Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. Jan Stikkers, alias Vader Serapion

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. Jan Stikkers, alias Vader Serapion

Het dubbelleven van een blikken bisschop

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Elke zondag en woensdag houdt hij 'kostelijke predikaties'. Ergens in een vrij, orthodox groepje in Bussum. Dan heet hij dominee Stikkers. Op vrijdag of zaterdag draagt hij de mis op in een Oosters orthodox kerkje. Ergens op een rommelige Amsterdamse zolder. Dan heet hij Abba Serapion. Soms gaat hij ter afwisseling nog voor in een vrijzinnige kring, natuurlijk weer als Stikkers, hoewel hij de laatste letter van zijn naam vaak vergeet om de verwarring groter te maken. En dat twintig jaar lang, zonder dat iemand weet van zijn dubbelleven. Heel zijn leven is één kluwen verwarde gegevens, waardoor — gelukkig - niemand een waar verhaal over hem kan schrijven. Maar zijn dubbelleven hindert hem op geen enkele wijze. Trouwens, hij preekt overal hetzelfde, zegt hij. Hij zaait aan alle, maar dan ook alle wateren. Zijn grote vraag is of de armen het Evangelie wordt verkondigd. Hier past maar één woord: Verbijsterend!

Jan Willem Stikkers wordt geboren op 14 juli 1913 te Rotterdam. Zijn vader heet Jan, zijn moeder Adriana Jannetje Geertruida Nieuwstraten. De jonge Stikkers wordt op 9 december gedoopt in de Gereformeerde Kerk in de Hovenierstraat in Rotterdam. In zijn jongste jaren raakt hij al geboeid door godsdienst. De mystiek trekt hem aan, en ook de bediening van het Heilig Avondmaal vindt hij indrukwekkend. Als zevenjarig jongetje, zo vertelt hij tientallen jaren later, neemt hij zijn petje af als het brood gebroken wordt, omdat hij denkt dat de Heere Jezus lichamelijk tegenwoordig is. Vader wil dat zijn zoon toneelspeler wordt, maar moeder dat hij theologie gaat studeren. Jan Willem kiest voor het laatste, hoewel studeren — hij zegt dat het in Emden was - wel een groot woord is. Ook het toneelspelen blijft hem trouwens in het bloed zitten. Misschien wel meer dan theologie. Stikkers werkt eerst bij het Leger des Heils, maar verdwijnt daar 'op niet normale wijze'. Nu sticht hij 'Het leger des Heren', maar ook daar gaat het verkeerd.

Vrij predikant
Stikkers richt zich nu op de 'bevindelijk gereformeerden' en begint rond de jaarwisseling van 1936/37 te oefenen voor wat verenigde bezwaarden uit de Gereformeerde Kerken en de Nederlands Gereformeerde Gemeente van ds. D.C. van Stempvoort. Deze predikant gaat op 7 juni 1937 "iet emeritaat, maar blijft zijn gemeente met raad en daad bijstaan totdat de gemeente onder voorganger La Roy in 1939 teniet gaat.

De kerkenraad van Stikkers vraagt de Goudse dominee Joh. van Welzen in het voorjaar van 1937 o"i haar voorganger tot predikant te bevestigen. Van Welzen, nu vrij predikant, had in 193*^ vergeefs geprobeerd zich bij de gemeenten van ds. Van Stempvoort te voegen en was in 1932 tot predikant bevestigd door ds. H. Siegers, die de gemeenten van Van Stempvoort in 1931 juist weer verlaten had. Ds. Van Welzen bevestigt Stikkers op 29 juli 1937 ii^ een zaaltje in de Almondestraat 6. Op zondag I augustus houdt ds. Stikkers zijn intreepreek in een zaaltje in de Goudschestraat. De volgende jaren spreekt hij vaak in een zaaltje aan de Rembrandtstraat 57-waar zijn gemeente blijkbaar haar thuis heeft.

Rotterdam en Dordrecht
De gemeente van Stikkers staat op zichzelf en noemt zich meestal Gereformeerde Gemeente onder het kruis. Wel heeft ds. Stikkers vluchtige contacten met een man als ds. L. de Voogd uit Vlaardingen die behoort tot de Evangelische Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Hij houdt met deze predikant ook tijdredes in Vlaardingen en Mijnsheerenland en vergeet in de kranten vaak de laatste letter van zijn naam.

Op l8 april 1938 bevestigt Stikkers in gebouw De Hoop in Zwijndrecht de voorganger Evert van Dijk tot predikant van een vrij groepje. Op I oktober 1940 trouwt Stikkers met Maria Lena Margaretha Spaan. Maar die huwelijksvreugde duurt maar kort, want op 20 november 1943 maakt een scheiding er een eind aan.

Stikkers vertrekt datzelfde jaar naar een zustergemeente in Dordrecht. Nog geen jaar later, in mei 1944' bevestigt hij J.A. Smink daar als zijn opvolger. Dat is snel, maar het gebeurt niet zonder reden, want de 'Commissie der Gereformeerde Gemeenten onder het kruis' had de heer J.A. Smink in een classisvergadering van 6 mei 1944 in Amsterdam, benoemd als predikant in algemene dienst met als standplaats Dordrecht.

'Onder de kruik' in Amsterdam
Ds. Stikkers vertrekt naar zo'n soortgelijke samenkomst in Amsterdam, die diensten houdt in een bovenhuis aan de Muiderstraat 10. In het voorjaar van 1947 ontdekt de politie er een clandestiene jeneverstokerij. In de Amsterdamse volksmond heet de 'Gereformeerde Gemeente onder het kruis' al gauw 'de gereformeerde gemeente onder de kruik'. Stikkers reageert verbaasd op de vele commotie in zoveel kranten en zegt: 'Dat van die jeneverstokerij slaat nergens op. Of het clandestien was of niet, daar wil ik altijd nog wel over praten, maar dat een geestelijke daaraan geen medewerking zou mogen verlenen, is compleet een lachertje. Trappisten brouwen immers uitmuntend bier, terwijl de Benedictijnen de scheppers van de meest verfijnde likeuren zijn.' De gemeente gaat teniet en het verhaal over de gemeente van Stikkers is uit. Dan opent zich een nieuw hoofdstuk van zijn kerkelijk levensboek, waaruit we nog kort iets zullen aanstippen.

'Abba Serapion'

Stikkers wordt lid van de Anglicaanse kerk en komt in Syrië terecht, waar de Anglicanen veel zendingswerk doen. 'En toen, ja toen', vertelt Stikkers, 'kwam ik in aanraking met de ware mystiek van het oosters-orthodox geloof.' In juli 1947 wijdt Mar Philippus hem tot Oosters priester onder de naam 'Abba Serapion'. Serapion sticht in het pand van zijn vroegere Gereformeerde Gemeente onder het kruis een Oosterse-Orthodoxe kerk (Syro-Chaldeeuwse successie). In 1948 krijgt Serapion nog even vier en een halve maand hechtenis omdat hij wederrechtelijk elektriciteit aftapte en klandestien jenever stookte'. Rechter De Blécourt vraagt hem: 'U heeft vast ook weleens een glaasje teveel gedronken.' Stikkers antwoordt: 'Daar ziet u zelf ook wel naar uit.' En die stroom? Stikkers: 'Die aftapperij gaat terug tot in de oorlogstijd. Er was een hoofdkabel naar het Koloniaal Instituut. Onder de straat door liep een vakkundige tunnel, die hebben we afgetapt. Je saboteerde de moffen er ook nog mee.' Kort na de wijding stoot Mar Philippus hem uit, omdat Stikkers belangrijke dingen verzwegen heeft.

Chaldeeuwse kerk
Stikkers vaart nu op eigen kracht verder onder de naam Chaldeeuwse kerk, en beweert dat juist hij Mar Philippus afgezet heeft. Hij zegt ook dat hij nu rechtstreeks onder de patriarch van Koerdistan ressorteert. Maar ook dat voorrecht is snel voorbij. Omdat de kerk van Stikkers bij gebrek aan Chaldeeërs maar weinig perspectief heeft, biedt hij zijn diensten aan een groepje Russen aan, maar die laten hem links liggen als ze horen over zijn onzedelijk verleden. Stikkers lijdt nu een financieel debacle en de Russen nemen zijn gebouw in de Muiderstraat over en installeren daar hun eigen priester, in een samenkomst die er tot op de dag van vandaag gebleven is. (De kerk is thans bekend als Russisch Orthodoxe Kerk, Church of Saint Mary of Egypt.)

'Het klooster van Zwertbroek'
Stikkers komt in contact met broeder Gerardus, alias G.J. Zwertbroek, die zich beschouwt als 'de nieuwe Johannes, gekomen om de wederkomst des Heeren te verkondigen in de wereld van de antichrist.' Gerardus verkondigt zijn denkbeelden op 'luidruchtige antisemitische wijze' en staat bij de politie bekend als een 'lastig persoon'. Stikkers trekt blijkbaar bij hem in en krijgt zo de beschikking over 'het klooster van Zwertbroek' in de Hartenstraat, gewoon een bovenhuisje in een smal straatje dat twee grachten verbindt. Dit 'klooster' bevat een verrassing, want volgens beide heren liggen er 'onder een witte steen op het altaar de relikwieën van Willibrord en de Heilige martelaren van Gorcum', die dan ook veelvuldig aangeroepen worden in Stikkers' liturgie.

Ikonen en een Statenbijbel

Aan de deur van de Amsterdamse Hartenstraat 19 hangt een bord met erop 'Oostersch Orthodoxe kerk.
Gez. H. Liturgie. Elke vrijdagavond 8 uur. Rev. Fath. Serapion.' Een steile, wat haveloos beklede trap voert kerkgangers omhoog.

Hoog bovenaan de trap, afgetekend tegen het schaarse hcht dat ergens vandaan schijnt te komen, is een smal overloopje waarvan het vloeroppervlak grotendeels is opgeslokt door allerhande voorwerpen, die variëren van heiligenbeelden, een bonte mengeling van ikonen, sluiers, vloerkleedjes en antiek meubilair. Middenin staat een oude statenbijbel met koperen sloten. Pal ernaast een werelds product: een forse televisieontvanger. Achter een stoffig gordijn staat een aftands harmonium, waaruit broeder Gerardus van tijd tot tijd een 'Halleloejah' perst. Tot ergernis van zuster Odile. 'Hij is getikt', zegt ze. Stikkers spreekt trouwens ook weleens in Den Haag voor nog geen tien kerkgangers. In Amsterdam is de belangstelling niet veel groter, en de naam van zijn geloofsgroepering en zijn functie daarin blijven voor velen onduidelijk. En zijn geld?

Dubbelleven
'Een inkomen heb ik niet, ik leef van de raven', zegt Serapion. Maar die raven vliegen zo vaak niet. En wat ze aanslepen is ook niet alles. Serapion zorgt daarom zelf voor een aantal rijke vogels, en wel in een vrije groep in Bussum, waar hij vanaf 9 april 1954 zijn diensten aanbiedt voor zeven tientjes per week. Hij zegt dat hij dominee is van een kleine gemeente en daarom op zondag makkelijk weg kan. Hij preekt in Bussum op zondag en woensdagavond in een zaaltje van een wasserij op de Korte Singel voor zo'n dertig mensen. 'In het Gooi herinnerde men zich, dat hij als boeteprediker de collectebussen danig deed rammelen.' Dit dubbelleven duurt vele, vele jaren. Een lezer van Oude Paden schrijft: 'Het was vreselijk, in het gebed leek het wel of hij met zijn vader sprak. Het ging me door merg en been. De meeste bezoekers waren antinomianen: zondigen op de genade. De mensen waren er blind voor. Er is daar ook een huwelijk stukgegaan, omdat Stikkers een verhouding had met een vrouw daar.' Eens waagt iemand kritiek op hem te leveren, maar dominee roept: 'Gooi jij je Bijbel en psalmboek maar in het vuur. God heeft voor jou de deur op het nachtslot geworpen.' Stikkers' aanhang zegt dat het uitgekomen is... Stikkers dient ook nog negen maanden een vrije groep (Filadelfiagemeente) in Culemborg die onder leiding staat van Jakobus den Hartog. Tussen de bedrijven door, in 1961, bevestigt hij Jan Jorens nog even als predikant van een vrije orthodoxe groep in het Brabantse Hedel.

'Blikken bisschop'
Maar Serapion wil meer: Hij wil bisschop worden. Vooral om op gelijke voet kunnen omgaan met hoogwaardigheidsbekleders uit andere kerken. Zondag 30 oktober 1966 zal Mar. Dioscoros uit Parijs, koptisch patriarch van Alexandrië, de priester Serapion wijden tot eerste bisschop van de Oosterse-Orthodoxe kerk (Syro-Chaldeeuwse successie). Een zelfstandige dochterkerk van de Syrische kerk. Dat zal gebeuren onder het toeziend oog van de hoogste vertegenwoordiger van dit genootschap, de katholicos Joannes Maria uit Venetië, ook een Nederlander trouwens, die na veel journalistiek speurwerk gewoon meneer Blom uit Assendelft blijkt te heten. Hiermee zal Stikkers de eerste monophysietische bisschop zijn in ons land (een kerk die de leer van de twee naturen van Christus verwerpt) .

Met bisschop Serapion doet in Nederland de eerste vertegenwoordiger zijn intree van de 'episcopi vangantes' (blikken bisschoppen) die in de Verenigde Staten veel beroering hadden aangericht. Een voorbeeld hiervan is de Amerikaan Vilatte, die de hele wereld afreisde om een priesterwijding te krijgen, en toen hij in Ceylon eenmaal gewijd was, links en rechts zelf blikken bisschopjes in het zadel hielp die op hun beurt ook weer allerlei wijdinkjes uitdeelden, meestal in groepjes van minder dan tien mensen. Wijdinkjes, die echter volgens kerkelijke normen in die kringen wel geldig zijn! Een lucratieve bezigheid, waarbij kapitalen verdiend werden aan handel in miswijn.

Dubieus en pseudo
Van deze plechtigheid zijn, via het ANP, ook de dagbladen op de hoogte gesteld. Journalist L.M.P. Scholten van De Rotterdammer pakt de telefoon, maakt een afspraak en ontmoet op de zolder in Amsterdam de nieuwe bisschop: geen Syrisch, maar een vlot Nederlands sprekend mens. Scholten wil de Nederlandse kerken waarschuwen en publiceert een artikel dat breed aandacht trekt onder de titel: 'Blikken bisschop op zolder.' In zijn spoor volgen De Volkskrant en He Parool. Men legt verbanden met Bussum en Culemborg. En met de Oud Gereformeerde Gemeenten, want Stikkers zegt dat er banden zijn met de Oud Gereformeerden: 'Ze beschouwen me niet als een ketter; wel een beetje gek, maar toch een levende vent.' Maar ds. M.A. Mieras verklaart met de meest mogelijke nadruk dat deze man niets, niets, maar dan ook totaal niets met het kerkverband der Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland te maken heeft. Ook de Syrische Kerk verklaart dat Serapion voor hen onbekend is.

Vóór deze wijding ontstaan trouwens ook grote moeilijkheden over de naam van zijn 'dubieuze geloofssecte', zijn 'pseudo functie' en een gehuurde kerkruimte die geweigerd wordt door de Roomse kerk. Maar de wijding gaat door: op zolder. Zo'n vijftig nieuwsgierigen zijn getuige van de gebeurtenissen. Een NTS-journaal filmt het gebeuren buitengewoon volledig. Kenners zeggen dat de wijding niet geldig is, omdat er minstens twee co-consecratoren nodig zijn, en er was er maar één: Joannes Maria. Maar Stikkers heeft geen risico's genomen en zijn wijding de volgende dag notarieel laten vastleggen.

'Dat zijn trucfoto's, meneer...'
Die zondag verschijnt de bebaarde Metropoliet dus voor het eerst in lange tijd niet op de stoel van de kring in Bussum. Hij had gezegd niet te kunnen komen, omdat hij in Den Haag een dominee moest bevestigen. Bussum staat voor een raadsel als 's maandags de krantenfoto's van de wijding op tafel komen: 'Dat zijn trucfoto's, meneer...' Een ander twijfelt: 'Nou, zijn mond en zijn ogen zijn het toch wel...' Kwamen de gemeenteleden nooit in de pastorie in Amsterdam? Ja, daar hadden ze wel eens vreemde dingen gezien, beelden en zo, maar de dominee zei dat hij liefhebberde in curiositeiten. Bussum kan maar moeilijk geloven dat hun geliefde dominee al bijna twintig jaar als oosters priester opereerde. Ze zeggen: Wij hebben hem altijd met genoegen beluisterd. Hij preekte zuiver de oud gereformeerde richting. Er kan bij ons niets door, of wij hebben er erg in. Hij verklaarde het eenzijdige Godswerk zuiver en preekte een arme zondaar voor een rijke Christus. Er zijn er die dat ook wel doen, maar waarvan je toch kunt horen dat ze er zelf geen deel aan hebben. Maar ds. Stikkers was geen Bileam. Hij stond vaak onder zijn eigen prediking te huilen. Je haalde zijn kindschap er zó uit.'

'Iets van de oude dag...'
Bussum geeft het zo gauw niet op: 'En een kennis dat ds. Stikkers had. Hij preekte twee uur lang over de meest onbekende teksten. En daarvoor had hij maar vijf minuten voorbereiding nodig, compleet met het psalmbriefje erbij. Hoe knap hij wel was, bleek toen eens een theologische professor uit Den Haag op bezoek was. De professor mocht van ds. Stikkers zomaar een tekst opgeven en prompt hield hij er een preek over. De professor (wiens naam met Sliedrecht wordt geassocieerd) zei na afloop: "De helft was mij niet aangezegd." Het moet iets van zijn oude dag zijn. Het kan gewoon niet. U gelooft toch niet dat er een afval der heiligen is. God zal hem terugbrengen; vast en zeker.'

Bussum heeft besloten niet elders naar de kerk te gaan. Dat is ook niet nodig, want ze hebben een rijk bezit: 64 preken van Stikkers op de band. En ze zullen zich met dit geestelijke voedsel spijzigen tot dominees wederkomst.

'Ik Len alleen een zondig mens...'

Maar dominee komt niet weder. Eind november legt hij in gebouw Amicitia in Den Haag verantwoording af: 'Nee, ik wil me beslist niet voor een heilige uitgeven. Ik ben alleen maar een zondig mens. Alles wat ze van me zeggen is waar, en het is nog veel erger. Wij hebben allen gezondigd, en och, dat wij dat eens persoonlijk kregen te beleven in ons leven.'

'Zijne genade' zegt dat de mensen in Bussum wisten dat hij oosters priester was. 'Dat accepteerden ze. Ik heb er bijvoorbeeld nooit uit de catechismus gepreekt, maar hem eens geweldig afgekraakt. Jammer, dat juist die preek niet op de band staat.' Hij onthult dat hij ook nog in een vrijzinnige kring gepreekt had. En ... dat hij overal eender preekte. 'Mijn persoon is niet belangrijk', zegt hij. 'De grote vraag is maar of de armen het evangelie wordt verkondigd. En dan mag ik zeggen dat ik van mijn jeugd af gewoekerd heb met mijn genadegaven in de meest brede zin des woords.'

Langs de kant zitten
Serapion gaat door met zijn praktijken in de Hartenstraat. Zo komt hij in 1969 weer in het nieuws als hij de vriendschap van twee mannen in zijn kring bezegelt. Hij noemt zich die tijd voluit 'monseigneur Serapion, de metropoliet voor het Koninkrijk der Nederlanden en titulair bisschop van Chrysopolis, plaatsbekleder van de Oosters-Orthodoxe Kerk in de Syrisch-Chaldeeuwse successie, toebehorend aan het patriarchaat van Antiochië'. Maar ook zijn titels redden hem niet van de ondergang. Die gaat snel nu. En die is totaal. Hij herbergt twaalf gastarbeiders in twee kamers van zijn huis, en heeft geld nodig, veel geld. 'Geld stinkt nooit, ' zegt hij, 'hoe je dr ook aan ruikt.' Keer op keer sticht hij een nieuwe ridderorde en vindt hij er klanten voor. In 1972 slaat hij zelfs steenrijke sex-baronnen tot ridder. Voor tienduizend gulden per ridderslag. Zijn levensverhaal eindigt in Amsterdam op 15 juni 1978. Een verhaal dat hij alleen zélf had kunnen schrijven, maar gelukkig niet gedaan heeft. 'Ik word ouder, ' had hij gezegd, 'mij doet al dat eerbetoon niet zoveel meer. Ik heb ridderorden genoeg. Maar ik mag graag langs de kant zitten om de optocht voorbij te zien marcheren.'

Met dank aan de heren Scholten te Capelle aan den IJssel, Te Kloeze te Houten, Groeneveld te Hendrik Ido Ambacht en Stigter te Gouda, die mij de afbeeldingen leenden van Serapion als priester.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2003

Oude Paden | 60 Pagina's

Ds. Jan Stikkers, alias Vader Serapion

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2003

Oude Paden | 60 Pagina's