerlei evangelisaties. Zo sprak hij regelmatig in een gebouwtje in de Dijkstraat te Rotterdam. Van een paar van deze uitgesproken preken is een verkorte weergave bewaard gebleven.
Soms doopte hij in dergelijke evangelisaties de kinderen. Dat werd hem wel kwalijk genomen, bijvoorbeeld in 1943' toen hij het bestuur in Leersum had toegezegd om het sacrament van de Heilige Doop daar op 18 januari te bedienen. De Hervormde Raad voor de Inwendige Zending reageerde kort daarop met de opmerking naar het bestuur van de evangelisatie: 'Volvoer vooral niet het plan dat in Uw bestuur blijkbaar bestond, om, in navolging van Woudenberg, Ds. Koster van Montfoort te
verzoeken bij U een doop te bedienen, en de gedoopten dan in Montfoort te doen inschrijven. Dit is volgens de reglementen der N.H.K. verboden. U bezorgt er Uzelf veel moeite mee, en Ds. Koster kan er zeer veel moeite door krijgen. Het is verboden. Om deze reden is Ds. de Cock, de vorige eeuw geschorscht. Natuurlijk kwamen daar nog andere mo tieven bij, maar dopen in een andere gemeente is zeer bezwarend. Ds. Koster mag dit dan elders doen, ook daar is het evenzeer af te keuren.'
Maartensdijk
1943 was het laatste jaar dat ds. Koster in Montfoort stond. Van de beroepen die in zijn Montfoortse periode op hem werden uitgebracht, nam hij het 27^ aan. De gemeente die hem beroepen had, was Maartensdijk. Het werd zijn laatste gemeente. De moeilijkheden zijn hem ook daar niet bespaard gebleven. Regelmatig gingen zijn gedachten terug naar de gemeente van Montfoort. In een brief uit Maartensdijk van 7 januari 1946 schreef hij dat hij nog zo graag eens in zijn vorige gemeente wilde preken over 'het Woord in Psalm 89: Welgelukzalig is het volk, dat het geklank kent; zij zullen, o Heere, in het licht Uws aanschijns wandelen.' Hij beëindigde de brief met de woorden: 'Gelukkig is het Woord Gods niet gebonden en dat kan nooit gebonden worden. Ja, vnj hebben wel gehoord van de kerkelijke moeilijkheden in Montfoort. En het is overal twist en verwarring, en dit zal nog wel veel groter worden. Ik verlang wel eens naar het einde, het is vaak alsof de Heere met Zijn Geest geweken is. De Heere zegt tot Baruch: 'Hetgeen Ik gebouwd heb, dat breek Ik af, en hetgeen Ik geplant heb, dat ruk Ik uit. Maar Gij zult uwen ziel als een buit hebben in alle plaatsen waarhenen gij trekken zult. En dat is de hoofdzaak voor u en voor mij en voor ons allen, die Hem verwachten.'
Op 15 februari 1949 is 'dominee Koster van Montfoort' overleden, bijna twee jaar nadat hij op I mei 1947 ni^t emeritaat was gegaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 2002
Oude Paden | 52 Pagina's